[H6: Schutterstraining]

22 1 4
                                    

De zon is nog niet op als ik met natte haren de deur van onze vertrekken sluit en naar de schietbaan wandel. Wij zijn officieel beperkt tot het gebruik van de muren van het fort -hoogstens de wegen langs de muren- om ons voort te bewegen. De meesten van ons draaien enkel om het paleis heen: ons middelpunt.

Bij de trainingsgronden rennen de late joggers over de bospaden aan de overkant van het vrijgemaakte veld. Ik wandel naar de baan, waar Luitenant Graaf zo hard op zijn rug geslagen wordt dat hij bijna omvalt, waarna hij ook nog weggeblazen wordt door een oorverdovende lach. Zo te zien is het wederzijds, want Graaf lacht ook mee. Tot hij mijn gezicht ziet, dan.

Ik negeer hem en probeer een baan te bemachtigen, maar dan hoor ik iets achter me. 'Noorman. Noorman!'

Met een ruk draai ik me om. Gerritsen trekt haar oorbeschermers van haar hoofd en zwaait. Langzaam steek ik mijn hand omhoog, terwijl ik merk dat er nu een baan aan me voorbij is gegaan.

'Hier, je mag op mijn baan' zegt ze en ze geeft me de kans niet iets terug te zeggen in haar enthousiasme. 

'Ik heb écht nog nooit zo veel vrijheid gehad om innovatie vorm te geven, weet je dat? Ik mag meehelpen met het moderniseren van de voertuigen, de wapens en het fort. Alleen wel jammer dat onze hogere, Timmermans, wat behoudend is. Ik denk ook dat ze me niet helemaal vertrouwen, al snap ik dat niet, want wat denken ze dat ik ga doen? De hele boel laten instorten?' 

'Ze vertrouwen mij ook niet' antwoord ik. 'Pieterszoon lijkt me te tolereren, maar dat is het ook.'

Ik kijk ondertussen naar Graaf die in recordtempo zijn magazijn door het midden van de schietschijf heeft gejaagd en daarvoor lof oogst van de breedgeschouderde officier die hem daarnet omversloeg. Een compacte Glock. Typisch. 

'Graaf is wel populair hier' merk ik op door het kabaal heen en ik pak toch maar mijn handgeweer. Je weet maar nooit waar je het voor nodig hebt.

Gerritsen haalt haar schouders op. 'Tja, Graaf heeft nog steeds een heldenstatus. Iets zegt me dat alleen hij op zal gaan in zijn omgeving.' Ze gaat met haar handen in haar zij naast me staan, wachtend tot ik mijn eerste schot los. 

Ik wacht toch met schieten. 'Waarom is hij eigenlijk gestopt destijds? Had hij ruzie met iemand?'

Ze fronst glimlachend om mijn interesse. 'Wellicht. Maar dat weet niemand. Ze zeggen dat hij een affaire had met de koningin, maar dat heb je niet van mij.' Dat laatste is vergezeld van een knipoog, waarop ik glimlachend mijn hoofd schud. Ik kan mijn blik niet van de schietschijf trekken, als ik krachteloos opmerk: 'Jij en je roddels ook altijd.'

Mijn opmerking stuift een laag gruis van het verleden naar het heden en Gerritsen moet haar keel schrapen om het niet in haar longen te laten komen. Ze weet er toch nog een geamuseerde ondertoon in te gooien: 'Ik weet nog steeds niet waarom het ons een goed idee leek om haar te leren schieten.'

Dat ontlokt mij een lach. Ik denk terug aan de tijd - zeven jaar voor Operatie Morgenrood - dat ik net Luitenant was en een jaar of negenentwintig. Gerritsen had me op de schietbaan de laatste roddels verteld over de diplomate die stiekem een relatie zou hebben met een hooggeplaatste vriend van ons. Ik reageerde met de woorden "Jij en je roddels ook altijd". Toen echter bleek dat ze het wel degelijk bij het rechte eind had, stond ik erop dat deze Caro - geen Carola of Carolina, daar had ze een hekel aan, alleen Caroline was acceptabel bij formele gelegenheden - zich zou leren verdedigen; ze had immers geen militaire opleiding genoten. 

De eerste keer dat ik het haar vroeg, schoot ze in de lach. De tweede keer dat ik het vroeg, reageerde ze geïrriteerd. De derde keer haalde ik Gerritsen erbij en stemde ze zuchtend toe.

De Mythe van de SchemeringWhere stories live. Discover now