Apocalypse: Het Einde Van De...

Voyant द्वारा

15.8K 1.3K 422

ORPG. Alles is verwoest. Mensen zijn gewond, en zoeken hulp in het ziekenhuis in de wereldstad Utrecht, maar... अधिक

Proloog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
Q&A
XVI
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
XXIII
XXIV
XXV
XXVI
XXVII
XXVIII
XXX
XXXI
XXXII
XXXIII
XXXIV
XXXV

XXIX

240 20 5
Voyant द्वारा

A/N Ik wilde eigenlijk nietzo snel updaten, maar ik stond te popelen dit aan jullie te laten lezen. In de banner zien we Nora. En ik geloof dat ik de enige ben die van haar houdt.

Het maakte haar misselijk.

Het idee dat Nora aan het einde van haar leven stond: het bracht haar maag van slag.

Haar band met Nora was heur niet zo goed, maar er waren dingen aan Nora die ze niet alleen waardeerde, maar ook bewonderde.

Waar nog bijkwam dat het voelde alsof dit haar schuld was. Op meerdere manieren was haar dodelijke wond aan haar te wijten.

Misschien - hoe egoïstisch ook - was dat nog wel hetgeen waar ze het misselijkst van werd.

Het was onterecht dat ze er weg was gegaan, "om een toillet te zoeken".

Het was een excuus om te onsnappen uit de wrede waarheid, iets waar ze totaal het recht niet toe had.

Ze was misselijk, voelde de behoefte om over te geven, maar ze had het recht niet. Ze. Had. Het. Recht. Niet.

Ze had zich over moeten geven. Ze had haarzelf moeten afgeven aan haar vader. Dan leed zij het pijnlijke leven dat ze verachte, maar dan had ze niet nog een derde dood op haar naam staan.

Leora, die voor de wastafel stond, gooide wat water in haar gezicht. Wonderbaarlijk genoeg waren de leidingen nog intact, al wilde ze niet weten wat voor bacterieën er in het water schuilden.

Ze mocht niet zo denken. Misschien lukte het Luc om de kogel uit haar lichaam te verwijderen en overleefde ze het.

Wie hield ze voor de gek?

Na nog enkele keren diep in en uit te ademen, keerde ze terug.

Nog altijd kon ze niet tegen de lijken. De levens die ze gehad hadden, de angst die ze voelden vlak voor hun dood.

En toch wist Nora's lichaam haar nog het meest te raken. De kleren die rood gekleurd waren van het bloed. De donkere haren die dorweekt raakten van diezelfde substantie. Haar lijkbleke huid en haar ogen die dof naar boven keken.

Het liet een steek door haar hart gaan.
De twee mannen zater er weerloos bij.

Luc had zijn hoofd naar beneden hangen en vermeed een aanblik op het meisje.

Alex daarentegen keek haar gehypnotiseerd aan. Ze kon aan hem zien hoeveel pijn het hem deed.

Op ieder ander moment zou ze nu een steek van jaloezie gevoeld hebben, maar nu deed het haar enkel pijn hem zo te zien. Hij gaf om Nora, heel veel zelfs. Hij had haar bewonderd.

Hij had zich verantwoordelijk gevoeld voor het jonge meisje dat nooit volwassen was geworden, ondanks dat ze zich soms zo volwassen opstelde.

Het was allemaal over.

Nora's verhaal.

Afgelopen.

Aarzalend liep Leora naar Alex toe en liet ze zich naast hem neerzakken.

Haar eerste ingeving was om hem een omhelzing te geven en daarbij zijn gezicht van het akelige beeld af te wenden, maar ze deed het niet. Ze vond dat hij het recht had om haar aan te kijken, ze wilde hem die ruimte geven. Als hij het niet wilde zou hij zelf wel wegkijken.

Daarom ging ze gewoon naast hem zitten, pakte ze zijn hand tussen haar twee handen en leunde ze met haar hoofd tegen zijn onbeschadigde schouder aan.

Ze zeiden niets. Niemand zei iets. Er waren geen woorden die er vuil aan gemaakt konden worden.

In stilte rouwden ze om het verlies van Nora en in stilte haalde Leora de goede herinneringen aan het meisje weer omhoog.

Tot de stilte bruut onderbroken werd.
Kogels schoten in het rond, maar vlogen ongecontroleerd willekeurige kanten in de ruimte op.

Gekweld schreeuwde de afzender dat het hun schuld was dat dit gebeurd was.

Alles. Uit reflex had Leora zichzelf klein gemaakt en haar handen tegen haar oren gedrukt.

Alex daarentegen volgde zijn instinct door zijn haar beschermend in zijn armen te nemen.

Als iemand aan anderen dacht, dan was hij het. Hij schreeuwde naar de jongeman dat hij kalm moest worden, dat dit niet was wie hij was. Of het echt werkte durfde ze niet te zeggen, maar de schoten stopten wel.

Godzijdank zonder iemand geraakt te hebben.

Leora, de haar gezicht verscholen had in het torso van Alex, keek op naar de jongen.

Rabelais.

Het pistool viel uit zijn handen op de grond, terwijl hij met een gekwelde blik naar het pas overleden meisje keek. In een zachte fluistering sprak hij haar naam uit, en zakte door zijn knieën heen.

Alex liet haar los en kwam overeind. Hij liep naar zijn beste vriend toe en knielde voor hem neer.

Hij legde een hand op Rabelais' schouder en wilde net wat zeggen, toen Rabelais hem omhelsde.

Iets wat totaal niet bij de jongen paste, waardoor het gebaar alleen maar meer waarde kreeg.

Alex, die nogal overdonderd leek, herpakte zichzelf na enkele seconden en ging in op de omhelzing van zijn beste vriend.

De gesmoorde woorden van Rabelais liet haar hart breken: 'Laat me jou niet ook kwijtraken'.

De twee hadden een tijd zo gezeten, maar na enige tijd hadden ze hun aandacht weer op Nora gericht. Iedereen leek in gedachten verzonken.

Leora vroeg zich af waar de anderen aan dachten.

Zouden ze net als zij net gedaan had, de positieve dingen van Nora ophalen? Of zouden ze ook denken aan de andere dierbaren die ze verloren hadden?

'Ze verdient een begrafenis,' zei Rabelais.

Rabelais en Alex gingen naar buiten, en zouden een gat graven.

Hoewel Rabelais bont en blauw was en krom liep van de pijn, stond hij erop om het te doen. Alex, die nog steeds met zijn arm én schouder zat, wilde zijn vriend niet alleen laten gaan.

'Luc heeft jou nodig,' zei hij nog voor hij weg ging.

Was het waar? De vroegere dokter zat er weerloos bij, terwijl zijn shirt nog meer vlekken had verkregen.

Bloed van hemzelf en het bloed van Nora.

Alex had gelijk. Luc had ook iemand nodig, maar of zij de aangewezen persoon was betwijfelde ze.

Ze liep naar hem toe en stak haar hand naar hem uit. 'Kom, we gaan naar boven, dan zal ik je wond schoonmaken,' zei ze, doelend op de snee in zijn borst.

Traag keek hij omhoog, zonder direct actie te ondernemen. Toch hield Leora haar hand uitgestoken, totdat hij uiteindelijk zijn hand om de hare klemde.

Ze hielp hem overeind en ondersteunde hem.

Ze stelde zich voor hoe zwaar de nacht wel niet voor hen geweest moest zijn. Zij en Alex hadden heerlijk naast elkaar gelegen nadat ze het eindelijk had aangedurfd om hem te vertellen wat haar al die tijd had dwarsgezeten.

Zij had een fijne nacht gehad, ze had zih opgelucht gevoeld. Dat terwijl Luc, Rabelais en Nora in een hel hadden geleefd.

Wederom keerden de schuldgevoelens omhoog.

Luc zat op het in elkaar geflansde bed en had zijn shirt uitgetrokken. Leora pakte alles wat bruikbaar was en knielde daarna voor Luc neer.

Met een natte theedoek, waar ze een klein beetje desinfecterend alcohol op had gedaan, depte ze zijn wond voorzichtig schoon.

Het gezicht van de Fransoos vertrok en hij legde zijn hoofd in zijn nek.

'Het is mijn schuld.'

Leora stopte heel even, maar ging toen weer verder met het schoonmaken van de wond.

Natuurlijk voelde hij zich schuldig. Als zij in zijn schoenen had gestaan, had ze zich ook schuldig gevoeld. Maar volgens mij voelde iedereen zich schuldig.

Zij omdat het haar vader was die hen had opgezocht. Zij omdat ze die nacht weg was gegaan en haar vader was tegengekomen.

Rabelais omdat hij zich verantwoordelijk voelde, net als Alex.

En Luc? Luc omdat hij een dokter was, maar niet in staat was geweest het meisje te redden.

'Het is mijn schuld. Ik had haar moeten kunnen helpen. Het is mijn baan. Ik...'

'Je hebt gedaan wat je kon, Luc. Ik snap dat je je schuldig voelt, maar je kunt het jezelf niet verwijten.'

Hij ging er niet tegenin, maar ze wist dat hij haar niet geloofde.

Hoewel ze het meende, kon ze het hem niet verwijten, in zijn schoenen zou ze haarzelf ook niet geloven.

Alex

Liever had hij géén gat gegraven. Maar hij moest en zou Nora een enigszins eerbiedwaardige rustplek geven.

Er was geen schop en dus groeven ze met hun blote handen in de aarde net iets achter het bureau. Waarschijnlijk was het een tuin geweest, en het gat kwam bij de eik.

Hij zag haar lachen. Hij zag haar gitaarspelen. En hij hoorde haar heldere stem. Hij zou er zoveel voor over hebben om dit alles nog één keer waar te nemen.

Bij andere overleden mensen van wie hij hield had hij het altijd pas later door wanneer ze afwezig waren op verjaardagen of familiebarbecue's. Hij had gerouwd om Gisèle en de vader van Rabelais.

Maar Nora's dood sloeg erin als een mokerslag.

Hij kon niet meer.

Zowel de fysieke pijn die hij voelde als Leora's angstaanjagende verhaal, maar vooral de dood van zijn goede vriendin had ervoor gezorgd dat zijn knieën zijn gewicht niet langer konden verdragen. Het maakte dat het stuk asfalt, dat hij samen met Rabelais van de grond had gescheurd en waarmee hij daarna had gegraven had uit zijn handen viel en hard op de grond denderde.

Dat geluid deed Rabelais opkijken. De regen droop vergezeld met zijn tranen over zijn smerige wangen. 'Is alles oké?' vroeg hij zacht.

Natuurlijk was het niet oké. Maar hij moest verder. Het moest van hemzelf.

Nora was dood en dit was het enige wat hij nog kon doen. Had hij het recht om even hard te rouwen als Rabelais? Misschien was deze jongen er na de dood van zijn vader én zijn vriendin wel nog slechter aan toe dan hij al was. Hoe zou hij zich voelen? Waar dacht híj aan?

Nora en Rabelais waren al sinds de ontmoeting in het ziekenhuis in contact geweest. Er ging geen dag voorbij dat ze niet praatten, al was dat voornamelijk 's nachts geweest. Overdag was het zeldzaam dat zijn vriend sprak buiten noodzakelijkheid.

Vooral de laatste dagen van Nora's zeventienjarige leven waren ze druk in gesprek. Eens ving Alex een aantal woorden op over de situatie waarin ze verkeerden en wat volgens Nora een perfecte oplossing was.

'Het epicentrum bevindt zich meestal een aantal kilometer van de plek die het hardst getroffen wordt, in ons geval Utrecht, zeker nu de kerncentrale is ontploft. Maar het kan toch niet overal even erg zijn?'Alex had zich omgedraaid en ze was bezig Europa in te delen in de lucht. 'Dus of, het bevond zich in Frankrijk, België of Duitsland. Dan moeten we dus verder dan dat. Hongarije, Romenië, Oekraïne...'

'Maar die landen zullen ook getroffen zijn.'

'Nooit zo erg als hier,' ze had haar neus opgehaald, het stof van haar broek geveegd en voorgesteld om door te gaan.

Eén van de redenen dat Nora geweldig was. In tegenstelling tot Alex, had zij een duidelijk plan met kans op slagen. Hij daarentegen...

Hoe groot was de kans dat zijn broer zou leven, laat staan nog in Ede zou zijn? De kans dat alles voor niets was geweest was zo groot...

Dan zou Nora's dood voor niets zijn geweest. Dan was ze niet gestorven voor de redding van de mensheid, of om minder dramatisch te doen, het redden van zijn mentale leven.

Nu Nora de leegte in staarde leek het alsof er een stukje van hem kwijt was geraakt. Maar ze zou ook geen pijn meer hebben. Niet langer geconfronteerd worden met het verlies van haar gehele familie.

Wat wist hij eigenlijk van haar?Hij wist dat ze zeventien was en, naar een gesprek met Luc, kwam ze uit Zwolle. Ze was enig kind en woonde in een klein huisje boven de Vero Moda. Haar beste vriendin was alles voor haar en die had ze verloren bij de ramp.

En daar stopte het.

Hij wist niet wat ze studeerde, maar dat moest de universiteit wel zijn. Hij wist niet of ze vrienden had bij wie ze haar hart altijd uit kon storten. Hoe was haar kindertijd geweest? Had ze goede ouders?

Juist omdat ze zo'n mysterie was, wilde hij, wat ze ook gedaan had, haar een waardige begrafenis geven. Het gat was lang niet zo diep als wat ze in gedachten hadden, maar Rabelais lag hijgend en zwetend op zijn rug en ook Alex was nu echt kapot.

Na een paar minuten kwam Leora naar buiten. Ze had een stapel kleding bij zich. 'Boven was een inloopkast. Misschien is het een idee om...? Ik weet niet of ze ze mooi zou vinden, maar-'

Ze werd onderbroken omdat Rabelais hartverscheurend begon te snikken. Alex kroop op handen en knieën naar zijn vriend toe omdat hij gewoon niet in staat was te lopen, en hij plofte naast hem neer en kneep stevig in zijn hand. Rabelais lag echter op zijn buik te huilen als een klein kind en besteedde, behalve dat hij af en toe terug kneep (en hard ook) weinig aandacht aan de pogingen van zijn vriend om hem tot bedaren te krijgen.

Maar even later kwam hij toch overeind en zei hij: 'We moeten haar een normale begrafenis geven. Niet in deze kleding, nee. Leora, je bent geweldig. Nora zou niet willen dat-' en toen begonnen de tranen weer te komen.

Heel even keek Leora bijtend op haar lip van Rabelais naar Alex, en ze bleef net even iets langer rusten bij Alex. Maar daarna volgde Rabelais hen toch naar binnen, waar Luc Nora op een houten bank had gelegd. Haar arm bungelde langs de rand, zodat het net leek alsof ze sliep. Dat verwondde hen allemaal tegelijkertijd.

Normaal gezien zou hij het zo gênant vinden om de kleding van een meisje te vervangen, maar ze waren het er allemaal over eens dat Nora niet in deze gehavende kleding in het graf kon liggen.

Hij deed het onbewust, maar hij keek naar haar en zag hoe uitgemergeld ze was. Misschien was ze nog gehavender dan hij al die tijd was geweest.

De wond op haar been had opengereten uiteinden, maar er stroomde niet langer bloed uit, net als de vreselijk diepe wond in haar schouder. Luc weigerde ernaar te kijken, wat Alex hem absoluut niet kwalijk kon nemen.

Wat moest die jongen zich schuldig voelen. Hij besloot dat hij nadat ze klaar waren naast hem zou zitten zoals hij met Rabelais had gedaan, al zou dat natuurlijk totaal geen effect hebben.

Buiten enorm veel blauwe plekken en schrammen was Nora eigenlijk ongedeerd gebleven. Dat wist hij wel, maar hij wist niet dat ze zo mager was. Hij kon letterlijk haar ribben tellen, maar verder dan vijf vanaf beneden durfde hij niet te tellen.

Leora veegde al het roet en vuil van haar lichaam af, voor zover het niet al te hardnekkig was, en daarna hielden ze haar slappe lichaam overeind zodat ze haar kleding konden vervangen.

Het was een houthakkersblouse dat een beetje te wijd was, maar het zorgde wel dat het makkelijker was haar te verkleden. Een simpele jeans kwam rond haar benen.

Rabelais stond erop haar naar buiten te dragen. Hoewel hij letterlijk trilde op zijn benen en zijn armen ineen zakten toen Alex hem hielp haar in zijn armen te nemen, hij zette toch door en katte Leora af die vroeg of het wel oké was en ze niet beter tot morgen konden wachten, totdat hij aangesterkt was.

'Ik zal nooit meer aansterken,' had hij gesnauwd, en daarna was hij driftig de deur uit gegaan.

Alex zag wel hoe hij zijn hoofd tegen de hare legde, alsof ze ieder moment wakker zou worden om hem een kus te geven. Rabelais legde haar eerst naast het graf, en deels omdat Luc in de deuropening bleef staan, deels omdat Leora zei dat ze hem wat privacy moesten geven, wachtten ze een paar minuten. Toch zag Alex hoe Rabelais bij haar lichaam gebogen stond en haar hand kuste.

Hij kon niet liplezen, maar de woorden die hij tegen haar sprak waren overduidelijk. 'Alsjeblieft. Word wakker. Nora, ik mis je. Word wakker.'

Haar haren waren te kort om rond haar hoofd te kunnen draperen en omdat de regen de grond volledig had omgeploegd en de ramp deze verwoest had, groeiden er ook geen bloemen die ze in haar handen konden vouwen.

Ook hadden ze geen ring, ketting of armband kunnen vinden die ze om had, zodat ze werkelijk niets hadden om bij haar en het kale graf te leggen. Het was gewoon Nora in een houthakkersblouse en een jeans.

Leora depte haar gezicht nogmaals schoon toen Luc eindelijk ook naar buiten kwam, met een gebogen hoofd van verdriet.

Een grafrede was er niet. Niemand voelde de behoefte haar iets te vertellen omdat het toch niet zeker was dat ze aanwezig zou zijn. De stilte was het minste wat ze voor haar konden doen.

Die nacht droomde hij van Nora, zoals hij eigenlijk al verwacht had, maar het was enger dan anders. Het maakte hem van slag en toch kon hij maar niet ontwaken.

Ze zat op de rand van een put, haar benen bungelend over de rand. En hij wist dat ze wilde springen.

'Ze zeggen dat je leven aan je voorbij flitst voor je valt,' zei ze met een raspende stem die niet van haar afkomstig was.

Alex stak zijn hand uit, al leek de afstand die tussen hen in was steeds langgerekter te worden. 'Nora, wat bedoel je...?'

'Ik vraag me af hoe het is om te vallen...' ze tilde haar gezonde been op en de slipper die aan haar voet bungelde viel de leegte in, het zwarte en duistere gat onder haar.

Haar ogen stonden vol tranen toen ze opkeek. Het leek wel alsof dat het enige was wat hij kon zien in de waas van regen, die alles in elkaar over leek te laten lopen. 'Nora, spring niet, alsjeblieft... Dat is niet hetzelfde als vallen.'

'Once broken,' klonk haar stem, hoewel hij zeker was dat haar lippen niet bewogen, 'Cannot be healed again.'

En, vergezeld met zijn geschreeuw, sprong ze van de richel af.

De afstand die de droom creëerde tussen hem en Nora in, leek eindeloos te worden. De gesmoorde gil die ze slaakte toen ze in de put viel, zou voor altijd in zijn oren blijven branden.

Toen hij wakker werd, badend in het zweet, begon de hemel net waterig rood en geel te kleuren. De lucht zat nog vol wolken, maar het was toch droog.

Alex zweerde dat hij iets hoorde stommelen. Toen hij vannacht schreeuwend wakker was geworden, lagen ze alledrie wakker op de grond in de kamer waar ze, dicht op elkaar, pogingen deden te slapen.

Niemand zei iets tegen hem, niemand verroerde zich toen hij Luc in zijn gezicht sloeg in zijn paniek. Alleen Rabelais, die aan de andere kant lag, gaf hem een kneepje in zijn hand, waarmee hij wilde zeggen dat het goed was.

Maar wie hield hij voor de gek.

Toen ze echter weer op de snelweg richting Ede liepen, regende het alweer. En niet zo'n klein beetje ook.

Nu ze behalve één tas met een zak gezouten pinda's en een literfles cola over datum geen baggage meer hadden vanuit Amersfoort, voelde Alex zich kaal.

Ze kwamen bij een grote boogbrug, die niet helemaal heel meer was. Het wegdek aan overkant was ingestort en nergens waren brokstukken te vinden, behalve één stalen paal die half was weggezakt in de rivier.

In de eerste instantie zei niemand iets en staarden ze allemaal naar het zwart-witte asfalt voor hen. De wind sneed in zijn gezicht en liet zijn haar alle kanten op waaien.

'Een omweg nemen is te ver,' zei Luc toen uiteindelijk.

'En hij is te hoog om aan het einde vanaf te springen.' vulde Leora hem aan.

Rabelais strekte zijn nek lichtjes. 'Weet je dat zeker? Het is misschien maar zeven meter.'

'Weet jij veel wat er in dat water ligt? En wat nou als de brug bezwijkt door ons gewicht?'

Alex gaf hem volledig gelijk. Er lagen ook geen bruikbare stukken puin op de kant waar ze een vlot van konden maken. Er was helemaal niets.

Het leek wel of hij er gewend aan raakte dat hij nooit meer zou bereiken wat hij altijd al had gewild. Op dit moment was dat het bereiken van de overkant, en zelfs zo'n kleine droom leek al zo onwaarschijnlijk te halen.

Als ze aan het einde zouden springen, was dat een grote gok. Voor hetzelfde geld klapten ze op een grote betonnen plaat van de brug of iets anders.

Een omweg nemen leek onmogelijk: ze moesten de rivier toch wel over. En Ede was nu al zo dichtbij.

En toen hoorden ze een stem, die de oever naderde.

Het was een rasperige en galmende stem, maar zeker weten afkomstig van een vrouw. Alex raakte paranoïde en wilde wegrennen alsof deze stem hem altijd al achterna zat en er nu was om voor slenderman te spelen, toen de eigenaar hen had opgemerkt.

Het was een vrouw van rond de zestig met haar grijze krulletjes wapperend rond haar hoofd. 'Oh, hallo!' ze zwaaide vrolijk. 'Hadden jullie soms een ritje naar de overkant gewild?'

Rabelais daalde de oever af om haar van dichtbij te zien, maar de anderen bleven aarzelend staan. Ze zagen hoe Rabelais een praatje met haar maakten en kwamen pas - aarzelend, dat wel - dichterbij toen hij hen wenkte.

Ze had een sloep en een peddel die peddelaars in Venetië hadden om hun boten voort te sturen. In de boot zat een meisje van een jaar of tien, maar met dezelfde levendige staalgrijze ogen als de vrouw.

'Ik heet Gaelle, en dit is mijn kleindochter Sarah.' ze gaf hen beleefd een hand en glimlachte. Ze deed hem denken aan vrouw Holle.

Maar het was al vanaf het begin duidelijk geweest. Ze hadden geen keuze en moesten wel in haar boot naar de overkant.

Maar Alex had al zo lang geen andere levende mensen gezien dan zijn vrienden en onbetrouwbare bendeleden, dat hij merkte dat hij zich toch afzijdig hield van het gesprek tussen de vrouw, Leora, Luc en Rabelais.

'Sarah gaat eigenlijk nooit mee, hoor. Normaal doe ik mijn dienst ook alleen zodat er meer mensen naar de overkant kunnen, maar ze werd weggestuurd van het werk in de stad, dus...'

'Maar wie wil er nu juist naar het rampgebied toé?' vroeg Luc ongelovig.

'Mensen denken dat in Utrecht alles beter is. Dat ze daar kans hebben op betere geneeskunde. Maar met ons ziekenhuis in Barneveld is ook niets mis hoor, daar kunnen ze gewoon even naar jullie wonden kijken en kunnen jullie rustig aansterken.'

'Eigenlijk zijn we op doorreis, en we moeten zo snel mogelijk weer weg.' zei Leora.

'Jullie? Vier tieners? Dat kan niet waar zijn!'

Rabelais knikte. 'Naar Ede.'

Gaelle plantte haar tanden in haar onderlip. 'Goeie genade! Da's... een heel stuk naar onder, hé? Het-' ze zweeg abrupt.

'Amma?' Sarah trok aan de rok van haar oma. 'Daar hebben ze toch de halve stad platgebrand.'

Gaelle stopte met peddelen en zuchtte diep. Meteen werd Alex hysterisch door de vermoeidheid en angst en hij moest hard op zijn knokkels bijten om niet te schreeuwen, de veel te langzame sloep uit te springen en rennend naar Ede gaan.

'Zijn we er nu al? Ah, jammer.' gehaast sprong ze uit de sloep om nieuwe mensen, een moeder met een kind op haar heup en een vader met een plunjezak vol spullen over zijn arm.

Alex sprong zo snel als hij kon de boot uit en hielp eerst Rabelais, toen Luc (die zichtbaar pijn had) en vervolgens Leora uit de boot.

Met haar blik vroeg ze wat eraan scheelde dat hij bang werd van zo'n aardige vrouw.

'Niets.' zei hij. Ik kan gewoon niet verwerken dat er nog normale mensen bestaan.

'Sarah, wees eens zo aardig en breng deze mensen naar de stad. Dan kunnen ze daar even aansterken.'

'Ja, Amma!' en ze huppelde voor hen uit de heuvel op, waarbij haat twee blonde staarten alle kanten op zwiepten. En toen ze niet meteen volgden, draaide ze zich om en riep: 'Komen jullie nog? Ze hebben vanavond omelet en dat wil ik absoluut niet missen!'

पढ़ना जारी रखें

आपको ये भी पसंदे आएँगी

16.9K 257 12
Een waargebeurd verhaal, over iets wat ik persoonlijk heb mee gemaakt. Ik hoop dat jullie hier wat uit leren en met open ogen naar de realiteit kunne...
R26 Leni द्वारा

कल्पित विज्ञान

9.5K 648 44
The Simulations Denise द्वारा

कल्पित विज्ञान

111K 6.3K 52
(Dit verhaal gaat ooit herschreven worden) Overal over de hele wereld krijgen tieners die zestien zijn geworden een brief waarin staat of ze meedoen...