Apocalypse: Het Einde Van De...

By Voyant

15.8K 1.3K 422

ORPG. Alles is verwoest. Mensen zijn gewond, en zoeken hulp in het ziekenhuis in de wereldstad Utrecht, maar... More

Proloog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
Q&A
XVI
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
XXIII
XXIV
XXV
XXVI
XXVII
XXVIII
XXIX
XXX
XXXI
XXXII
XXXIII
XXXIV
XXXV

XVII

289 23 12
By Voyant

A/N Dikkat! Update vanuit Turkije en allemaal nog een fijne vakantie toegewenst! Ik zal jullie niet al te veel bezig houden met hoeveel potjes uno ik heb gewonnen (2) of hoe bruin ik al ben.(bruin als een neger), maar gewoon een hoofdstuk geven. Veel plezier ermee.

Let wel: dikkat is niet turks voor hallo, maar voor pas op. Ik heb al zoveel van die bordjes gezien dat ik er rare scenario's bij ga bedenken en dat lijkt me niet al te best...

Leora

Het huis waar zij ooit in gewoond had, was niet meer hetzelfde. De egale muren zaten vol schuren en de witte verf was bladerde af en verkleurde. Ramen waren gebarsten en het dak was ingestort.

Zonder het zelf te willen, liep ze naar de voordeur. De voordeur was uit het slot gevallen en door de losgebroken scharnier hing de deur ietwat scheef.

Een krakend geluid galmde door de gang toen ze de deur verder open schoof. Het laminaat zat vol barsten en stukken beton kwamen gevaarlijk omhoog. De trap bevatte gevaarlijke gaten en maakte het bijna onmogelijk om de bovenverdieping te betreden. Dat was precies waar ze naartoe ging.

Het eerste ging ze naar haar eigen kamer. Haar muur hing vol tekeningen. Tekeningen met achterliggende gedachten.

Maar de tekeningen die over haarzelf gingen, had ze veilig opgeborgen in haar tekenboek.

Haar vader zou woest worden als hij de tekeningen zag. Niet dat er nu nog veel van over was. Ze waren verkleurd, de schaduwen leken misvormd en sommige tekeningen waren vernietigd door de straling.

Het zag er best treurig uit, terwijl het tegelijkertijd de kracht van de tekeningen bijstond. Ze pakte een tekening van de grond.

Een tekening waar ze destijds best trots op was geweest. Het was een klein, onschuldig meisje, dat een knuffel in haar armen geklemd had. De schaduw van het meisje had Leora vervormd tot een groot monster, dat zich over haar heen gebogen had en dat haar leek te willen verslinden in zijn duistere vingers.

Zij moest dat kleine meisje voorstellen.

Ze besloot haar kamer achter te laten, om de rest van het huis te kunnen bekijken. Voor de kamer van haar ouders kamer, zat een grote bult met puin, afkomstig van het dak. De tocht trok naar binnen, samen met de onophoudelijke regen van de afgelopen dagen.

Voorzichtig stapte ze over het puin. Het was niet de deur die ze gebruikte, maar het gat in de muur dat zich ernaast bevond.

En zodra ze een blik in de kamer wierp, schrok ze wakker.

Een beeld dat nog niet van haar netvlies verdwenen was, maar haar wel uit de droom gebracht had.

Ze was overeind geschoten en zowel Nora als Steven keken verdwaasd haar kant op. Nora was naast Steven neergeknield en had een bezorgde blik in haar ogen. Een bezorgde blik die niet om haar leek te gaan.

Nog voor Nora haar dezelfde vraag had kunnen stellen, stelde zij hen de vraag: ‘Wat is er?’ Een rilling gleed over haar rug, terugdenkend aan het beeld wat ze gezien had.

Nora leek oprecht gekwetst door de vraag, een schuldbewust sloeg ze haar ogen neer. Alsof ze iets verkeerd gedaan had. ‘Alex is er vandoor, hij leek van streek. We moeten hem zoeken.’

Hij leek van streek. Die woorden echoden na in haar hoofd. Wat zou hem van streek hebben gebracht? Wat was er gebeurd?

Leora beet op haar onderlip en knikte. Als Alex iets zou overkomen, dan zou ze haarzelf dat nooit vergeven. Onbewust moest ze terugdenken aan de tijd die ze laatst alleen door hadden gebracht, toen Nora naar het ziekenhuis gebracht werd.

Ze splitsten zich op, in de hoop hem op die manier zo snel mogelijk te vinden. Niet dat hem veel kon gebeuren in het ziekenhuis, maar het feit dat hij van streek was beangstigde haar toch wel enigszins. Wie wist in wat voor gevaar hij zichzelf bracht?

In een flits kwam het einde van haar droom weer naar voren. De verrotte lichamen. De afgehakte arm. De wonden die haar aan hadden gegaapt.

Ze schudde haar hoofd, alsof dat het beeld zou moeten doen vernietigen. Het zou niet echt werken, maar voor nu was het in elk geval korte tijd verdwenen.

Waar zou Alex naartoe gaan als hij van streek was? Er waren twee opties die voor haar voor de hand lagen. Rabelais was optie één.

Nora had die conclusie ook gelegd en had al voorgesteld naar hem toe te gaan. “Als hij daar niet is, kan Rabelais ook mooi mee zoeken,” had ze haar optie onderbouwt.

Optie twee was, volgens haar, een rustige plek. Iets dat er niet veel was in dit gebouw. Het zat propvol, nog steeds. Er waren meer mensen overleden dan er waren bijgekomen, maar nog steeds was elke ruimte bezet gehouden. En daarom leek voor haar de meest logische plek de buitenlucht. Ondanks de regen.

Via de hoofdingang liep ze een (groot) rondje om het immense ziekenhuis heen. De regen kwam met bakken uit de lucht vallen. Het was net een vloek, aangezien ze nog geen zon had zien doorkomen. Ze vroeg zich af of het waterpeil erg gestegen was.

De regen had een hoop nadelen. Niet alleen werd haar kleding heel nat en daardoor ook zwaar, ook vertroebelde het haar zicht.

Het zorgde ervoor dat ze lang niet zoveel kon zien als normaal. Daarbij begon haar verband ook nat te worden en een natte wond was naar haar idee nooit een goed teken.

En toen ze over de helft was, de hoop bijna wilde opgeven, zag ze een schim. Alsof hij verandert was in het kleine jongetje van vroeger.

Opgekruld zat hij tegen de muur en het brak haar hart hem zo te zien. Leora haastte zich naar hem toe en ging naast hem zitten. Ze legde een hand op zijn schouder en pas op dat moment leek hij zich bewust te zijn van haar aanwezigheid.

De regen maakte het beeld nog dramatischer dan het al was.

De regendruppels over zijn gezicht leken op tranen van verdriet. De haren die tegen zijn gezicht geplakt waren, maakten hem hulpelozer, onschuldiger. De pijn lag in zijn ogen. Dat liet haar hart niet alleen breken, maar ook versplinteren.

Ze wilde hem troosten, ze wilde de juiste woorden zeggen om hem kracht te geven. Hoewel ze niet precies wist hoe, besloot ze er het beste van te maken.

Ze kwam iets dichterbij hem zitten, pakte zijn hand. Hij had het tot vuisten gebald, maar ontspande hem toen haar vingers zijn pols aanraakten.

Ze verstrengelde hun vingers en ze keek hem in zijn ogen aan. ‘Nu ben ik er voor jou,’ zei ze op zachte toon. Ze wist niet eens zeker of het wel verstaanbaar was onder het gekletter van de regenbui.

‘Vertel,’ zei ze deze keer dan ook iets harder.

De jongen wendde zijn blik af, zonder een verdere reactie te laten horen. Hij snoof een keer, liet zijn blik neerdwalen en leek opnieuw verdoezeld te worden door de pijn. Ze merkte hoe zijn ademhaling zwaarder werd, hoe hij de controle over zichzelf stukje bij beetje verloor.

Zonder erbij na te denken legde ze haar andere hand op zijn wang en duwde ze zijn gezicht haar kant op, zodat ze hem kon aankijken. Voorzichtig kwam zijn blik omhoog, tot hij de hare kruiste. Hij leek over te spoelen van emoties.

‘Hij is hier beter in dan ik, veel beter. Wat als hij nog leeft?’

Leora hield haar hoofd licht gekanteld. ‘Wie is hij?’

‘Jess. Mijn broer. Er is een grote kans dat hij nog leeft.’

‘Dan zoeken we hem op,’ zei ze vastberaden, maar nadat ze het had uitgesproken besefte ze zich hoe stom die opmerking was.

Zelfs als de jongen het overleefd had, wie zei dat hij dan nog in zijn oude stad was? Hij kon overal zijn, zelfs hier in het ziekenhuis. En daarbij, zou Alex hart niet breken als ze zijn lijk zouden vinden? Opnieuw kwam haar droom naar boven. Het huis dat gevuld was met haar ouders lijken.

‘Ik bedoel, we kunnen naar onze oude woonplaats gaan. Wie weet is hij er nog.’

Alex leek niet direct overtuigt en wende zijn blik af.

Ze merkte hoe de controle weer uit zijn vingers glipte en hoe zijn schouders begonnen te schokken. Leora ging dichter tegen hem aan zitten en leunde met haar hoofd op zijn schouders.

Met haar vrije hand tekende ze figuurtjes op de rug van zijn hand, als kalmerende handeling.

‘Alex… Ik ben er. En ik zal er alles aan doen om je niet uit het oog te verliezen.’ En daarmee schonk ze hem een soortgelijke belofte als dat hij haar had geschonken destijds.

Alex

Alex wilde zeggen dat hij zich daar prettig bij voelde. Dat hij iemand had om op terug te vallen, omdat hij niet zo emotioneel stabiel was als hij graag zou willen. Hij was zo instabiel als een oude ladder.

En Alex wilde ook zeggen dat hij het fijn vond dat ze er was. Ze waren niet vanaf het begin bij elkaar geweest, maar pas een paar dagen later, en hij vond het gewoon prettig dat er iemand was die hij zo goed kende als zij.

Maar er kwam niets uit zijn keel. Hij bleef zich afschuwelijk voelen rond het feit dat Jess dood kon zijn, dat zijn moeder waarschijnlijk ergens onder een brok beton lag en zijn vader in zijn auto op weg naar huis was geplet.

Hij probeerde de gedachte van zijn dode familieleden zich af te zetten, maar dat was tevergeefs. Hij hield te veel van ze om niet aan ze te denken.

Zouden ze aan hem hebben gedachten toen ze stierven? Anderzijds zou hij dat wel hebben gedaan. Misschien zou hij inderdaad een flits van zijn leven zien voor hij stierf. En zijn familie was altijd zeer belangrijk voor hem geweest.

Alex kreunde gekweld, onwillekeurig van de mentale pijn die hij voelde. Met al deze gedachtes bevestigde hij dat ze al dood waren en dat wilde hij helemaal niet denken! Wilde zijn moeder niet dat hij nooit opgaf? Dat hij de moed niet zou verliezen totdat werd bevestigd dat er geen moed meer was?

Maar hoe kon hij weten wat nou een bevestiging was en wat niet?

'Ik word gek,' zei Alex naar waarheid. 'Ik moet naar Ede. Ik kan het niet aan om hier te blijven en te denken dat hij daar ergens dood ligt te gaan terwijl-'

Leora legde hem het zwijgen op door alleen naar hem te kijken. De regen die op haar schouders kletterde maakte dat het bijna een filmscene was. Een scene waarin zij de mooie hoofdpersoon was die op beeld werd gezet. Haar ogen glansden in het weinige licht dat uit het ziekenhuis kwam.

'We gaan naar Ede. We gaan naar Jess en dan zul je zien dat hij er is.'

Alex wist ook wel hoe stom dat was. Hoe konden ze nu zeker weten of zijn broer nog leefde, en of zijn familie in dezelfde toestand thuis zou zijn als hij aan kwam zetten?

Wie weet stond zijn huis wel helemaal niet meer overeind. Zo groot was Ede nu ook weer niet en al helemaal niet rijk.

'Dan moeten we Nora en Steven even strikken,' zei Alex met een halve glimlach, zonder dat het grappig was.

'Wacht!' zei Leora, en het was duidelijk dat ze zich er daarna een beetje over geneerde, zeker omdat Alex nog helemaal niet opgestaan was.

'Wat ons overkomt, ik ben er voor je, oké?' zei ze.

Als antwoord sloeg Alex zijn armen om haar heen. En terwijl de regen op zijn half ontblote enkels drupte, op zijn goudblonde haar en door zijn wenkbrauwen op zijn jukbeenderen, en hij keek naar de plassen op de opengebarsten straat, sloot hij zijn ogen en ademde hij diep in en uit.

Leora en hij ademden een aantal minuten hetzelfde ritme, en dat kreeg hij pas door na een aantal seconden. Ze lag nog steeds met haar hoofd op zijn schouder.

'Ik heb al eens eerder gezegd, dat ik je zou beschermen.' zei Alex. 'Maar dat was eigenlijk meer een daad van wanhoop en egoïsme. Ik was bang dat er niemand meer zou zijn die ik kende en van wie ik hield. En natuurlijk was ik bezorgd, want je was, - het spijt me als ik het beledigend breng - een wrak en ik wilde je geruststellen.'

Hij voelde Leora kleintjes glimlachen.

'Maar nu ga ik het nog eens zeggen en dit keer meen ik het. ik ga je beschermen. En het spijt me dat ik soms zo instort zoals nu,' hij veegde met de muis van zijn hand langs zijn neus om het water weg te vegen, 'Maar je hebt het nodig. En ik heb iemand nodig om me aan vast te klampen af en toe.'

Haar glimlach werd iets breder. 'Dan ben ik er voor je, Lexie.'

Alex trok een gezicht, hoewel zij dat niet kon zien. 'Zo een vriendin van mijn moeder me. Ze heet zelf Bertha, dus ik noem haar Koe.'

Leora lachte zachtjes en veegde de regen van haar wangen af. 'Waarom vergelijk jij mensen toch zo graag met dieren?'

Alex wist dat ze doelde op het feit dat ze ooit op een bankje in de school zaten en hij per leerling aanwees welk dier ze waren. Dat deed hij eigenlijk alleen bij de opvallende mensen.

Eén meisje had erg lange benen en een dik achterwerk en een lange nek, dus die noemde hij Emoe. En er was een jongen die altijd snuivend en spuwend rondliep, dus hij werd omgedoopt tot Lama. Om nog maar over de Nijlpaarden en Zeekoeien te zwijgen.

'En wat ben ik dan?' had Leora tegen het einde van het lesuur gevraagd.

'Jij,' had Alex geantwoordt met een por in haar buik, 'bent een homo sapiens.'

Dat was een van de leukste middagen die ze in hun schooltijd hadden. 'Ik vergelijk mensen er niet mee, ik laat de waarheid zien. Bertha wás ook een koe! At vreselijk langzaam en het liefst deed ze alsof ze een herbivoor was.'

Alex vond het fijn aan zijn jeugd terug te denken, en niet alleen omdat het toen nog niet zo gecompliceerd was als nu.

Toen zag hij Leora nog elke dag, en dan niet in deze ellende. Alex kon er echt niet tegen om overal op straat over objecten en mensen heen te springen die waren gevallen of geplet onder iets.

'Misschien moeten we maar eens teruggaan. Ze zullen zich wel afvragen waar we blijven.'

Alex knikte en stond op en hielp Leora een handje. Ze liepen achter elkaar aan de gang in waar Nora druk aan het gebaren was naar Rabelais en Steven die aan het andere uiteinde stonden. Ze droeg nog steeds dat gele jurkje, hoewel het niet zo geel meer was na die paar dagen.

'Daar is hij!' hoorde hij Steven toen roepen en Nora draaide zich abrupt om.

Heel even leek het of ze hem wilde omhelzen toen ze aan kwam rennen, maar ze deed het toch niet en staarde naar zijn schouder, wat voor haar ooghoogte was. 'Waar was jij nou ineens heen gegaan?' vroeg ze gekweld.

'Naar buiten.' zei Alex alleen.

'Wat een klootzak ben jij, zeg,' zei Rabelais, die er hijgend bij kwam staan. 'Mij een beetje ongerust maken.'

Nora veegde met haar handen door haar haren. 'Ik dacht dat ik je gekwetst had ofzo.'

Alex wierp hem een subtiel luchtkusje toe, maar keek meteen weer serieus. 'Helaas is er geen tijd voor grapjes. Leora en ik willen naar Ede.'

'Wat was je van plan in dat holbewonersoord te doen?' vroeg Nora een beetje schamper. 'jagen en verzamelen?'

'Nora,' zei Steven streng. 'even je mond dicht nu. Het lijkt me niet zo slim om nu al zo ver te reizen. Wat is het wat je daar wilt vinden?'

'Mijn familie. Ik woonde daar voordat ik ging werken en wonen in Hilversum.' antwoordde Alex.

'We hopen dat zijn familie daar nog is en we willen er zo snel mogelijk heen,' vulde Leora hem aan.

'Dit is ziek,' zei Rabelais hoofdschuddend.

Toen ineens kwam Luc langslopen. Steven hield hem aan en zei: 'Denk jij dat het verstandig is om te reizen?'

'Dat is een retorische vraag.' antwoordde hij alleen.

Alex ergerde zich een beetje aan het karakter van Luc, die meestal alleen iets zei als hij iets te melden had of als er iets werd gevraagd, en anders niet. 'Ja of nee?'

'Jij en Steven misschien wel, maar de dames,' zei hij met een hoofdknik naar Nora, die duidelijk op haar andere been leunde. 'ik denk dat jullie daar wel eens over na mogen denken.'

'Ik sta hier,  weet je.' zei Nora.

'We moeten echt nu gaan.' besliste Alex terwijl hij de regendruppels van zijn armen af wreef.

'Alsjeblieft? Heb jij levensmiddelen voor ons?' vroeg Leora.

Continue Reading

You'll Also Like

Day By Day By Maritsx_

Mystery / Thriller

132K 2.3K 25
Vol angst kijk ik hem aan. Elke stap die hij naar voren neemt, zet ik weer naar achteren. De duivel zichzelf zie je gewoon in zijn ogen. Vol met haat...
2 0 1
De toekomst is niet wat het geweest is. Hij is duister, maar kan vermeden worden. Wat wij nu doen beïnvloed de toekomst. Doen wij genoeg?
23.8K 2.2K 28
Experiment F III: Tegengif. In deel drie van Experiment F is het de kinderen eindelijk gelukt Professor Trans en zijn volgeling Doctor Zarbeck, achte...
R26 By Leni

Science Fiction

9.5K 648 44