Apocalypse: Het Einde Van De...

By Voyant

15.8K 1.3K 422

ORPG. Alles is verwoest. Mensen zijn gewond, en zoeken hulp in het ziekenhuis in de wereldstad Utrecht, maar... More

Proloog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
Q&A
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
XXIII
XXIV
XXV
XXVI
XXVII
XXVIII
XXIX
XXX
XXXI
XXXII
XXXIII
XXXIV
XXXV

XVI

371 31 5
By Voyant

Leora

De afgelopen nachten was ze achtervolgd door nachtmerries. Er waren twee varianten die haar dromen kenmerkten.

De één ging over de huidige situatie, over alle pijn die veroorzaakt zou kunnen worden en over alle onrust die er was. Meerdere keren had ze mensen zien doodgaan die ze lief had, waar Alexander er één van was.

Verschillende doden waren hem toegerekend en elke keer was ze met een schok wakker geworden.

Het andere dat haar dromen kenmerkte, was haar verleden. Ze werd, sinds de nacht in het huisje waar ze naast Alex had geslapen, overspoeld met flashbacks. Steeds meer herinneringen waar ze het liefst nooit aan teruggedacht had.

Als ze dan wakker werd, dan lag ze vaak nog een uur wakker voor ze weer een beetje gekalmeerd was. Nu hij uit haar leven verdwenen was, had ze gedacht dat ze de herinneringen ook zou hebben kunnen buiten sluiten, maar de nachtmerries bewezen het tegendeel.

De afgelopen dagen was het ook te merken dat ze slecht sliep, maar toch ging het beter met haar. Ze had nog een bloedtransfusie gekregen en dat deed wonderen.

De pijn was er nog steeds, maar het was al een stuk minder aanwezig. Ze kreeg steeds meer kleur en ze voelde zich ook steeds minder de zombie van de afgelopen dagen.

Ook werd haar band met Nora en Steven steeds beter. Ze kon het goed met hen vinden, maar de band die ze met Alex had, was nog het beste. Misschien kwam het doordat ze zich alleen aan hem durfde open te stellen, omdat hij haar kende.

De anderen wisten amper iets van haar en dat vond ze eigenlijk wel prettig. Alex mocht dan ook wel niet alles weten, hij wist meer dan hen. En, ze was er misschien ook toe in staat hem het ooit te vertellen.

Dan had je ook nog Luc, de arts die dagelijks bij hen kwam kijken of alles in orde was. Hij leek oprecht bezorgd om hen en dat gaf haar een soort geruststelling. Het feit dat er een deskundige was die zich om hen bekommerde gaf toch meer veiligheid, op één of andere manier.

Al zes dagen waren ze in het ziekenhuis en het was te merken dat het hen goed deed. Je zag hoe ze opbloeide, hoe ze meer kracht en energie kregen.

Ze had gezien hoe Nora nog meer uit haar schulp kroop, ondanks dat ze soms ook zo'n trieste blik in haar blik kon hebben.

Steven was niet gewond, maar hem leek het gezelschap vooral goed te doen. Laatst had hij verteld dat hij zijn vriendin verloren was, enkele dagen voor hij Leora was tegengekomen. Hij had er geen details over losgelaten, maar de eenzaamheid was in zijn ogen te lezen geweest.

Toch bleven de avonden een hel voor haar. Alweer was ze midden in de nacht ontwaakt. Ze herbeleefde haar verleden en dat was iets wat haar opbrak.

Ze lag op haar zij op het matje dat Luc hen geschonken had, en ze staarde doelloos voor haar uit. De warmte van het fleecedeken over haar heen was ineens lang zo prettig niet. Het voelde klam, net als zijn handen.

Het was alsof ze nog steeds in de droom was. Alsof zijn handen haar opnieuw aanraakten en haar opnieuw tegen zich aantrokken. Alsof ze zijn zware ademhaling ook echt kon horen.

Opgekruld lag ze in bed, haar tanden op haar lip klemmend. Haar wenkbrauwen gefronst en met een vochtige laag voor haar ogen.

Ze wist opkomend gesnik tegen te houden, maar de pijn en het verdriet verdween niet. Hoe langer ze onder het klamme deken bleef liggen, hoe benauwder ze het kreeg. Ze was bang dat het niet lang meer zou duren voor er een snik uit haar mond zou klinken en om die reden leek het haar beter om even weg te gaan, om de gangen door te lopen en haarzelf wat kalmte toe te brengen.

Ze kwam overeind, nog steeds wat moeizaam vanwege de verwonding, en liep bijna geruisloos naar de deur. Voorzichtig opende ze deze. Ze mocht van geluk spreken dat de deur niet kraakte, anders had ze net zo goed kunnen blijven liggen.

De deur achter haar viel terug in het slot. Ze leunde tegen het hout aan en legde een hand voor haar mond, om de snik te onderdrukken.

'Klinkt niet erg vrolijk. Vertel.'

Een schok trok door haar lichaam en met grote ogen keek ze naar de jongen die haar aansprak. Hij sprak op normale toon, maar hard was het niet. Hij had donker haar en eveneens donkere ogen.

Ze kon zijn pupillen niet onderscheiden van zijn iris. Vaag herkende ze hem ergens van, maar dat was wel het minste waar ze op dit moment mee bezig was.

Lichtelijk van de schrik bekomen, zette ze enkele stappen van de deur weg, zodat ze haar niet meer zouden kunnen horen. Ze had haar ogen tot de grond geslagen en haalde haar schouders op. Wat moest ze zeggen? Ze had niet echt de behoefte haar verhaal te delen met een onbekende.

'Het is oké, ik blijf net zo lang hier tot je iets zegt.' Hij legde zijn handen in zijn zakken en leunde tegen de muur aan. Alsof hij de tijd had.

Leora zuchtte amper hoorbaar. 'Ik had een nare droom.' Ze liet een kleine stilte vallen. 'Wat doe jij hier eigenlijk?'

Hij knikte met zijn hoofd naar een deur iets verderop. 'Ik verblijf in de ruimte daar. Mijn vader ligt er.'

Nog voor ze kon vragen wat er met zijn vader was, antwoordde hij het zelf al. 'Hij ligt in coma.'

Leora beet op haar onderlip en wende haar blik opnieuw af. Zijn vader lag in coma, en zij was van streek van een droom dat toch al gebeurd was. Iets waar toch niets meer aan te veranderen was. Hoe egoïstisch was dat wel niet?

'Geen zorgen, hij heeft tenminste rust van alle chaos hier.' De jongen zei het met een grijns, om de emotionele lading die in de woorden verscholen zat te sussen.

Maar de manier waarop hij het deed, de grijns die hij daarbij toonde, dat kwam haar zó verschrikkelijk bekend voor.

De deur van haar ziekenkamer ging open. Alex verscheen in de deuropening, wrijvend in zijn ogen.

Het zag eruit alsof hij nog niet helemaal wakker was. 'Ik hoorde je weggaan en...' Hij gaapte en leek zich op dat moment pas te oriënteren.

Dat was het moment dat hij de jongen zich en hij zijn zin verder niet afmaakte. Hij fronste zijn wenkbrauwen en zette enkele stappen dichterbij. Dat was hetzelfde moment dat ook de jongen bedenkelijk keek.

De herkenbare grijns kwam weer omhoog. 'Alex.'

Die jongen kende echt te veel mensen.

'Rabelais,' zei Alex op zijn beurt. Ze gaven elkaar een vriendschappelijke knuffel, Alex met zijn goede arm.

Wacht.

Plotseling kwam ze tot een besef. Rabelais? Zelfs zíj kende die naam. Het werd haar ineens duidelijk waarom de grijns zo herkenbaar was geweest.

Ze kende hem. Ze kende hem evengoed als dat Alex hem kende.

'Je bent niks veranderd,' zei Rabelais. Het liet haar afvragen hoe lang het geleden was dat zij elkaar gezien hadden.

Zij was vroegtijdig vertrokken, maar hoe lang hadden zij elkaar nog gesproken? Grote kans dat ze zelfs nog naar dezelfde middelbare school geweest waren.

'Jij ook niet. Ik had nooit verwacht je hier weer tegen te komen,' zei Alex, met een grote grijns. 'Wie had ooit gedacht dat we ooit weer met z'n drieën bij elkaar zouden komen?'

En met dat Alex dat zei, keek Rabelais haar onderzoekend aan. Ze kon de verwarring in zijn blik zien liggen. Hij zette zich van de muur af om iets dichter bij haar te komen staan. Ongemakkelijk sloeg ze haar ogen neer. Ze haatte het als mensen haar zo overduidelijk observeerden.

'Dit kun je niet menen,' zei hij verbijsterd, maar ze kon de lach in zijn stem horen.

Hij keek om naar Alex, duidelijk enthousiast. 'Leora?' Verlegen keek ze weer op en knikte ze aarzelend.

'Ongelooflijk. Dat had ik al helemaal nooit verwacht. Waar zijn je jurkjes met vrolijke stippen gebleven?' vroeg hij lachend.

Ze had vroeger altijd veel jurkjes gedragen, vaak met een vrolijke print. Hij had haar er vaak genoeg mee geplaagd, terwijl Alex haar erop had gewezen dat het haar goed stond. Maar in de afgelopen jaren had ze nooit meer een jurkje gedragen. Het had meerdere redenen.

Ten eerste vond ze het te kinderlijk.

Ten tweede stonden ze haar niet mooi. Ten derde, het maakte hem gek...

Leora haalde haar schouders voor een tweede keer op. Ze wist het antwoord dondersgoed, maar had geen behoefte het met hem te delen. Niet nu. Niet op deze manier.

Rabelais legde een klamme hand op haar schouder, schonk hem zijn typische grijns en zei: 'Het maakt ook niet uit, het is goed je weer te zien.'

Alex

Van alle dingen die de afgelopen dagen waren gebeurd, alle ellende die over hem heem had gespoeld als water in een zwembad, had hij dit niet aan zien komen.

Van al zijn oude vrienden had hij nog altijd contact gehouden met Rabelais. Maar sinds hij zelf de archeologische kant op was gegaan en Rabelais zich liever bezig hield met chemie, waren hun wegen gescheiden.

Ze belden wel eens, al was dat maar heel kort omdat stroom in de loop der jaren kostbaar was geworden voor zijn familie, maar contact was er tussen hen altijd gebleven. Ze waren nog gewoon vrienden.

Omdat Rabelais voor de ramp krap bij kas zat en Alex krap bij tijd, zagen ze elkaar niet meer. En het deed Alex goed zijn vriend nu weer eens te zien in plaats van alleen te horen.

Rabelais strekte zijn armen uit en zei: 'We zijn geen kindjes meer hé? Maar doe toch maar een groepsknuffel.'

Alex lachte en maakte een gebaar met zijn hand dat men vroeger aanduidde als "homo" waarna ze alledrie in zijn armen vielen. Alex voelde zijn arm alleen prikken en drukte de neiging aan de wond te krabben van zich af.

De afgelopen dagen was ook hij aangesterkt. Ze waren ongeveer anderhalve week in het ziekenhuis gebleven en hadden weinig anders gedaan dan eten, drinken, slapen, kleine spelletjes en slapen. Alex vond het wel best zo.

Hij had af en toe de neiging gehad mensen te helpen, maar hij wilde snel herstellen, en volgens Luc moest hij dan vooral rustig aan doen en geen mensen meer dragen, dus voor deze ene keer deed hij braaf wat de dokter zei.

Hij had één bloedtransfusie gekregen met bloedplaatjes, en dat had zeker geholpen. De wond genas wonderbaarlijk snel. Nu zat er wel nog steeds verband om zijn wond, maar dat was vanwege de jeuk.

Alex had, zoals iedereen dat stiekem ooit wel eens had gehad, altijd de neiging om te krabben aan korstjes. Dus het verband zat daar om dat te voorkomen.

Alex kreeg zo veel flashbacks aan zijn vroegere leven dat hij na twee seconden niet eens meer wist waar hij allemaal aan dacht, zo blij was hij nog een sprankje hoop te hebben. Om te weten dat niet iedereen vergaan was met de zon.

Toen ging de deur open en stond daar ook Nora, haar haren compleet door de war en de afdrukken van het kussensloop nog op haar wang. Haar ogen flitsten van Alex naar Leora en naar Rabelais. 'Zouden jullie dit theekransje willen staken?'

Rabelais merkte haar op en stak galant zijn hand uit. 'Rabelais. Tot uw dienst.'

'Ingerukt mars en naar je kamer.'

Hij salueerde, maar bleef toch staan, terwijl hij Nora van top tot teen in zich opnam. 'Hoe heet je?' vroeg hij na een tijdje stilte.

'Eleonora Helena te Sande.'

'Wel, Eleonora Helena te Sande, kun jij dit raadsel oplossen? Hoe kun je een bal gooien zo hard als je kunt en ervoor zorgen dat die terug bij je komt zelfs als die nergens tegenaan stuitert? De bal zit nergens aan vast en niemand vangt hem en gooit hem terug naar je.'

Alex keek verward naar zijn vriend. 'Wat kraam jij nu weer voor onzin uit?'

'Gaan we nu over raadsels beginnen?' zei Leora. 'Want daar ben ik geen ster in.'

'Je gooit hem recht omhoog.' zei Nora direct nadat Leora haar zin had uitgesproken. Toen Alex en Leora haar raar aankeken haalde ze alleen haar schouders op en zei: 'Drie missionarissen en drie kannibalen willen naar de overkant van een rivier. Het enige wat ze hebben is een kleine boot waar maximaal twee personen in kunnen. Om te voorkomen dat de kannibalen zich vergrijpen aan de missionarissen mogen er nooit meer kannibalen dan missionarissen samen zijn.'

Alex had deze ooit op de achterkant van een pak hagelslag zien staan. Maar hij was er nooit uitgekomen.

Simpel,' zei Rabelais triomfantelijk. 'Eén kannibaal en één missionaris naar de overkant. De missionaris komt terug.' hij dacht even na, 'Twee Kannibalen naar de overkant. Eenjte komt terug. Twee missionarissen naar de overkant. Eén missionaris en één kannibaal terug. Twee missionarissen naar de overkant. één kannibaal terug. Deze neemt de laatse kannibaal terug mee naar de overkant.'

'Stop maar weer,' zei Nora. 'Je hebt je intelligentie wel bewezen. Hoe heet je?'

'Rabelais.' voor Nora was dat voldoende en ze schudde zijn hand nogmaals.

Alex was sprakeloos van de kennis van die twee. Zelfs al vroegen ze dit aan hem met tijdsdruk - hij kon beter functioneren als er een duidelijke tijd gesteld was om het antwoord te hebben - dan had hij nog niet zo snel een antwoord klaar als zij. Hij betwijfelde zelfs of hij er überhaupt een zou hebben.

'Zie ze kijken,' giechelde Nora verlegen.

'Dit vind ik nou echt een belediging,' protesteerde Alex.

'Jij vindt zo veel.' zei Rabelais, en toen: 'Ik wil slapen.'

'Welterusten.' zei Leora, zonder emotie in haar stem.

Rabelais legde zijn handen voor zijn gezicht en zei lange tijd niets. Alex was helemaal gewend geraakt aan het donker en staarde om zich heen.

Een vrouw zat te knikkebollen met iets op haar schoot, een boek ofzo. Ze moest in slaap gevallen zijn.

Aan de andere kant in de gang zaten twee kinderen zachtjes te fluisteren.

'Wat ben je nou aan het doen...?' vroeg Leora toen.

'Ssst,' antwoordde Rabelais. 'Ik speel verstoppertje met de aardatmosfeer.'

'Ga even aan je Nederlands werken, vriend.' zei Nora geërgerd.

Ze hadden in de afgelopen dagen al gemerkt dat Nora zeer intelligent was en het niet kon hebben als mensen taalfouten maakten of de verkeerde woorden gebruikten in hun zeggen.

'De atmosfeer is in de astronomie het totaal van de omhullende gassen die zich om een vast hemellichaam bevinden.'

'Ondertiteling?' zuchtte Alex.

'Atmosfeer is de laag lucht om de aarde. Ook wel de dampkring.' zei Leora.

Nora rolde met haar ogen. 'Hé, hé, iemand snapt me.'

'Ik ben je vriend niet,' zei Rabelais, veel te laat.

Nora, Leora en Alex lachten alle drie kort en schamper.

'Ik dacht toch bijna even dat je net zo intelligent bent als ik.' zei Nora quasi-arrogant. 'Maar deze actie bewijst het tegendeel.'

Rabelais rolde met zijn ogen en rimpelde zijn neus terwijl hij zijn lippen vooruit stak.

'Je bent net een konijntje.' zei Nora toen droog. 'Konijnen hebben een vrij laag IQ, dus...'

'Dan hebben we een reden dat Rabelais zo onlogisch nadenkt.' Alex stootte de arm van zijn vriend aan en lachte op een aparte manier die hen allen opnieuw deed lachen.

De vrouw die net aan het knikkebollen was, stond op en maakte wilde handgebaren. Daarna zei ze: 'Kan het wat zachter? Hendrik probeert te slapen en jullie tetteren er doorheen.'

'Ja, weet je? Ik ga wel naar mijn kamer.'

En ze namen afscheid van elkaar. Alex zag de huivering die over Leora's rug ging toen ze op haar matje ging liggen, maar zei niets.

*

De volgende morgen werd hij gewekt door een zachte zangstem van Nora. Op sommige momenten klonk ze een beetje vals, en op sommige juist erg zuiver.

'Be our guest, be our guest,

Put our service to the test

Tie your napkin 'round your neck, cherie

And we provide the rest,'

Alex geeuwde en rekte zich uit, draaide zich nog een keer om op zijn matje en kuchte zacht, maar Nora merkte het niet en ging vrolijk door met haar liedje dat hij niet herkende.

'Soup du jour

Hot hors d'oeuvres

Hy, we only live to serve

Try the grey stuff, it's delicious

Don't believe me? Ask the dishes!'

En daarna ging ze verder met neuriën. Alex knipte in gedachten met zijn vingers om op de titel van het lied te komen, maar het lukte niet echt. Hij pijnigde zijn hersens, maar zonder resultaat.

'Belle en het beest.' hoorde hij toen ineens boven zijn hoofd.

Hij draaide zich op zijn rug en keek naar Nora, die haar hoofd over het voeteneind van het bed had gestoken. Ze glimlachte naar hem.

Zij had nog steeds het bed omdat ze beweerde dat ze een slechte rug had, maar hij hoorde haar wel toen ze 's nachts ooit tegen Leora of Steven vertelde dat ze gewoon graag het bed wilde hebben.

'Wat?' fluisterde hij verward terug.

'Belle en het beest,' zei ze op gedempte toon en ze verschoof haar lichaam een beetje. 'Be our guest, heet het.'

'Ik kijk geen disneyfilms.'

'Maar dit is een klassieker!' zei ze met een verontwaardigd handgebaar.

Alex kaatste een ssst-gebaar terug en doelde op de rust voor Steven en Leora.

'Sorry,' zei Nora met een scheve glimlach.

Nora keek hem ongeveer een minuut aan zonder iets te zeggen en hij staarde terug zonder te weten dát hij staarde.

Hoe lang was het geleden dat hij uit school zijn tas op de grond had gegooid, de stropdas van zijn schooluniform door de kamer smeet en series ging kijken met een grote bak chips? Hoe lang geleden was het dat hij de leerboeken van zijn broer kwam stelen?

Zijn broer.

Wat was het vreselijk egoïstisch van hem dat hij nog geen secónde aan Jess had gedacht sinds de ramp. Alex werk plotseling kotsmisselijk en hoestte, voelde het maagzuur branden in zijn keel.

Nora veegde een haarpluk van zijn bezwete voorhoofd af. Ze keek erg bezorgd. 'Gaat het wel?'

'Prima.' zei Alex.

Ze trok haar donkere wenkbrauwen op, maar Alex antwoordde niet. Ze bleef doorgaan met het weghalen van haarlokken uit zijn gezicht, maar omdat hij zulk stom haar had, sprongen ze steeds weer terug. hij begreep niet zo goed waarom ze hem zo graag aan wilde raken nu hij zweette en hijgde als een postpaard.

Zijn broer. Zijn moeder, zijn vader. Ze gaven allemaal zo veel om hem en hij dacht dat hij ook om hen gaf, maar waarom had hij de afgelopen dagen dan alleen maar aan zichzelf gedacht en het stulpje waar hij momenteel mee optrok? Wilde gedachten spookten door zijn hoofd.

Hij moest zijn broer vinden.

Jess was een gezond en sportief persoon. Hij was sterk en leefde gezond. Hij zou het wel redden in deze toestand. Hij had de mogelijkheid wel zich te verplaatsen al lag er een gigantisch rotsblok voor hem.

Want zijn broer Jess kon er gewoon overheen klimmen en verder gaan. Alex zou dat bij lange na niet kunnen, zelfs al was zijn arm weer helemaal gezond.

Het zonlicht brak door de jaloezieën die voor het raam hingen. Stevens ademhaling piepte en Alex besefte dat hij hem al lang niet meer had gesproken, maar dat was niet iets dat er nu toe deed.

Het was nu twee april 2139. De ramp had zich ongeveer drie weken geleden plaats gevonden, dus toen moest het rond twaalf maart zijn geweest. Dan had hij al drie weken niet meer aan zijn ouders en broer gedacht.

In paniek, volledig van de kaart gebracht stond hij op, negeerde hij de vragende en protesterende opmerkingen van Nora, rukte de deur open en stormde de gang op waar hij zocht naar een nooddeur naar de frisse lucht.

Happend naar adem stond hij buiten, en hij beukte met zijn vuisten tegen de muur naast de nooddeur die naast hem dicht viel. Pas later, na hartverscheurende uitingen van zijn frustratie en verdriet, merkte hij dat hij in het slot was gevallen.

Hij sloeg zijn armen om zijn schouders en viel omlaag tegen de muur, waar hij zijn hoofd tussen zijn benen legde en probeerde zichzelf onder controle te houden.

Maar het gemis en verdriet namen de macht over van zijn lichaam.

Continue Reading

You'll Also Like

6K 263 28
WINNAAR van de 2019 Watty Awards in the categorie: ''Spanning en Thriller''! Wanneer agenten John Wolfe en Colen MacCalmain naar het slaperige dorpje...
61 5 3
-Het jaar 2025- Wanneer een groep vrienden een ontploffing overleven en ontdekken dat ze helemaal alleen zijn op de aarde, Proberen ze te overleven...
320K 10.7K 46
Zijn ogen blikten naar beneden. 'Sh*t, je bent zo sexy', gromde hij. Hij pakte mijn heupen vast en drukte me op het bed. Hij ging snel tussen mijn be...