Hoofdstuk 40

1.2K 48 0
                                    

De kamer is schoon. Mijn werkdag zit erop. Ik heb geen vier uur gemaakt met schoonmaken, maar dat komt omdat ik de wandeling met Zarah heb gemaakt.
Dit is mijn eerste avond in het kasteel als gevangene, en ik verwacht dat Vince iemand roept om op wacht te gaan staan bij mijn kamer en dat ik mijn tenen mag gaan tellen totdat ik moe word.
Daarom is de verrassing ook extra groot als hij vraagt: "Wat wil je gaan doen vanavond? Ik begeleid jou." De vlinders dansen door mijn buik door die laatste toevoeging, zelfs voordat ik volledig begrijp wat hij zegt. Ik krijg de keuze. Het voelt als eeuwen geleden dat ik de wolven voor het eerst tegenkwam en mijn vrijheid en daardoor mijn keuzes me afgenomen werden. Nu ben ik nog steeds een gevangene, maar ik merk een positieve trend.
"Eerst maar een hapje eten?" Vraag ik. En dat lijkt Vince ook wel een strak plan. Hij begeleid me naar een zaal vlak bij de keukens. Aan het steeds harder klinkende geroezemoes te horen is het etenstijd voor iedereen in het kasteel, en iedereen is op die ene plek verzameld. Opeens krijg ik plankenkoorts. En daarom begin ik steeds langzamer te lopen. Vince kijkt om waar ik blijf. Hij zegt: "Even door de zure appel heen bijten. Op deze manier zal iedereen zo aan je gewend zijn." Waar ik hem gelijk in moet geven. Met een diepe zucht loop ik achter hem aan. Hij duwt de dubbele deuren open en laat mij galant voorgaan. Ik knijp mijn ogen wat samen, me nu achter hem kunnen verschuilen had ik best gewaardeerd. Maar het zij zo, en ik loop de eetzaal binnen. Het valt stil en ik zie tientallen ogen op mij gericht. Minder dan ik dacht, maar alsnog veel te veel. Ik lach naar de groep mensen en zwaai ongemakkelijk. Een paar zijn dapperder dan ik en roepen wat welkomswoorden. Ik zie een blonde vrouw zwaaien en besef opgelucht dat dat Liesbeth is. Naast haar ontwaar ik Solange, ze zit met haar profiel naar me toe waardoor ik haar gezichtsuitdrukking niet zie. Mijn opluchting stort ineen en ik voel me erg onzeker.
In die paar seconden dat ik mijn beeld heb kunnen vormen, hebben de meesten dat ook van mij kunnen doen. Langzaam maar zeker focust bijna iedereen zich weer op hun gezelschap en begint het geroezemoes weer. De eerste grote hap in de zure appel is genomen.
Ik kijk zoekend om mij heen om te zien hoe dit werkt, en daarna kijk ik op naar Vince. Hij begeleid me, dus hij mag me wegwijs maken. Vince neemt die taak met plezier op zich, te zien aan zijn tevreden gezichtsuitdrukking. Hij wijst me de weg naar een buffet. Ik kijk mijn ogen uit; wat een werk is er verzet in de keuken. Mijn maag vindt duidelijk heel veel dingen lekker, want het laat een luide grom horen. Ik geef gehoor aan de oproep en schep snel een bord vol. Vince kijkt er met opgetrokken wenkbrauwen naar. Iets te vol geschept misschien? Ach, dat zie ik straks wel.
Met mijn beker, bord en bestek op een dienblad wil ik in eerste instantie wachten op Vince, maar besef dat dat misschien wat laf overkomt. Daarom zeg ik, dapperder dan dat ik me voel: "Ik ga alvast bij Liesbeth zitten. Ik zie je straks wel weer." En ik laat hem daar staan. Geen idee wat hij daarvan vindt, maar het wordt duidelijk opgemerkt door een klein aantal aanwezigen die beginnen te joelen. Ik voel me weer zeer opgelaten, maar heb nu mijn doel in ieder geval duidelijk. Ik steven rechtstreeks op de tafel af waar Liesbeth en Solange zitten.
"Pas ik hier nog bij?" Vraag ik toch wat ongerust. Maar Liesbeth is al enthousiast nog meer ruimte aan het maken, en ik zet me opgelucht naast haar neer. De extra ruimte begrijp ik even later ook als ik merk dat Vince na korte tijd naast mij komt zitten. De meesten aan de tafel vallen stil en staren ons aan. Maar ik merk toch dat dit niet heel ongewoon is. Vince geeft mij eerst een geruststellend lachje en draait zich dan naar zijn buurvrouw om met haar een gesprek te beginnen. Omdat hij hier zo normaal op reageert, doet de rest automatisch mee, en algauw is de hele tafel gewikkeld in hetzelfde gesprek over een plaatsgenoot die duidelijk niet spoort want "Wat heeft hij nu weer uitgespookt?" is waarmee het gesprek begint. Dankbaar stort ik me op het eten en luister stilletjes mee.
Nadat ik, tot grote verbazing van Vince en eigenlijk ook wel van mezelf, mijn hele bord leeg heb gegeten, is het duidelijk dat ik nu aan de beurt ben. Een paar dapperen vragen me het hemd van het lijf, en ik probeer zo geduldig mogelijk antwoord te geven. Niet altijd even makkelijk met door elkaar tetterende dames. Behalve Vince is het namelijk een tafel vol vrouwen, en ik bedenk me opeens schuldig dat dat misschien ook niet erg aardig van mij was. Maar hij vermaakt zich zo te zien prima, dus ik laat die gedachte ook snel weer los.
Door alle drukte heb ik verder nauwelijks om mij heen gekeken, maar ik krijg die gelegenheid als iedereen klaar is met eten. Als bij een door mij niet bekend signaal de 16/17-jarigen opspringen en alles af beginnen te ruimen, merk ik dat het diner is afgelopen. Solange, die nog geen woord gezegd heeft in het afgelopen gesprek zegt: "Goed geregeld he, Alexis. De jongeren ruimen af en maken de keuken aan kant. Daardoor ontlasten zij het keukenpersoneel maar het is ook een goede opvoeding voor die leeftijd. Het geeft hun een doel, en omdat wij dit allemaal op die leeftijd hebben moeten doen, roept niemand wat over oneerlijkheid." Nauwelijks is ze uitgesproken of een knap zwart meisje buigt zich tussen Vince en mij en zegt ondeugend: "Maar Solange, het ís niet eerlijk! Alexis is de dans maar mooi ontsprongen."

De weerwolfprins [deel 1]Where stories live. Discover now