Hoofdstuk 35

1.2K 47 4
                                    

Na een verrassend goede nacht (het duurde wel even voordat ik weer in slaap viel, maar toen ik eenmaal sliep deden het goede bed en de vermoeiende voorgaande dag hun werk) word ik gewekt door de wacht, zoals al aangegeven door de Alfa. Ik zie mijn kleren nog precies zo liggen als ik ze gisteren heb achtergelaten en kijk om me heen of ik nog wat frissers kan vinden. Ik zie geen kast staan, maar aan het voeteneind van het bed staat wel een grote kist waarin op mijn wapens na, al mijn bezittingen liggen. Opgelucht trek ik wat schone vertrouwde kleren aan, en bedenk dat ik me later wel zorgen ga maken om de was. Omdat ik ook schoon ga maken, bedenk ik me dat ik dat waarschijnlijk sowieso zal moeten doen. Van iedereen.
Ik loop de wenteltrap af en zie dat de deur al open staat. Het is nu afgesloten natuurlijk niet nodig, maar ik zie wel dat de deur goed beveiligd is. Daar kom ik zo snel niet doorheen als die wel op slot zit. De moed zinkt mij in de schoenen, maar ik besef dat ik na mijn turbulente start nu toch maar rustig aan moet doen. Ik gaap nog eens flink, het is nog donker, dus meer dan 4 uur kan ik niet geslapen hebben. En zie de wacht zijn best doen zijn lach in te houden. Ik ruik een kans. Ik lach hem opgewekt toe en zeg: "Goedemorgen, ik ben Alexis. Hoe mag ik jou noemen?" Hij lacht net zo ongedwongen terug en zegt: "Ik heet Reinout, ik ga je naar de keukens begeleiden, het ontbijt moet worden klaargemaakt." Ik knik, weer zenuwachtig. Wanneer zal ik mijn straf  voor het weglopen krijgen? Ik gluur nog even naar de wacht. Wat lopen hier toch knappe mannen rond. Reinout zal zo'n 10 jaar ouder zijn; ik schat hem 30. Hij heeft donkerbruin krullend haar en bruine ogen. Zijn huid is mooi gebronsd door de zon en ik kan me voorstellen dat hij vele blikken toegeworpen krijgt. Hij heeft behalve een brede borst en smalle heupen om u tegen te zeggen, ook een jongensachtige charme over zich heen, waardoor je je snel bij hem op je gemak voelt. Hij praat makkelijk. 
Tijdens het loopje naar de keukens en tussen allemaal koetjes en kalfjes in zegt Reinout opeens smekend: "Zeg, je gaat toch niet in mijn wachtperiode ontsnappen? Daar word ik voor gestraft!" Geschokt blijf ik stilstaan. Reinout loopt nog een stap verder en draait zich dan naar mij toe. Ik wist het! Dit was voor mij de reden om gisteren mijn kans te grijpen. Nu ga ik mensen leren kennen en om ze geven.
Ik probeer er een grapje van te maken en zeg: "Ik beloof niks!" Maar ik zie zijn gezicht betrekken en ik krijg een naar gevoel in mijn maag. De rest van de weg lopen we zwijgend verder.

In de keukens zie ik een ander dan Solange in charge. Solange is nergens te bekennen. Ik denk onmiddellijk aan de woorden van Reinout en mijn hart klopt in mijn keel. Gaat Solange nu gestraft worden voor mijn actie van gisteren? Dat kan toch niet? En ik bedenk: zo is Vince niet. Toch vraag ik voor de zekerheid: "Waar is Solange?"
Een akelig bekende stem zegt achter mij: "Daar hoef jij je niet druk om te maken." Ik draai me voor mijn gevoel ontzettend langzaam om en moet omhoog kijken; Sander staat erg dicht achter me. Een hatelijke grijns op zijn gezicht. "Ja, dat is zo." Zegt hij. "De straffen hier worden door mij uitgedeeld. Vince houdt zich daar verre van. Hij is alleen geïnteresseerd in resultaat. En ik denk dat jij het beste in het gareel te houden bent door iemand anders te zien lijden."
Ik kijk hem geschokt aan. Ik had van alles verwacht, maar dit niet. Ik heb ondanks de wreedheid ervan, toch bewondering voor zijn mensenkennis. Dit is een schot in de roos. Ik moet er niet aan denken dat anderen gestraft worden voor mijn acties. Ik vraag zacht en nederig: "Zou ik haar mogen zien?" Ik zie Sander in tweestrijd staan, maar mijn toon was precies goed. Hij wil me aan de ene kant zien lijden door het niet te laten weten, maar hij wil ook mijn gezicht zien als ik doorheb wat voor straf Solange heeft gekregen. En dit zal als een lopend vuurtje door het kasteel gaan, dus als hij het mij wil vertellen, zal hij het nu moeten doen. Ik zíe de radertjes in zijn hoofd uitkomen bij die uitkomst en zucht inwendig. Ik voel me miserabel.
"Kom mee." Zegt Sander bars. En ik volg hem. Reinout heeft allang het hazepad gekozen, en het keukenpersoneel is al die tijd hard aan het werk gebleven, veinzend alsof ze niks mee krijgen. Ik kijk schuw om me heen, bang voor boze blikken. Maar ik vind de afgewende blikken eigenlijk nog erger. De knoop in mijn maag wordt groter als ik Sander naar de kerkers volg.

De weerwolfprins [deel 1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu