6. Vau Cagnata

130 23 49
                                    

Ik zit in mijn kleermakerszit voor het vuur, met mijn elleboog op mijn knie en mijn hand onder mijn kin. Ik laat de vlammen lichtjes over mijn arm strelen, vuur is altijd al iets geweest wat mij fascineert. Het stelt me gerust. De geur van brandend hout en de vonken die knetteren, mijn lichaam vindt voldoening in alles wat met het vuur te maken heeft. Mijn hand maakt golvende bewegingen met de dansende vlammen en ik geniet van de warmte dat het vuur over me heen verspreidt.

Het gerinkel van schrapende kommen tegen elkaar trekt dan mijn aandacht. Viola en Saella lopen met de kommen en de pot naar een afgelegener stukje om de afwas te doen. Saella heeft haar staf opgeroepen en de schitterende ringen trekken mijn aandacht. Haar staf is simpel, maar haar magische stenen zijn gevormd tot vier ringen die aan haar staf hangen en bij elke stap rinkelen. Ik heb het altijd een mooie staf gevonden, het is alleen jammer dat de personaliteit van de eigenaar compleet het tegenovergestelde is.

'Wat is jullie geschiedenis samen?' vraagt Carl me dan. Het vuur zit tussen hem en mij en ik kan alleen vaag zijn gestalte zien. Hij warmt zijn lichaam op aan de vlammen, de nachten zijn koud, een compleet contrast met de warme dag. Zijn zwaard ligt op zijn schoot en Carl streelt het metaal met een lichte aanraking, alsof het gemaakt is van glas.

'We waren klasgenoten,' zeg ik een beetje kortaf. Ik weet niet precies waar hij op doelt. Lance naast me neemt een grote slok van zijn fles, hij staart zwijgend naar het vuur meeluisterend met ons gesprek. Misschien zoekt hij naar meer redenen om Saella niet te mogen, zodat hij zijn afkeur voor haar kan verdedigen met een ander argument dan haar edele afkomst. Ik weet nog steeds niet hoe het precies zit met Lance zijn afkeur, maar hij lijkt er ook niet over te willen praten.

'Ja dat weet ik, maar jullie zijn nou niet bepaald vrienden,' merkt Carl dan op. Hij heeft gelijk daarin. Met een vloeiende beweging gooit hij een extra stok in het kampvuur, de vlammen vallen de stok knetterend aan. Vonken springen naar buiten om vervolgens gedoofd te worden door de kou. Ik zet mijn handen achter mijn rug en leun naar achteren, met de sterren in mijn beeld probeer ik te bedenken waar het verkeerd ging tussen ons.

'In het begin was er niet zoveel mis, pas halverwege de academie raakten we aan twee verschillende kanten. Ze heeft ooit een gevecht gestart met Sarah Reynold en daarbij Sarah's pols gebroken. Ze was jaloers op Sarah, heeft haar boeken in brand gestoken en bij het eindtoernooi heeft ze haar onnodig veel pijn gedaan om van haar te winnen.' Alle dingen waarvan ik had besloten voor mezelf te houden, zijn eruit gegaan. Saella was toen de belichaming van onvolwassen en ze had er geen enkel spijt van, ze heeft nooit aan Sarah haar excuses aangeboden uit haarzelf, alleen wanneer Sarahs ouders dreigden om wat te doen tegen haar familie, kwam er iets van een excuses uit. Ik ben er na twee jaar nog steeds niet over uit hoe ze zo schaamteloos kan zijn.

'Typisch edelen,' zucht Lance met een afkeurende toon. Hij gooit een extra stok in het hout en staart naar de vonken die er vanaf springen. Zijn blik is nog steeds gericht op het vuur, zijn mondhoeken staan omlaag, maar hij draagt geen boze blik, eerder een verdrietige. Een uitdrukking die ik nog niet heb gezien van de altijd vrolijke Lance. Ik wil hem vragen wat er aan de hand is, maar er komen geen woorden uit mijn mond. Misschien wil hij niet praten erover.

'Het klinkt alsof die Sarah een goede vriendin van je was?' vraagt Carl dan twijfelachtig. Hij is nog steeds bang om me te beledigen, maar ik ben niet van plan om iemand hier te straffen als ze me beledigen. Er zijn belangrijkere dingen nu dan de juiste adressering of manieren, we zijn op weg naar een strijd tussen leven en dood. Carl streelt weer over zijn zwaard, de juwelen glinsteren in de vlammen.

'Niet echt, pas na het gevecht tussen Sarah en Saella begonnen we dichterbij te komen.' Misschien dat ze naar me toe is gekomen omdat we allebei kinderen van markiezen zijn, we hebben dezelfde status en meestal trekken mensen met dezelfde titel met elkaar op. Dit is het meest wat ik aan Carl heb verteld sinds we vertrokken zijn, ik besef me dat ik nooit echt een fatsoenlijk gesprek met hem heb gehouden. Carl knikt dan en zucht.

VoorbestemdWhere stories live. Discover now