Hoofdstuk 16: het Kennisgebouw

1.2K 104 22
                                    

We worden die ochtend meteen na het ontbijt gedwongen om al onze spullen te pakken en een halfuur later voor de deur van het gebouw te staan. De tweede fase speelt zich duidelijk af op een andere plaats. Ik vraag me af hoe de plaats eruit ziet, als ik besef dat ik weinig tijd heb.
Snel pak ik alles in een grijze weekendtas die ik van het gebouw heb gekregen. Het doet me denken aan de dekens die we thuis altijd hadden. Thuis… Ik vraag me af of het woord nu nog hetzelfde zal betekenen.
Als ik alles ingepakt heb, kijk ik nog even om naar mijn bed. Dit ga ik waarschijnlijk nooit meer zien. Ik probeer alles in me op te krijgen, en dan loop ik de kamer uit, met een schuldgevoel dat nergens op slaat.
De busreis duurt lang en ik krijg op een gegeven moment het gevoel dat we over heel Saturnus over reiden, wat natuurlijk niet zo is. Ik hoor Steph naast me zachtjes neuriën, maar ik kan alleen maar naar buiten kijken en bedenken wat er gaat gebeuren. Hoe gaan de testen komen? Mogen we nog leren? Krijgen we eigenlijk wel testen? Ik weet het niet.
We komen aan bij een nieuw stukje Saturnus. Dit stuk ziet er heel anders uit dan het stuk dat ik heb gezien, veel moderner. Veel rijker. Er gaat een steek door mijn buik. Deze mensen hebben het veel beter dan het meeste deel van het helaal. Ik kan mijn gevoel niet beschrijven; jaloers, boos. Ik weet het niet.
Als ik naar rechts kijk, zie ik mijn vrienden even woedend. Maar ik zie Evi knikken. Ze geeft toe. Dit is niets waar je tegenop kan. Ik denk aan haar zwaard. Vredevol. Het past echt bij haar. Niet dat ik daar aan kon twijfelen natuurlijk.
We lopen achter een blondine aan, het gebouw binnen. De muren zijn kil en op elke muur staat wel een plattegrond. De vrouw kijkt ons afkeurend aan en dan besef ik me dat we waarschijnlijk niet elke dag douchen, goedkope kleren dragen en ons haar niet verven met het meest dure merk. Ik kijk gemeen terug, als haar blik over mijn lichaam valt. Ze lijkt me te herkennen en draait zich met rode wangen om.
We stoppen bij een lokaal waar het idee van de fase nog een keer wordt uitgelegd. We hebben inderdaad testen. Geen leren van te voren. De kennis komt van alles wat we nu hebben. We hebben oude talen (Engels, Latijn, Grieks, vertellen ze ons), Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wiskunde en Biologie. We hadden al deze vakken wel op school, maar ik weet niet of die kennis goed genoeg is.
We worden gedwongen onze tassen open te maken en alle spullen uit te stallen op de tafel voor ons. Ze zoeken naar boeken, papierwerk. Welke manier je op leren ook kan hebben. Ook communicatieapparatuur, maar ik heb het allemaal niet mee. Er komen allemaal mensen voor onze tafels staan die onze spullen bekijken, tussen dingen wroeten en daarna ons nog eens betasten om er zeker van te zijn dat ik niets in mijn zakken heb gestoken.
Voor mij staat een vrouw met donker haar, en een blauwe pony. Ze heeft een bleke huid, met veel acne. Haar handen zijn koud, als ze ze op mijn lichaam legt. Ik kijk naar haar, maar haar blikken zijn op mijn lichaam gericht, zoekend.
‘Alles is oké,’ geeft ze door aan de blondine die ons hier heeft gebracht. Zij schrijft het op een klembord en loopt verder. Het meisje helpt me met het herinpakken van mijn tas en liep toen naar de tafel helemaal vooraan het lokaal. Ze legt haar handen achter haar rug en kijkt strak naar voren.
Ik kijk naar rechts, waar Adrian zit. Hij knikt me bemoedigend toe en helpt dan met zijn tas inpakken. Ik zie dat iets in mijn oog schijnt en kijk goed. Het is een geel potje, maar voordat ik echt een goede blik erop kan werpen, is het al weg.

We worden begeleid naar onze kamers. Dit gebouw is veel groter dan het gebouw waarin we eerst zaten. Het gevolg: we hebben allemaal een eigen kamer.
Ik word samen met Evi en Steph naar de meisjesgang gebracht. Ik word ingedeeld op kamer MY23. Ik weet dat Evi op kamer MY12 zit, want dat heb ik onthouden. Steph weet ik niet, want die heeft haar kamer nog niet gekregen.
Ik open de deur met mijn blinkend nieuwe sleutel. Ik weet bijna zeker dat hij nog nooit is gebruikt. Op de deur staat met grote, dikke, zwarte letters mijn kamernummer. Snel en nieuwsgierig open ik de deur. Mijn mond valt open als ik mijn kamer zie.
In het midden staat een groot, tweepersoons bed. Ik weet zeker dat als ik me helemaal uitstrek, ik nog niet de einden ervan zal raken. Naast de deur is een bureau dat zeker twee keer dat van mij bevat. Ook is er een stoel waar ik op kan chillen, met een houten tafel waar een cadeaumandje op staat. Als laatste is er nog een mooie, antieke, houten kast. Er is een deur naar de badkamer die ik moet delen met het meisje naast mij, maar dat maakt mij niet uit. Ik open de deur. Er is een groot bad, een mooie inloopdouche en een grote wasbak.
Ik loop weer terug naar mijn eigen kamer en pak mijn spullen uit. Met elke minuut die er voorbij gaat, verandert mijn kamer in plaats waar ik mezelf kan zijn. Nou ja, dat is totdat ik de geheime camera’s ontdek. Ik weet zeker dat ze er zijn, want ik zie een rood lampje door de muur heen. Ze kunnen met het rode lampje door de muur heen kijken en je moet net op de goede positie zijn om het licht te zien, maar ik zie het. Snel wend ik mijn blik af. Ik wil liever niet weten wat de gevolgen van deze ontdekking zijn.
Ik pak mijn douchespullen en spring onder de douche. Ik probeer mijn gedachten naar de warme stralen te bannen en spring tussen de twee douches in. Ik speel als een klein kindje met de shampoo en lach tegen mezelf als de stralen me kriebelen. Ik kan me niet meer herinneren hoe lang het geleden is dat ik me zo’n kind heb gevoeld.
Als ik later, in handdoeken gewikkeld weer terug op mijn kamer kom, kleed ik me opnieuw aan en gooi ik mijn kleren in de wasmand, die in mijn kast staat. Daar stop ik ook mijn handdoeken in en dan plof ik op de stoel. Ik pak de mand uit en kijk eerst naar het kaartje. Op de voorkant staat Saturnus en een logo dat ik niet ken. Ik draai het om en kijk naar de getypte woorden.

Hallo Grace,
Welkom in het Kennisgebouw. Hier worden je kennistesten gehouden. We wensen jou veel succes.
We willen graag mededelen dat de eetzaal ten alle tijden open is. Je kan dus te allen tijde eten.
Morgen ochtend beginnen de eerste testen. De roosters worden vanavond om zes uur uitgereikt, dus dan wordt je verwacht in de eetzaal.
Nogmaals veel succes,
Rickey Saturnusdochter,
Leidster van het Kennisgebouw.

Ik knik met mijn hoofd. Dan pak ik een vest  van mijn bed en trek ik dat aan. Als laatste pak ik mijn sleutels en sluit ik de deur achter me. Op naar de eetzaal, hopend dat mijn vrienden er zijn.

Die ochtend zitten we allemaal enorm zenuwachtig aan het ontbijt. We proberen wel een gesprek op gang te krijgen, maar er komt telkens een kille stilte uit voort, dus we staken onze pogingen. Adrian zijn handen trillen en hij kijkt constant om zich heen, op zoek naar zijn tweelingzus, om dan weer te beseffen dat die er niet is. Evi is de hele tijd roosters aan het vergelijken. Steph is met haar vingers aan het duimen en Peter en ik proberen nog een beetje te eten voor de testen beginnen.
Ik heb als eerste Biologie, samen met Adrian. We worden meegenomen door een jongen met een donkere huid en lange krullen. Hij brengt ons naar een lokaal met splinternieuwe tafeltjes en witte muren. Het licht dat van al het wit af springt, schijnt fel in mijn ogen en ik moet even met mijn ogen knipperen totdat ik echt alles in mijn zicht kan nemen.
Er staan achtentwintig tafeltjes in de zaal. Allemaal hebben ze een paar pennen en penselen in een bakje op hun tafel staan en een timer, die op drie uur staat. We worden door de mensen die in het lokaal aanwezig zijn naar de juiste plaatsen gebracht. 
Mijn handen trillen als ik een pen pak en er een beetje mee speel. De mensen vooraan het klaslokaal overleggen een aantal minuten en kijken vaak op de klok. Ik kijk om me heen. Ik zit helemaal achterin de zaal. Adrian zit helemaal vooraan. Ik vang zijn blik op en knik bemoedigend, ook al weet ik dat het er niet echt oprecht uit moet zien.  Naast mij zit een gespierd meisje met zwarte haren en een donkere huid. Haar haar valt over de rand van de stoel en het zit vastgebonden in een leren touw. Ze speelt wat met haar armband en bijt de hele tijd op haar lip. Voor mij zit een jongen met vaal blonde haren. Zijn potlood valt op de grond en als hij het opraapt, raakt zijn haar door de war. Naast mij zit ook een jongen, maar deze heeft kortgeschoren haren. Het ziet er zwart uit, maar het kan net zo goed bruin zijn. Hij ziet dat ik aan het kijken ben en grijnst naar me.
Dan delen ze eindelijk de testen uit. Als de vrouw voor mijn tafeltje staat, herschikt ze haar papieren en geeft ze me mijn toets. Er staat met zwarte, vetgedrukte letters GRACE op. Helemaal bovenaan het papier staat hetzelfde logo als op de kaart met de instructies, die ik op mijn kamer heb gevonden en helemaal onderaan staat een waarschuwing die me verteld dat ik de toets niet mag openen totdat de leraar voor het lokaal zegt dat ik het mag.
De man legt ons even kort iets uit over water en wc’s, dan zegt hij dat we goed moeten oppassen met de antwoorden. Als we iets niet weten, moet je het niet invullen, maar open laten. Als je nog tijd over hebt - en hij legt de nadruk op het woordje ‘als’ - dan kan je altijd nog langs die vragen gaan.
Dan mogen we ons boekje openen.
De eerste vragen zijn makkelijk. Het zijn de meerkeuze vragen. Ik geef antwoord over DNA van de mensen die van de aarde komen, het slaapserum van de monsters en gemuteerde ziektes. Dan krijg je de open vragen. Ik beantwoord ze stuk voor stuk en ga ze nog even na als ik denk dat ik te snel ben gegaan. Ik benoem het menselijk lichaam en geef antwoord over ziekten. Dan krijg ik een vraag waardoor ik meteen naar adem hap.
Wat is de reden dat mensen van één planeet afstammen.
De vraag schiet me meteen in het verkeerde keelgat, maar ik beantwoord hem nauwkeurig. Dan ben ik bij de laatste vraag. Mijn ogen schieten naar de klok. Nog vijf minuten.
Wat is Grace voor een mutant.
Dan weet ik het zeker. Dit is niet zo maar een toets. Deze mensen zijn mij niet goed gezind.
Maar dat is nog niet het enige wat ik denk:
Ik ben terecht gekomen in een vreselijk machtspelletje.

A/N:

MWahahaha ik ben zoo evil. Sorry dat ik zo lang niet geupdate had, ik had gewoon niet genoeg inspiratie. Wat vinden jullie van het hoofdstuk?

xo Alba

De OntwakingUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum