Hoofdstuk 9: De Krant

1.2K 93 8
                                    

Ik hoor een beker op de grond vallen. Een meisje slaakt een kreetje. Maar ik heb vooral aandacht voor Dylan. Zijn mond op die van mij. En dan komt het besef pas. Dylan is me aan het zoenen. Ik zoen hem terug.
De grootste verassing is nog dat ik het fijn vind. Ik kan mezelf wel schoppen. Dit is niet de tijd om een jongen leuk te vinden.
Zijn lippen zijn zacht, maar toch sterk. Hij zoekt toestemming, en zonder dat ik het doorheb, geef ik hem dat. Zoenen is een raar principe. Mensen doen het op de meest rare momenten. Ik weet niet of dit een goede manier is om afscheid te nemen, want dit zal me hem alleen maar meer laten missen.
Ik weet niet of ik ooit terug zal komen naar Uranus. Aarde is mijn thuis, hoe verpest het ook is. ik weet natuurlijk nog niet wat er gebeurd op Saturnus, maar ik denk niet dat dat mijn beslissing om uiteindelijk weer naar huis te gaan, gaat verhinderen.
‘De gate voor vliegtuig Saturnus is geopend,’ kraakt een stem door de intercom. Er vliegen vanaf hier niet veel vliegtuigen, dus ze roepen om per planeet. Ik weet dat ik maar een uurtje of twee
Ik maak me ongemakkelijk los van Dylan en begrijp dan volledig wat er is gebeurd. Gezoend, voor de eerste keer. Ik kijk even om me heen en zie Marry en Jake met open mond naar me staren. Marry heeft haar koffie laten vallen en Jake ziet eruit alsof hij het lijk van zijn moeder heeft gezien.
‘Doei,’ fluister ik naar Dylan en dan loop ik weg.

We zitten in het vliegtuig. Sinds dat we ingestapt zijn, hebben we geen woord met elkaar gesproken. Er komt een vrouw langs die vraagt of ik de krant wil. Ik knik en krijg binnen een aantal seconden een krant op mijn schoot gesmeten.

Het hele zonnestelsel is geschokt

John - Mercurius - en Lydia - Neptunus - hebben toegegeven dat ze hun kind, Grace - Saturnus en Uranus - getraind hebben op haar krachten. Het is mogelijk dat ze gedwongen zijn dit te vertellen, maar de politie denkt nu nog dat ze het uit pure wil verteld hebben en dat het dus waar is.
‘Ik wist het wel,’ zei George -Jupiter -een goede vriend van Grace. ‘Ze was altijd al sterker dan ik. Ik was ooit in haar huis en toen vond ik een kelder vol wapens en trainingsmaterialen. Ik heb Grace er nooit over gevraagd, maar haar vader heeft me betrapt. Hij zei dat ik er nooit met iemand over mocht spreken, maar nu hij het zelf heeft toegegeven lijkt het me dat ik het wel mag vertellen.’
Nadat dit bericht binnen was gekomen, heeft de politie onderzoek geprobeerd te doen in het huis van de familie van Grace, maar ze konden niets vinden dat er op leek.
‘Ik weet van niets,’ zei Ira, een vriendin van George en Grace. ‘Ze heeft me nooit iets verteld over trainen en het lijkt me ook niet echt logisch. Grace was altijd een van de slechtste bij gym, dus ik denk dat het allemaal een plan is van Pluto.’
‘Wat als ze dat express deed,’ ging George ertegenin, toen we hem deze stelling voorlegden. ‘Ik denk dat Ira een beetje in een schok verkeerd, maar vroeg of laat zal ze de waarheid gaan zien.’
We houden u op de hoogte!

Mijn mond valt open en de krant valt uit mijn handen. Wat is hier aan de hand? George is het meteen eens met het bestuur. Heeft hij echt de trainingszaal gezien? Ik ben nog nooit in de kelder geweest. Mijn vader zei dat het daar gevaarlijk was, omdat er vroeger monsters in zaten, maar nu weet ik het niet meer. En hebben mijn ouders echt toegegeven dat ik getraind ben?
Marry kijkt me aan. ‘Wat is er, Grace?’
Meteen kijkt Jake op en haalt hij de witte oordopjes uit zijn oren. Hij zit bij het raam, naast hem zit Marry en daar weer naast zit ik, aan het gangpad. Verscheidene mensen kijken me met een woedende blik aan, maar ik probeer hen zo goed mogelijk te negeren.
Ik geef haar de krant. ‘George en Ira waren mijn beste vrienden.’
‘Waren?’ vraagt Jake verbaasd. Hij leest over Marry’s schouder mee.
‘Ja, het lijkt me niet echt dat ze nu nog te vertrouwen zijn,’ zeg ik en het klinkt niet eens spottend. Ik ben nog steeds ontzet.
‘Het spijt me, Grace,’ zegt Marry, als ze het hele artikel heeft gelezen. Ze geeft de krant aan Jake, die de laatste regels leest.
‘Het spijt mij ook,’ zeg ik. ‘Maar jullie moeten weten dat ik echt niet getraind heb. Ik mocht nooit in de kelder komen, in verband met monsters.’
‘Monsters? Maar alle resten van monsters zijn toch naar Pluto?’ vraagt Jake verbaasd. Hij neemt een slok van zijn sap.
‘Ja, maar in onze kelder zaten vroeger monsters. Mijn vader vertelde me dat hun geest ook niet heel veel goeds deed.’ Ik knijp in mijn neusbrug en probeer de gedachte te verwerpen dat mijn vader me verraden heeft.
‘Waarom hebben je ouders toegegeven, denk je?’ vraagt Marry. Ze pakt een stift uit haar tas en gaat de krant door, op zoek naar andere artikelen die met monsters of mij te maken kunnen hebben.
‘Ik weet het niet,’ zeg ik, ‘maar het is echt niet zo dat ze mij wilden verraden. Ik denk dat ze gedwongen zijn.’
‘Ik denk het ook,’ zegt Marry.
‘Hoe bedoel je?’ vragen Jake en ik tegelijkertijd.
‘Dat de monsters op aarde zijn aangekomen.’

A/N:

Ik hoop dat jullie dit hoofdstuk leuk vonden. Ik ben nu goed bezig met schrijven enzo. Hoofdstuk 10 komt er snel aan. Ik hoef morgen pas weer naar school, dus ik hoop dat ik een aantal hoofdstukjes kan schrijven voor dat is, want dan schrijf ik duidelijk minder, maar goed.

Dit was het weer. Wat vinden jullie van Grace en Dylan?

x -A

De OntwakingWhere stories live. Discover now