Hoofdstuk 24

22K 948 95
                                    

"Kom onmiddelijk terug hier met dat!" roep ik. Pesterig schudt David zijn hoofd en zet nog een stap achteruit. Ik zucht. Waarom ben ik ook meegekomen? Er is iets vreselijk mis met me de afgelopen 24 uur.

"David, alsjeblieft."

"Kom maar halen," knipoogt hij. Ik blik rond, op zoek naar mijn tas waarop ik mijn blousje heb gelegd, maar blijkbaar heeft hij mijn topje ook meegegrist. De scheve eenhoorn. Ik grom en sta op terwijl ik de handdoek stevig rond mijn lichaam sla.

"Jij bent zo dood! Kom hier!" gil ik woest. Met iedere stap die ik in zijn richting zet, doet hij een achteruit.

"Als je me eerst gaat bedreigen, dan ga ik niet dichterbij komen."

Hij draait zich om en rent naar het strandhuis toe. In mijn ooghoek zie ik Jenn nog steeds in de zee en daarna spurt ik achter David aan. Hij loopt de hoek van het huis rond richting de voortuin. Waarom? Rotte loempia.

Hijgend kom ik in de voortuin aan en zie hem net via de voordeur weer binnen lopen. Waarom heb ik zo'n vreselijke conditie? Als een speurhond die een spoor heeft opgepikt, volg ik hem naar binnen.

"Oké, David, waar ben je?" fluister ik als ik de deur achter me heb gesloten. Ik sta in een zwak verlicht halletje. Rechts is er een trap naar de eerste verdieping, links een deur naar de woonkamer.

Ergens boven me kraakt er zachtjes een houten plank.

"Nu heb ik je!" lach ik gemeen. Ik snel de trap op en kom uit op een lange gang. Deze is wel goed verlicht door de immense ramen die zicht geven op de zee en het strand. Door de plotse lichthoeveelheid kan ik alleen maar Davids silhouet onderscheiden van de rest.

Hij glipt een kamer binnen en opnieuw volg ik hem, hoewel ik nu toch begin te twijfelen of dit wel de goede richting uitgaat. Hij lokt me als een of ander dom beest in de val. Tegen al mijn instincten in wandel ik toch de kamer binnen, weliswaar op mijn hoede.

"David? Geef mijn topjes terug!" vraag ik aan het donker. Doordat de gordijnen gesloten zijn is er maar weinig licht in de kamer. Plots word ik met mijn gezicht tegen de muur gedrukt. Davids lichaam is tegen mijn rug gedrukt.

"Stomme patat!" mompel ik met de ene zijde van mijn gezicht tegen de muur gedrukt.

"Nu heb ik je," grinnikt hij in mijn oor. Ik krijg rillingen van zijn stem en de houding waarin ik nu vastzit. Dit is niet bepaald de manier die ik in gedachte had om mijn topjes terug te krijgen. Gelukkig valt de handdoek niet af.

"K-krijg ik nu eindelijk m-mijn bikini terug?"

David legt zijn lippen in mijn hals en geeft me kleine kusjes. "Zomaar? Voor helemaal niks? Ik wil wel iets terug."

Mijn ademhaling is nog niet helemaal bekomen van mijn jacht op David en nu hij zo dicht bij me is, lijk ik alleen maar meer buiten adem te geraken.

"Je hebt het gestolen van mij, ik hoef je niks terug te geven!"

"Ik geloof niet dat jij momenteel veel te zeggen hebt over wat wel en niet moet," lacht David gemeen. Met zijn lippen gaat hij over mijn ontblote schouders.

"Wat wil je?"

"Dat weet je al, schatje.":

"Vergeet het, niet voor een simpel topje. Nooit eigenlijk."

"Goed, je krijgt het terug... als ik het je mag omdoen."

Ik zucht, wat voor gestoorde voorstellen heeft hij eigenlijk? Hij gelooft toch niet serieus dat ik daar op in ga?

"Ik zou maar snel beslissen, mijn aanbod blijft niet eeuwig gelden."

"Jij bent zo'n vreselijke patat."

The Badboy's GameWhere stories live. Discover now