30 minuten later:

Ik ben mijn haar aan het borstellen terwijl Jace ongeduldig staat te wachten.

Zodra ik de borstel weg leg zucht hij opgelucht.

"Eindelijk, je bent klaar. Tijd om te ontbijten." zegt Jace.

"O, nee. Ik moet me nog insmeren met bodycream, en daarna moet ik me nog opmaken. En ik heb nu alleen deze handdoek. Die moet ik nog omruilen voor kleding." zeg ik.

"Ik was helemaal klaar in de tijd waarin jij je haar borstelde. Je hoeft niet eens make-up te gebruiken. Waarom duurt het altijd zo lang bij vrouwen?" klaagt Jace.

Ik doe mijn mond open om te antwoorden maar Jace onderbreekt me al.

"Nee, laat maar. Ik ga wel alvast ontbijt maken. Schiet alsjeblieft op prinses, ik wil je zo snel mogelijk weer bij me hebben." zegt hij.

Lief. Dat is alles wat ik kan denken. Hij is zo lief voor me.

Maar wat zouden mijn ouders ervan vinden als ze dit wisten...

Ik glimlach en Jace verlaat de badkamer. Mijn glimlach zakt bijna gelijk weer weg.

Ik ben een vreselijk mens. Ik ben nu compleet verbonden aan Jace en heb geen moment eraan gedacht dat ik mijn ouders nu echt niet meer kan terug zien.

Tenminste, ik had er eerst al moeite mee om lang bij Jace weg te zijn omdat ik dan misselijk werd en het koud kreeg. Alsof ik ziek was. Dat was met alleen een markering. Nu het mateproces voltooid is zal ik helemaal geen afstand meer kunnen hebben.

Zelfs als afstand geen probleem is zullen zo veel andere dingen me tegenhouden. Schuldgevoel. De weerspiegelde pijn van Jace. Nog meer schuldgevoel. Hele boze ouders als ze horen dat ik al die tijd in orde ben geweest en niets heb laten weten.

Shit zeg. Dit was dus echt niet het plan.

Hoewel het misschien toch beter is als ik mijn ouders nooit meer spreek. Daarmee voorkom ik een hele hoop leed. Van hun, van Jace, van mij.

Nee wacht. Dat kan ik echt niet maken. Ze verdienen het om de waarheid te weten.

Maar ik kan ook niets zeggen over de weerwolven en mates...

Ugh ik weet het niet. Ik weet het echt niet meer. En ik zal toch iets moeten kiezen.

"Lieverd, alles oké?" vraagt Jace opeens.

Ik schrik op. Hij staat voor de deur.

"Eh ja, ik was gewoon even aan het denken." zeg ik snel.

"Heb je pijn?" vraagt hij bezorgd.

"Mwah, gewoon honger." ontwijk ik de vraag.

Ik kan wel janken zo erg weet ik niet wat ik moet doen. Maar dat ga ik niet zeggen.

En ik heb zo veel pijn dat ik ook heel erg veel spijt heb. Maar dat ga ik ook niet zeggen.

Honger is altijd een goede afleidingsmanoeuvre.

"Je kat trouwens ook. Ik geef hem wel wat vlees, we moeten nog gewoon kattenvoer kopen." zegt Jace.

Ik wacht tot ik hem de kamer uit hoor lopen en verlaat dan pas de badkamer.

Ik heb geen zin meer om make-up te gebruiken. Het maakt ook eigenlijk niet uit, Jace heeft me zo vaak zonder gezien. En hij heeft me op de meest vreselijke manier gezien.

Verbrand. Half dood. En toen de vreselijke brandwonen en littekens weg waren zag ik er nogsteeds vreselijk uit. Vette haren, ontstoken pukkelige huid...

The Accident Where stories live. Discover now