Hoofdstuk 10

1.1K 85 11
                                    

      Met veel kabaal werd de spiegel aan mijn kant los van de cabine geschoten. Al snel volgde ene tweede schot, maar het effect daarvan kon ik niet zien. Nate was lijkbleek geworden en had zijn greep op het stuur zodanig verstevigd dat zijn knokkels er wit van waren geworden.
      “Rij door,” siste ik, want het geluid van de banden van onze belagers maakte me niet echt gerust van de situatie. Gelukkig drukte Nate het gaspedaal dubbel zo hard in en spurtte we verder. Nog een schot klonk, maar dit keer was het effect duidelijk te merken.
      De vrachtwagen helde naar link. Nog een schot en de vrachtwagen kantelde om. Stukken gebroken glas vielen op me terwijl ikzelf uit mijn stoel geslingerd werd. Ik landde half op Nate –die wel zijn gordel om had gedaan- en half op de grond in nog meer glasscherven. De pijn drong nauwelijks tot me door. Het enige waar ik mee bezig was, was zoeken naar een soort uitgang. Uiteindelijk kroop ik maar door de gebroken voorruit naar buiten, wat me wel een paar wonden extra opleverde. Eenmaal buiten bleef ik laag om niet als schietschijf te dienen.
      Even keek ik naar Nate, die bewegingsloos tussen de scherven lag. Langzaam en zonder geluid te maken, bewoog ik me naar hem toe. Zijn ogen waren gesloten, maar zijn borst ging lichtjes op en neer.
      Om eerlijk te zijn, wilde ik hem laten liggen. Alleen wegkomen zou namelijk al niet makkelijk zijn geweest, laat staan als ik die jongen ook nog mee moest slepen. Daarnaast vermoedde ik dat het de politie was die ons op de hielen zat en die zouden wel even stil blijven staan bij Nate en in elk geval een paar agenten zouden bij hem achterblijven en dus niet achter mij aangaan. Het was dus alleen maar in mijn voordeel om hem te laten liggen. Ik was dan ook al ontsnappingsroutes aan het zoeken toen ik nog een keer naar de jongen keek. Het bloed in zijn blonde haar, het glas in zijn lichaam, de scheuren in zijn kleding en voordat ik goed en wel doorhad van wat ik aan het doen was, was ik al geruisloos naar hem toe gegaan. Zo voorzichtig mogelijk klikte ik de gordel los. Het geluid klonk als een kanonschot in mijn oren. In stilte wachtte ik af, maar toen er geen andere geluiden klonken, haalde in Nate uit de gordel. Hij was nog steeds super licht en het kostte me dan ook weinig moeite om hem uit de vrachtwagen te tillen. Om mezelf ervan te verzekeren dat hij nog leefde, legde ik twee vingers in zijn hals. Daar was zijn hartslag te voelen, al was deze aan de zwakke kant.
      Nog even luisterde ik naar de stilte en toen deze ononderbroken bleef, ging ik half staan. Moeiteloos tilde ik Nate op en zo snel als ik kon met glas in mijn voeten en een bewusteloos lichaam in mijn armen, rende ik het bos aan de kant van de weg in. Geen enkel geluid achtervolgde me, op het slaan van mijn hart na.

      Hoe lang ik uiteindelijk gerend had, wist ik niet, maar toen ik me bij een beek op de grond liet zakken, was ik zwaar aan het hijgen. Nate, die nog steeds bewusteloos was, legde ik op de grond neer. Ik gunde mezelf een paar minuten rust, waarna ik me over de jongen heen boog. Zijn borstkas ging nog steeds op en neer. Om zijn wonden te kunnen bekijken, trok ik zijn shirt uit. Aangezien de groene stof helemaal gescheurd was, was het shirt onbruikbaar geworden, dus ik scheurde er een stuk vanaf. Het stuk doopte ik in het water van de beek en zo voorzichtig mogelijk waste ik het bloed van Nate’s bovenlichaam, gezicht, handen en voeten. Toen het bloed eenmaal weg was, bleken de wonden minder erg dan ik had gedacht, maar het was nog steeds erg. Voorzichtig begon ik het glas uit de wonden te halen, maar al snel werd me duidelijk dat ik voor het meeste een pincet nodig ging hebben.
      Wetend dat ik Nate niet zomaar achter kon laten, begon ik het glas uit mijn eigen lichaam te halen. Als ik had gedacht dat rennen met glas in mijn voeten al pijnlijk was, vergat ik dat door de pijn die ik voelde bij elke scherf die ik eruit trok. Toen de grootste scherven uit mijn lichaam waren, begon ik het bloed van mijn lichaam af te wassen, wat ik achteraf gezien eerder had moeten doen.
     
      En daarna moest ik wachten. Nate kwam pas bij toen de zon net over de boomtoppen heen scheen. In de tussentijd had ik totaal niks gedaan en ik veerde gelijk op toen hij in beweging kwam. Verdwaasd keek hij naar de lucht en hij zou overeind gekomen zijn als ik hem niet terug had geduwd. Verward keek hij naar me, maar hij bleef wel liggen. Nadat ik me daarvan verzekerd had, stond ik op, zonder ook maar enig idee te hebben waar deze plotselinge bezorgdheid vandaan kwam.
      “Wat ga je doen?” vroeg Nate, die weer half overeind kwam.
      “Een apotheek zoeken,” antwoordde ik, waarna ik eraan toevoegde, “blijf liggen.”
      “Waarom?”
      “Omdat die wonden anders gaan ontsteken.” Zonder verder nog iets te zeggen, draaide ik me om en ik liep weg.

      Het kostte me een tijdje, maar na ongeveer een kwartier liep ik het centrum in. De zon was in die tijd snel omhooggeklommen. Half slapende mensen liepen over de straat, maar niemand schonk echt aandacht aan me. Soms gleden nieuwsgierige blikken over mijn blote voeten en bebloede kleding, maar er waren geen angstige blikken of zelfs blikken van herkenning. Dat zorgde ervoor dat ik me totaal niet op mijn gemak voelde, dus versnelde ik mijn pas iets.
      Zonder enig oponthoud kwam ik bij de schietbaan. Nee, ik had niet tegen Nate gelogen over de apotheek, maar ik had een wapen nodig. Een goede. Dus geen zakmes en ik wist niks anders waarmee ik overweg kon, dus moest ik het risico nodig om naar deze zaak te gaan.
      Zodra ik de ruimte binnenstapte, liep er een redelijk grote man naar binnen vanuit een achterkamertje. Had ik trouwens al verteld dat de zaak illegaal was en dat bijna niemand wist dat hij bestond of waar hij was? Alleen de criminele top wist dat en jammer genoeg hoorde ik daarbij.
      “Wat wil je?” vroeg hij op botte toon.
      “Een Glock 17.” De woorden vloeiden moeiteloos uit mijn mond, maar ik was meer bezig met de wantrouwende blik in zijn ogen.
      “Wie ben jij?” vroeg hij en ik moest mijn best doen om mijn verbazing voor mezelf te houden. Niet dat ik hier al eens eerder geweest was, maar ik had hier via via al eens een wapen vandaan gehaald. En ik was niet echt onbekend.
      “Wat gaat jou dat aan?”
      “Ik geef niet iedereen een wapen, jongen.” Het is overbodig om te zeggen dat mijn verbazing met elk woord dat uit zijn mond kwam, groeide.
      “Ga je dat ding nog pakken, of niet?” zei ik na een tijdje. Woorden die normaal gesproken met gemak uit mijn mond rolden, leken ineens zo onnatuurlijk.
      “Brutaal?”
      “Dat leek me wel duidelijk.”
      “Dat zou ik maar niet zijn als ik jou was.”
      “Maar je bent mij niet,” zei ik rustig. De man keek me ongeduldig en geïrriteerd aan en ik moest moeite doen om mijn kalmte te bewaren. Seconden van stilte gingen voorbij voordat de man eindelijk in beweging kwam. Hij liep naar de ruimte waar hij eerder vandaan was gekomen en kwam even later terug met het pistool en extra lading. Dat laatste was overigens zogenaamde klantvriendelijkheid, oftewel een poging om geen boze criminele op je dak te hebben. Daar waren ze daar dan wel slim genoeg voor.
      De man legde de spullen op de tafel en keek me afwachtend aan, want hij verwachtte dat ik hem zou gaan betalen. Het probleem was alleen dat ik geen geld bij me had en nog minder ideeën over hoe ik dat op moest gaan lossen.
      “Nou?” vroeg hij, overduidelijk ongeduldig. “Ga je hie…” Dat was het moment dat bloed zijn mond vulde. Het moment dat hij door zijn knieën zakte en op de grond viel. Even stond ik verstijfd stil, maar daarna herpakte ik mezelf en griste het wapen en de lading van de tafel en rende ik naar buiten.

Het spijt me dat ik afgelopen zondag niet heb geupdate, maar ik had dit hoofdstuk toen nog lang niet af en wilde het niet afraffelen. Daarna kwam er een drukke week waarin mijn vriendin praktisch bij me kwam wonen, maar dankzij haar heb ik wel een goed idee voor de serie en met name het laatste deel, waarmee ik nogal in de knoop zat. Het heeft dus ook wat goeds opgeleverd. :P Ik hoop dat dit niet een te erge cliff-hanger is, want ik had echt even geen zin om verder te schrijven. En dan zouden jullie nog langer moeten wachten. Voor iedereen die morgen weer naar school moet, succes!

Duivelskind [Discontinued]Where stories live. Discover now