*Hoofdstuk 30*

1K 36 0
                                    

P.O.V. Caitlyn
Na een paar dagen gaat het weer goed met Caleb. Zijn arm zit nog wel ingepakt, maar hij kan gelukkig weer lopen. Natuurlijk is hij ook weer aan het werk. Ik heb hem de dag dat hij naar huis mocht alles verteld en ik kon zien dat hij het lastig vond, maar dat liet hij niet zien.

Ik zit op de bank, terwijl ik een progamma kijk wat ik eigenlijk niet zo interessant vind, maar ik heb geen zin om op te staan en de afstandsbediening te pakken.

"CAITLYN!" Hoor ik Caleb roepen. "Ja!" "KOM!" "Kom eraan!" Ik sta op en loop naar de werkkamer van Caleb. Ik open de deur en zie Caleb met een bleek gezicht achter zijn laptop zitten. "Wat is er?" Vraag ik aan hem. Hij zegt niks, maar wijst naar het scherm. Er staat een jongetje op, rond de 3 à 4 jaar. "Wie is dat?" Vraag ik nu. "Het zoontje van Adam" "Wat?!" Roep ik geschrokken. "Waarom wisten we dat niet?" Vraag ik. "Hij heeft het achtergehouden. We hebben allemaal dossiers doorgekeken en daar stond het ineens in. Zijn moeder is ook overleden tijdens de zwangerschap, dus hij is al die tijd alleen geweest" "We moeten hem ophalen. Hij zit al weken alleen en het is een wonder als hij nog leeft!" "Ik bel Marjolein wel, ik kan nog niet rijden en mag nog niet teveel doen" Ik knik.

Al snel is Marjolein er spring ik in de auto. Ik heb het adres van Caleb gekregen en wijs Marjolein de weg. "Ik hoop zo erg dat hij nog in leven is, maar de kans is zo klein" zeg ik zenuwachtig. "We weten in ieder geval dat hij bestaat en dat we daar nu achter zijn gekomen en niet later" zegt Marjolein. Ik knik instemmend.

Al snel komen we aan en parkeert Marjolein de auto. "Ik blijf hier staan en laat de auto aan staan, dan rijd ik meteen weg als je er aan komt" Ik knik en spring uit de auto.

Ik pak voor de zekerheid mijn pistool, als er nog een gek hier rondloopt. Als ik de voordeur in heb getrapt, ren ik door het hele huis. Ik begin in de woonkamer, maar daar is niemand te vinden. Dan ga ik naar de keuken en zie ik een hoopje lichaam op de grond lichaam. Ik stop snel mijn pistool weg en ren naar het lichaam toe. Ik hurk bij het jongetje neer en voel zijn hartslag.

Hallelujah, er is er nog een, maar heel zwak.

Ik pak het lichaampje op en ren terug naar de auto. Ik stap in en Marjolein racet meteen weg. Ik doe snel de autogordel om ons heen en kijk dan goed naar het gezichtje van heg jongetje. Het is helemaal ingevallen en ik krijg tranen in mijn ogen. "Ben je oké?" Vraagt Marjolein aan mij. "Hij is zo mager. Ik hoop dat hij het redt" "Ik rijd naar het ziekenhuis toe. Hij gaat het redden oké" zegt Marjolein om mij moed in te spreken.

Na een kwartiertje komen we aan bij het ziekenhuis en stappen we allebei uit. Ik ren naar binnen en Marjolein loopt snel achter mij aan. "Ik heb hulp nodig!" Roep ik door het gebouw heen. Er komt een zuster naar mij toe en vraagt wat er aan de hand is. "Hij heeft een hele lage hartslag. Ik heb hem zo aangetroffen, dus ik weet ook niet voor hoe lang hij buiten bewustzijn is" zeg ik gehaast. "Loop maar snel mee" Ik loop achter de zuster aan en ze leidt Marjolein en mij een kamer in. "Leg hem maar neer. Ik heb al een dokter geroepen" Ik knik en leg het jongetje op het bed neer.

Ik sla de dekens om hem heen en pak hem daar een beetje mee in, want hij is ijskoud.

Al snel komen er een aantal dokters binnen lopen die van alles aan het jongetje aansluiten. "Mag ik zijn gegevens?" "We hebben hem zo in een huis aangetroffen. Ik weet zijn voor-en achternaam niet, we weten ook niet hoe lang hij daar alleen heeft gezeten en we weten ook niet hoe lang hij buiten bewustzijn is. Komt het wel goed met hem?" Vraag ik bezorgd. "Ja, hij is buiten levensgevaar, maar jullie hadden hem geen paar uur later moeten vinden. We geven hem nu een infuus en alle benodigde voedingstoffen en vocht. Als hij wakker is, moet je op de bel drukken, want dan brengen we wat drinken en eten" zegt de man. Ik knik goedkeurend en dan loopt de dokter weg.

Marjolein en ik blijven een tijdje in stilte naar het jongetje kijken. "Is het een idee dat jij hier blijft en ik een paar dingen voor hem haal die hij nodig heeft." "Ja, dat is goed" zeg ik glimlachend. "Okee, dan ben ik zo terug" ik knik en dan loopt ze weg.

Ik ga dichterbij het bed zitten en pak met een hand zijn handje vast en mijn andere hand streel ik zacht over zijn wangetje heen.

Plotseling springen zijn oogjes open en kijkt hij bang om zich heen, terwijl zijn ademhaling versnelt. Als hij mij ziet, krijgt hij tranen van angst in zijn ogen en kruipt hij in elkaar en gaat hij tegen het hoofdbord van het bed aanzitten. Hij slaat zijn handjes voor zijn gezicht en begint te snikken.

"Hey" zeg ik zachtjes. "Je bent veilig" Ik leg voorzichtig mijn hand op zijn schouder en ga bij hem op het bed zitten. Ik blijf even stil en voorzichtig haalt hij zijn handjes voor zijn gezicht weg. Ik glimlach naar hem, maar hij blijft mij bang aankijken. "Wat is je naam?" Vraag ik. "Max" zegt hij met een lief stemmetje.

My changing life •Dutch• {voltooid} (herschreven)Where stories live. Discover now