*Hoofdstuk 9*

1.8K 56 5
                                    

P.O.V. Caitlyn
Ik loop het lokaal in en zie Claire al zitten. Ik zie haar opgelucht zuchten. "Je leeft nog" zegt ze grinnikend. "Ja, hij koelde af, terwijl we naar binnen liepen" "Waarom hielp je hem überhaupt?" Vraagt ze. "Ik denk dat er vanbinnen wel een aardige jongen zit, alleen heeft hij een masker op, zodat niemand dat ziet" "Hmm, daar kan je wel eens gelijk in hebben. Niemand kan zo harteloos zijn" "Precies"

Net voordat de les begint, komen Sander, Dylan en Tyler binnenlopen. "Net op tijd jongens, ga zitten" Ze reageren er niet op en gaan ergens zitten. Ik merk dat Sander oogcontact probeert te maken en ik kijk hem aan. Hij seint met zijn hoofd naar zijn telefoon. Ik pak ongezien mijn telefoon uit mijn kontzak en zie dat een onbekend nummer, waarschijnlijk Sander, mij geappt heeft.

Onbekend nummer: Oké, ik vertrouw je
Onbekend nummer: Na school op de plek waar ik mijn handen verneukt heb

Ik kijk op en knik naar Sander.

————

Na school loop ik samen met Colin, Jonathan en Claire naar buiten. "Ik heb nog met iemand afgesproken, dus ik blijf nog even op school" "Oké, tot zo zusje" zegt Colin. Ik zeg Jonathan en Claire ook gedag en loop dan naar de plek waar Sander wilde afspreken.

Hij is er nog niet, dus ik pak mijn telefoon en speel er een spelletje op, totdat ik voetstappen hoor. Ik kijk op en zie Sander aankomen. Ik stop mijn telefoon in mijn jaszak en leun tegen de muur aan.

Het is even een tijdje stil, totdat Sander ineens begint te praten. "Ik heb een zusje van 8 met het syndroom van Down en altijd als we samen of met het gezin iets gaan doen, kijken mensen ons raar en ik zie dat het haar pijn doet. Daarom wil ik andere mensen ook zo laten voelen. Vanmiddag was ik zo gefrustreerd, dat ik de muur maar ging slaan" zegt hij, met een niet-gemeende glimlach.

"De muur is beter dan onschuldige kinderen. Je kan dan beter gaan boksen en mensen slaan die ervoor getraind hebben, zoals ik" zeg ik. Hij kijkt mij verbaasd aan. "Jij, boksen?" "Hmm, is een geheimpje" zeg ik grijnzend. "Dus, wat zeg je ervan? Twee keer in de week in de sportschool?" "Best, maar niet gaan janken als ik je pijn doe" zegt hij lachend.

"Maar, mag ik haar een keer ontmoeten?" Vraag ik nieuwsgierig. "Sure, heb je vandaag wat te doen?" "Nope, maar ik ben wel met de fiets" zeg ik. "Ik kan je morgen wel ophalen" zegt hij. Ik glimlach en knik.

Deze kant vind ik veel leuker. Ik wist wel dat er een aardige Sander te vinden was onder het masker.

We lopen naar zijn auto en we stappen allebei in. "Sorry dat ik je trouwens geslagen heb gisteren" zeg ik. "Ja, mij ook" zegt hij grinnikend. Hij rijdt naar zijn huis toe en we komen bij een mooi vrijstaand huis aan. Hij parkeert zijn auto en we stappen allebei uit.

Hij opent de voordeur en laat mij binnen. Hij sluit de deur achter zich. "Ik ben thuis!" Roept hij door het huis heen. "Sander!" Hoor ik een vrolijke stem roepen. Om de hoek komt een klein meisje aanrennen die in de armen van haar grote broer springt. "Hey beauty" zegt Sander lief. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht. "Wie heb je meegenomen?" Vraagt ze nieuwsgierig als ze mij in haar vizier krijgt. "Ik ben Caitlyn. Ik zit bij Sander in de klas. En wie ben jij?" Vraag ik. "Chloe" zegt ze verlegen. "Wat een mooie naam" "Dankjewel"

Er komt een vrouw naar beneden en ik neem aan dat dat hun moeder is. "Je hebt bezoek meegenomen?" Vraagt zijn moeder verbaasd. Sander knikt en ik stel mezelf voor. "Ik ben Karin" zegt ze glimlachend.

Sander heeft Chloe inmiddels op de grond gezet en als Karin haar blik op de handen van haar zoon valt, schrikt ze. Ze pakt zijn handen vast en kijkt hem aan. "Wat heb je gedaan" "Ik was gefrustreerd en heb dat op de muur geuit" zegt hij. Ze zucht en kijkt hem dan glimlachend aan. "Je moet wel voorzichtig met jezelf zijn" zegt ze. "Weet ik mam" "Nou, ik laat jullie weer met rust. Kom je schat, dan gaan we mooie tekeningen maken" zegt ze tegen Chloe. Ze zwaait nog even naar mij en ik zwaai terug.

"Ze is echt schattig" zeg ik tegen Sander. "Ja he, ik hoop dat ze later niks van alle mensen gaat aantrekken die zo naar doen" zegt hij zuchtend. "Ja snap ik."

Na nog een uurtje gekletst te hebben is het tijd om naar huis te gaan. "Ik vond het erg gezellig. Moeten we vaker doen" zeg ik. "Hmm, mee eens. Weet je zeker dat ik je niet thuis moet brengen" Ik knik. "Ik heb soms even behoefte aan frisse lucht en dan kan ik nadenken over van alles en nog wat." Zeg ik glimlachend. "Oké dan. Ik haal je morgen om 8:15u op" "Is goed. Tot morgen" "Doei" Ik zwaai nog even naar hem en loop dan richting huis, wat niet zo ver is.

Onderweg zie ik iets in mijn ooghoek voorbij schieten. Ik kijk er even naar en kom dan tot de conclusie dat er niks is. Ik schud even mijn hoofd en loop dan verder.

Plotseling voel ik een hand op mijn mond, en de andere hand gaat naar mijn middel. Ik gil tegen de hand aan van schrik. Ik begin te trappen en uiteindelijk trap ik op de goede plaats. "Bitch" hoor ik de jongensstem achter mij piepen. Nu hij afgeleid is, haal ik de handen van mij af en begin ik hem in elkaar te slaan. Hij heeft een bebloede neus en lip.

Ik pak mijn telefoon en bel 911.

Ik leg uit wat er is gebeurd en al snel hoor ik sirenes aan komen. Er stappen twee mannen uit de auto die naar mij toe rennen. Ik duw de man naar de agenten en de agenten kijken mij vreemd aan. "Bent u oké mevrouw" "Ja, alleen een beetje geschrokken, maar lichamelijk ben ik helemaal in orde" "Bedankt voor het bellen. Moeten we u nog naar huis brengen?" "Nee bedankt, ik bel wel iemand die mij op kan halen" Ze knikken, duwen de man, die mij boos aankijkt, in de auto en rijden dan weg.

Ik pak mijn telefoon, toets het bekende telefoonnummer in. En als er opgenomen wordt, zeg ik meteen:

Ik: Ze zitten achter me aan...

My changing life •Dutch• {voltooid} (herschreven)Where stories live. Discover now