Hoofdstuk 3: Het Instituut voor Nieuwelingen

Start from the beginning
                                    

Lydia, een schoolvriendin van Grace, beweert echter dat het meisje vaak pocht over haar krachten. “Ze vertelt altijd over haar vader. Hoe machtig hij is en hoe veel hij haar leert over de krachten van de Uranuskinderen en haar moeder leert haar hoe ze moet vechten. Ik weet dat ze me zal vermoorden als ze dit uiteindelijk leest, maar ik denk niet dat de Erkenning eerlijk is verlopen.”
Hoewel Grace’ vader haar geen krachten heeft kunnen bijbrengen, moet de regering toch onderzoek gaan doen naar de opvoeding van Grace. Binnenkort meer informatie!

Ik geef de krant door naar Jake.
‘Lydia,’ zucht hij. ‘Dat was wel heel erg logisch.’
Lydia is een meisje uit onze klas. Ze is een van de populairste kinderen en daarom mag ik haar niet. Ooit waren we beste vriendinnen, maar toen ze mijn pop stal, heb ik gezworen nooit meer bevriend met haar te zijn. Sindsdien hebben we ruzie. Ze heeft haar zin gekregen, ze is populair en ik niet, maar dat maakt mij niet uit. Je had kunnen verwachten dat zoiets zou gaan gebeuren. Toch ben ik woedend.
‘Ze had gelijk over één ding,’ zegt Jake.
‘Wat dan?’ snauw ik.
‘Je gaat haar inderdaad vermoorden.’
Marry grijnst even kort naar hem en na een tijdje waait mijn woedebui ook over.
Ik scheld even kort naar de krant en smijt hem dan in een van de prullenbakken. ‘Zo, daar zijn we ook klaar mee.’
We liepen door naar het grote gebouw. Met sierlijke gouden letters stond er Instituut op geschreven. Het was een van de grootste gebouwen die ik tot nu toe in mijn hele leven had gezien. Ik schatte het zevenentwintig verdiepingen hoog en driehonderd meter breed.
Bij ons op aarde blijven zulke gebouwen nooit lang staan. Vroeger bouwden ze hen wel, maar door de vele aardbevingen die nog steeds natrillen van de oorlog en de bommen die nooit afgegaan zijn, maar nu toch hun kans nemen doen ze het niet meer. Het is gewoonweg te gevaarlijk.
‘Wow,’ zegt Jake.
‘Zeg dat wel,’ mompel ik.
We lopen het instituut binnen. Binnen is het schoner en witter dan dat je ooit in mijn straat zou kunnen maken. Het wit doet mijn aan mijn ogen en ik knijp even kort in mijn neusbrug. In het midden van de kamer staat een ronde balie. Aan de rechterkant staan een aantal spierwitte stoelen en banken en aan de linkerkant staat en lift, wat het enige is - behalve de mensen - dat niet wit is.
Jake loopt als eerste van ons naar de balie. ‘Hallo.’
‘Hallo,’ zegt de vrouw achter de balie. Ze is niet ouder dan twintig en ze heeft zilveren kleren aan. Ook een van de weinige kinderen van Uranus. ‘Welkom in het Instituut voor Nieuwelingen.’
‘Uh, ja hallo,’ zeg ik. ‘Ik ben Grace en dit zijn Marry en Jake. We zoeken voor een plek om te beginnen met mijn training.’
‘Grace hè?’ zegt de vrouw plots geïnteresseerd. ‘Jou naam ken ik.’
‘Ja,’ zeg ik en ik haal mijn schouders op, ‘ik ben het meisje van de twee planeten.’
‘Aha!’ roept de vrouw. ‘Dan ben je hier denk ik op de juiste plek.’
‘O ja?’ vraagt Marry.
‘Ja,’ zegt de vrouw. ‘Op dit instituut leren Nieuwelingen die net Erkent zijn welke krachten ze kunnen krijgen en hoe ze die kunnen gebruiken.’ Ze komt achter de balie vandaan. ‘Ik ben Lucinda.’
Ik schud haar hand. ‘En hoe moet ik me inschrijven?’
‘Als je hier je handtekening, naam en planeet zet, komt alles voor mekaar,’ zegt Lucinda. ‘Je zult hier verblijven en je vrienden krijgen ook een kamer. Als jullie willen kan ik zelfs een appartement voor jullie regelen.’
Marry trekt Jake en ik even naar achteren. ‘Dus wat gaan we doen?’
‘Nou, ik vind het niet erg om met twee meiden in één bed te slapen, hoor,’ zegt Jake.
‘Ieuw!’ zegt Marry.
‘Kiezen we voor het appartement of voor de aparte kamers?’ vraag ik, na een boze blik op Jake. Waarom heb ik hem ook al weer meegenomen?
‘Ik denk dat het appartement veiliger is,’ zegt Jake, nu serieus.
‘Ik ben voor,’ zegt Marry.
‘Ik vind het prima.’
We draaien ons om naar Lucinda. ‘Appartement, graag.’
‘Oké, dan hebben jullie hier een sleutel.’ Ze overhandigt me een gouden sleutel met het nummer 827. ‘En hier een kaart, zodat jullie de weg niet kwijt raken. Ook heb ik een rooster voor Grace. Morgen beginnen je lessen. Je instructeur is Dylan. Hij zal je helpen met het verbeteren van je krachten.’
‘Bedankt,’ zeg ik.
 ‘Graag gedaan,’ zegt Lucinda. Daarna verandert haar stem weer in een eentonig geluid. ‘Veel succes in het Instituut voor Nieuwelingen en denk maar altijd “hier is je familie”!’

Ik open mijn ogen. Even vraag ik me af waar ik ben, en dan komen de herinneringen van de vorige dag weer terug. De Erkenning, de vliegrijs, Uranus, Saturnus, Marry, Jake, het Instituut.
Snel kijk ik op mijn wekker. ‘Shit!’ Het is een oud scheldwoord, maar mijn ouders verboden me om te schelden met de scheldwoorden die ze nu gebruiken. Natuurlijk ken ik ze wel, maar ik heb het afgeleerd ze te gebruiken.
Het is half negen. Om negen uur moet ik in een lokaal zijn met Dylan. ‘Shit, shit, shit!’
Ik schiet mijn bed uit en grijp wat kleren uit de kleine koffer die ik van thuis heb meegenomen. Het zijn zilveren kleren, die ik in een winkel niet veel verder heb gekregen. Daarna ren ik naar de badkamer en sta ik een kwartier onder de douche. Ik kleed me snel aan, poets mijn tanden, grijp een appel en de plattegrond en ren het appartement uit.
‘Waar kom jij zo laat vandaan?’ vraagt een jongen als ik eindelijk het goede lokaal binnenloop. Ik krijg alleen de achterkant van hem te zien. Hij heeft bruin haar en een zilver hemd aan, boven op een zwarte trainingsbroek.
‘Eh, ik kon de weg niet vinden.’ Het was echt geen leugen. Dit instituut is bijna het doolhof uit een van mijn favoriete boeken.
De jongen draait zich om. Hij heeft een mooi gezicht, daar kan je niet aan ontkomen. Groene ogen en een perfect gebit. Hij bekijkt mijn natte haar en rode wangen en lacht. ‘Ja, natuurlijk.’
Ik rol met mijn ogen. ‘Het is waar.’
‘Ik ben Dylan,’ zegt de jongen en hij steekt zijn hand uit; het is bijna ongemerkt, maar hij verandert het onderwerp wel heel snel.
‘Grace,’ zeg ik.
‘Ja, natuurlijk,’ zegt Dylan en hij maakt een korte buiging. ‘Wat een eer om je te kunnen onderwijzen.’ Het klinkt niet sarcastisch, maar ik denk zeker te weten dat het spottend is bedoelt.
‘Nou, nou, meneertje heeft manieren,’ dis ik terug.
 ‘Hé, hé, niet flirten met de leraar.’ Hij glimlacht.
 ‘Flirten?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op. Ik heb nog nooit geflirt. In ieder geval niet expres. ‘Hoe oud ben jij eigenlijk.’
‘Achttien.’
‘Ik ben zestien en bovendien je leerling. Ik denk echt niet dat ik met jou aan het flirten ben.’
‘Goed punt,’ zegt Dylan en hij haalt zijn schouders op. ‘Zullen we dan maar beginnen?’

A/N:

Hooi!
Een nieuw hoofdstuk, wat vonden jullie ervan?Ik vind Dylan zelf een beetje een creep, maarjaa, vertel maar.
De eerste members van de cast staan er nu op. See you soon!
xoxo - A

De OntwakingWhere stories live. Discover now