38

7K 509 268
                                    


Daniëls p.o.v.

Ik heb heus wel door wat Simon aan het doen is. Hij ontloopt me nu al voor de derde dag. Maandag werd ons verteld wat de opdracht van deze week is, en vanaf toen is hij me gaan negeren en ontlopen. Het is nu ondertussen woensdag en hij blijft maar smoesjes verzinnen om niet met me hoeven af te spreken. Hoe erg kan het nou zijn? Een kusje? Het hoeft nog niet eens een hele seconde te duren. Simon lijkt er maar een al te groot probleem van te maken. Misschien heeft hij sinds vrijdag al door dat ik op hem ben, en wil hij daarom niet met me kussen. Het is natuurlijk ontzettend raar om met je beste vriend te kussen als hij verliefd op je is en jij niet op hem. Het is sowieso raar dat je beste vriend verliefd op je is.

   Ergens zou het me niet moeten schelen dat ik verliefd op Simon ben geworden, dat was immers het punt van het experiment, maar het hoort nog steeds niet. Simon en ik zijn al vrienden sinds de crèche, dus het is raar dat ik nu opeens verliefd op hem ben. Ik vraag me af of dat ook gebeurd zou zijn als we niet mee hadden gedaan aan dat experiment. Misschien had ik dan nu met Samantha en had Simon met iemand anders. Ik weet echt wel dat Simon niet op mij is, want hij doet al vanaf het begin van het experiment er moeilijk over. Het zou raar zijn als hij verliefd op me is geworden. Ik zie hem daar niet voor aan. Ik ben daarentegen wel verliefd op hem geworden. Misschien ontloopt hij me daarom, omdat hij het doorheeft.

   Ik snap niet dat hij dit dan zo aanpakt. Hij zou het er op z'n minst toch met mij over kunnen hebben? Het lijkt nu net alsof hij me bij het schroot dumpt. Hij hoeft me niet te negeren. Het is ook super raar om dat te doen als ik gewoon naast hem zit in de klas en hem iets vraag over het huiswerk. Hij kan het ook anders aanpakken. Hij hoeft me niet te behandelen als vuil. Dat doet pijn. Het voelt echt totaal niet prettig om langs de kant gezet te worden door Simon. En al helemaal niet omdat ik verliefd op hem ben. Ik snap best dat Simon het raar zal vinden dat ik opeens verliefd op hem ben, maar dan hoeft hij het niet zo aan te pakken.

   'Daniël,' schrikt me op uit mijn gedachtes. Blozend kijk ik om naar de docent. 'Ga jij ook aan het werk? Je zit nu al een paar minuten dromerig voor je uit te staren, ik vind het wel weer genoeg geweest,' zegt hij.
   'Sorry,' zeg ik en ga aan het werk. Sorry dat Simon me ontloopt en ik daardoor afgeleid ben. Het is niet compleet mijn schuld. Dat ik gewoon makkelijk wegdroom als ik ergens mee zit, kan ik niets aan doen. Docenten mogen af en toe best wel wat meer begrip tonen. Ik bedoel: zij zijn zelf ook kind geweest, ze moeten toch wel begrijpen wat wij denken en doen af en toe?

   Niet veel later gaat de bel. Ik doe mijn boeken in mijn rugzak en sta op. Terwijl ik mijn rugzak over mijn schouder zwaai, kijk ik naar Simon. Hij is bezig met zijn boeken in zijn rugzak te schuiven. Ik wacht totdat hij klaar is en loop dan samen met hem het lokaal uit. Mijn hart begint sneller te kloppen omdat dit de eerste keer is sinds maandag dat Simon weer met me samen over de gangen loopt. Aan de ene kant maakt het me blij, maar aan de andere kant maakt het me ontzettend verdrietig. Simon heeft me gewoon de rest van die dagen ontlopen. Het is echt een beetje lullig voor hem. Het ergste is nog dat ik niet boos op hem kan worden ervoor. Zachtjes stoot ik hem aan, waardoor Simon blozend omkijkt.

   'Kan je vandaag dan afspreken?' Vraag ik. Simons ogen kijken me wanhopig aan.
'Uh..' zegt hij kort. 'Nee, ik wil alvast wat voorbereidingen doen voor scheikunde,' zegt hij dan. Ik frons even.
   'Moet ik anders helpen?' Vraag ik.
'Nee, ik doe het zelf wel,' beantwoordt hij mijn vraag. Mijn hart sputtert tegen. Al die vorige weken wilde hij juist dat ik hem hielp, en nu zegt hij dit.
   'Oké,' stamel ik beduusd en kijk zwijgend voor me. Dit deed pijn. Ontiegelijk veel pijn. Ik loop snel door zonder Simon in de hoop dat de tranen in mijn ogen zullen blijven. Stil ga ik het lokaal in en pak mijn boeken erbij. Ik begin meteen hard te werken, zodat ik hopelijk even niet aan Simon denk. Ik werk zo geconcentreerd, dat ik nog niet eens doorheb dat hij ondertussen naast me is gaan zitten. Ik merk het na een paar opdrachten pas, wanneer ik hem een  keer zacht hoor zuchten. Ik kijk even naar mijn boeken, waar ik eigenlijk een beetje onbewust mee bezig ben gegaan: scheikunde. Simon heeft er waarschijnlijk moeite mee. Ik ga hem niet eens helpen, als hij het dadelijk thuis zogenaamd zo graag alleen wil doen, dan ga ik hem nu ook niet helpen. Als Simon mij gemeen gaat behandelen, dan kan ik dat ook. Ook al wil ik het helemaal niet.

   Misschien is het doel van Simon wel dat hij gemeen tegen me gaat doen, zodat ik hen hopelijk niet meer leuk vind. Misschien is dat wel de gedachte erachter. Het zou raar zijn, maar er zit wel een punt van logica in. Liever heb ik dat hij zich gewoon normaal tegen me gedraagt, maar ik kan zijn gedrag niet besturen. Simon moet zelf even inzien dat ik er ook niets aan kan doen dat ik voor hem gevallen ben. Dan komt het vast allemaal goed. Waarschijnlijk krijg ik dan nooit verkering met Simon, maar dat is het wel allemaal wat vriendelijker afgewerkt.

   De les is sneller afgelopen dan gedacht. Ik loop deze keer alleen het lokaal uit, want dan kan ik even rustig aan doen. Ik moet manieren zien te bedenken om over Simon heen te komen. Dit kan zo namelijk niet langer. Het is niet fijn om met een snel kloppend hart naast je beste vriend te zitten, die toch nooit hetzelfde voor je voelt. Dus hier moet een oplossing voor komen. Brainstormend loop ik door de gangen naar het volgende lokaal. Ik begin me af te vragen hoe lang het experiment nog zal duren, want als Simon zo blijft doen, denk ik niet dat het experiment nog langer zo'n succes zal zijn.

*

Na school fiets ik naar huis toe. Als we nou die opdracht niet hoefden te doen, dan was ik nu gewoon met Simon naar huis gefietst om scheikunde te doen. Ik snap niet helemaal dat Simon er zo'n groot probleem van maakt. Echt niet. Zoals ik al zei hoeft het nog niet eens een seconde te duren. Gewoon heel snel de lippen tegen elkaar en that's it. Van mij mag het best wel iets langer duren en iets anders gaan, maar dat doet er even niet toe.

   Opnieuw krijg ik de neiging om te huilen. Ik heb zo erg het gevoel dat Simon me super hard laat vallen. Hij gooit me zomaar in het diepe voor enkel een kusje. Zou ik dan echt zo erg om mee te kussen zijn? Ligt het eraan dat ik een jongen ben?

   Ik fiets de stoep voor mijn huis op. Samantha staat voor haar voordeur te sjorren aan haar tas, die op haar bagagedrager zit bevestigd. Ze kijkt naar me op.
   'Hoi,' groet ik haar zacht en stap van mijn fiets af. Ik rijd de fiets naar mijn voordeur en ga met mijn gezicht naar Samantha staan. Stil kijk ik naar mijn banden, die eigenlijk wel een keer opgepompt mogen worden.
'Hallo,' zegt ze terug. Ik voel een keer aan de band, die inderdaad slap is. Dan kijk ik naar haar op.
   'Alles goed?' Vraag ik.
'Ja hoor. Met jou?' Vraagt zij.
   'Gaat wel,' antwoord ik. Ze knikt en even is het stil onder ons. Samantha's blauwe ogen dwalen nieuwsgierig over mijn gezicht.

'Ik heb Simon trouwens al lang niet meer gezien,' merkt ze dan op. Ik klap dicht en weet niet wat te zeggen.
   'Ja...' is het enige wat uit mijn mond komt.
'Al sinds vorige week vrijdag al denk ik niet meer,' zegt ze. Ik knik. Nadat ik vrijdag met Simon naar de bioscoop ben geweest, hebben we niet meer afgesproken. 'Hoe komt het?'
   'Uh, weet ik veel... Hij heeft het erg druk met school... Verslagen en zo,' stamel ik. Samantha fronst eventjes. Ik leun op de stang van mijn fiets.
'Oh,' zegt ze. Ik knik. 'Jij niet dan?' Kaatst ze terug.
   'Jawel..' zeg ik snel. 'Maar ik heb sommige dingen al af waar hij nog aan moet beginnen en Simon moet altijd veel leren voor scheikunde en dat soort dingen,' lieg ik.
'Aha,' zegt Samantha droog.

Ik knik weer. Iets in haar blauwe ogen lijken het net zo ongeloofwaardig als ik te vinden. Ze lijkt net zo min in de smoesjes van Simon te geloven als ik. Simon heeft projecten meestal een hele week van tevoren al af. Toch besluit Samantha er niet op in te gaan.
'Nou, ik zie je morgen op school wel weer,' zegt ze.
   'Ja, doei,' zeg ik. Dan verdwijnt Samantha haar huis in. Ik kijk nog een keer naar mijn fiets. Ik heb geen zin meer om nog mijn banden op te pompen. Zonder dit te doen zet ik mijn fiets terug in de schuur en ga dan zelf ook naar binnen.

Ik loop de woonkamer in, waar Sven op zijn laptop zit te gamen. Hij kijkt naar me op.
   'Hoi,' zeg ik.
'Hoi,' zeg hij terug en kijkt dan weer naar zijn scherm. Ik loop de keuken in om wat drinken voor mezelf in te schenken. Met het glas drinken ga ik aan de eettafel staan. Sven kijkt weer naar me op. Stil kijken we elkaar even aan.
   'Met jou ook alles goed?' Vraag ik maar. Hij haalt zijn schouders op.
'Ik heb Simon al lang niet meer gezien?' Zegt hij dan vragend. Vanbinnen zucht ik. Ik had het ook wel anders gewild, niet iedereen hoeft er in principe over te vragen. Ik kan er zelf ook niets aan doen.
   'Ja, veel huiswerk en projecten en zo,' zeg ik.

'Is er iets?' Vraagt Sven.
   'Nee, ik zeg toch dat er veel huiswerk en projecten zijn,' zeg ik kortaf en loop de woonkamer uit. Alles en iedereen lijkt me op dit moment chagrijnig te maken. En ikzelf ben degene die het het ergste doet. Als ik nou gewoon niet verliefd op Simon was geweest, dan was dit allemaal nooit aan de hand geweest.

20 leerlingen in één klas (Netties2017)Where stories live. Discover now