☁️21

94 7 0
                                    

'Bedankt.' Ik kijk Matt aan en glimlach voorzichtig.
'Ik dacht dat jij het wel zou redden...' Ik zie dat hij schrikt van zijn eigen woorden.
Ik kijk hem verward aan. 'Hè?'
'Uhm, sorry.' Hij kijkt weg en trekt zijn arm terug. Dan staat hij op. 'Kom, we kunnen nu beter naar binnengaan. Dan kun je opdrogen.'
'Wat bedoelde je?'
'Eerst naar binnen, dan zal ik je het vertellen.'
Ik loop met een verward hoofd achter hem aan naar binnen. Kende ik deze jongen? Waarom weet ik daar niks meer van?
Matt loopt richting een deur en verdwijnt in een kamertje. Hij komt terug met twee kleine handdoeken.
'Hier.' Hij gooit er één naar me toe.
Ik vang hem soepel op en droog mijn haren.
'Dankje.'
'Zullen we wat eten halen in de kantine?' vraagt hij, als hij zijn gezicht ook heeft afgedroogd.
Ik stem maar toe. Ik ben benieuwd waar dat net vandaan kwam en wat hij te vertellen heeft.
We vullen een bordje en schuiven aan een tafel.
'Ik had leukemie. Ze wisten al meteen dat ik het niet zou halen. Ik wilde ze niet geloven en ben in behandeling gegaan. Ik ben iets langer blijven leven, maar ik had het beter niet kunnen doen. Ik lag alleen maar in bed.'
Ik kijk hem geschokt aan.
'Wat erg voor je.' fluister ik.
'Het was denk ik erger voor mijn familie.' Hij blijft even stil.
'Ik ben hier nu twee jaar. Toen ik aankwam werd mij verteld dat ik tot de violen behoorde.'
'De groep die de zieken steunt?'
Hij knikt.
Ik dacht dat jij het zou halen. Het lampje begint bij mij te branden.
'Jij was bij mij.' bevestig ik.
Hij knikt opnieuw. 'Ik was er maar even, maar voelde zoveel energie om jou heen, ik dacht dat je het zou halen. Ik bracht je in de coma, zodat je deze energie kon gebruiken om beter te worden...'
'Het geeft niet,' zeg ik. 'Ik was gewoon al te veel gewond.'
'Ik bedacht me hoe mijn ouders zich gevoeld hadden moeten hebben, toen ik overleed. Ze konden alleen maar toe kijken.'
'Ik zag mijn moeder sterven. Ik zag mijn zusje en vader voor hun leven vechten. Heel even, voor ik doodging. Ik snap je.'
Hij knikt.
Er rolt weer een traan over mijn wang. Snel veeg ik hem weg.
'Het was fijn om met je te praten.' zegt hij.
'Vond ik ook. Ik moet nu maar eens terug naar huis, de les is allang afgelopen en ik moet me voorbereiden op vanavond.'
'Is goed, ik loop een stukje met je mee.'
We ruimen onze borden op en lopen de gang door, naar buiten. Het is gelukkig gestopt met regenen.

Just like a dreamOnde as histórias ganham vida. Descobre agora