Hoofdstuk 2

1.7K 73 7
                                    


Niamh Kuiper

Het heeft geen zin meer om te rennen, ik ben toch al zeiknat. Ik loop langzaam op de stoep, als mijn fiets nou geen lekke band had. Ik zucht.

Een luide klap trekt mijn aandacht, onweer. Snel vlucht ik naar een bushokje op de hoek van de straat. Well shit. Ik moet nog minstens een kilometer, school is drie kilometer van huis dus moet ik nog wel een tijdje lopen.

Ik had mijn OV-chipkaart mee moeten nemen. Daar is het helaas een beetje te laat voor.

Onder het hokje staat een stalen bankje dat er een beetje vies uit ziet, maar ik zoek een schoner plekje en ga zitten. Er liggen overal blikjes energy en uitgerookte sigaretten, waarschijnlijk is dit afval van jongeren die zo 'stoer' zijn dat ze het niet in de prullenbak naast dit bushokje willen gooien. Ik schop tegen een blikje en het knalt tegen het plastic van de zijkant van mijn schuilplek aan.

Ik zet mijn zwarte Eastpack rugtas op het bankje naast mij neer, open de rits en kijk tegen mijn creatie aan. Een robot. Een cavia robot. De onderdelen liggen in een kistje met piepschuim, die verpakt is in plastic. Mijn mobiel ligt ergens onderaan, samen met mijn oortjes en inhaler. Mijn, nu lege, broodtrommel in het voorvakje, samen met een spiegeltje, mijn medicijnen en een lichtgrijze beanie. Natuurlijk zitten er ook boeken in en mijn etui, want school.

Ik haal het spiegeltje eruit en bekijk naar mijn reflectie. Holy Donuts, ik zie er niet uit. Ik kan mijn gezicht bijna niet zien omdat het zo donker is. Het is ook al iets van vijf uur, niet super laat maar in deze tijden wordt het snel donker, en de regen helpt niet echt. Volgens mij zit er ook onweer aan te komen.

Mijn haar, dat normaal krult en kastanje bruin is, is een tint donkerder en plakt tegen mijn hoofd en smal neusje aan vanwege het water, ik probeer het haar van mijn neus af te vegen. Mijn grote ogen kijken me aan. Ze hebben een donker randje en is gevuld met lichtgroen en om de iris zit een karamel-kleurig rondje, best wel cool. Ik ben ook best wel slank, waarschijnlijk doordat ik niet zoveel eet, behalve donuts, en heb een knap gezicht. Verder heb ik geen make-up op, ik vindt dat spul erg irritant. Alleen voor speciale evenementen doe ik een beetje mascara op.

Ik doe het spiegeltje weer terug in mijn tas en sluit de rits weer. Ik trek mijn benen op zodat ik mijn armen om mijn natte benen kan slaan. Sean lijkt ook erg op mij, kan zijn omdat we een tweeling zijn, alleen heeft hij meer golvend dan krullend haar, dat hij in een kuif draagt. Toch is hij wel vaak weg, net zoals pap en mam. Bij zijn vrienden aan het gamen en chillen. Hij was er gisteren wel even en toen ging hij weer weg naar een feestje die zijn vrienden voor hem hadden georganiseerd, ikzelf hou niet zo van feesten. Ik lig liever in bed te lezen of aan mijn uitvindingen te werken.

Ik heb een hoger IQ dan de gemiddelde mens en daar kwamen we al snel achter. Ik mocht een paar klassen overslaan en ben een jaar geleden afgestudeerd op HBO niveau, op werktuigbouwkunde. Maar omdat ik wel de ervaring van een normale tiener wou hebben, voor zover dat nog kon, had ik bedacht dat ik naar dezelfde school als Sea wou. Sean heeft ook een beetje hoger IQ, hij heeft één klas overgeslagen en dus zitten we nu in ons derde jaar. We hebben een paar klassen samen maar vandaag dus niet. School is makkelijk dus hebben we allebei geen problemen met leren en huiswerk wat ons meer tijd geeft voor andere dingen.

Ik hoor een ping en ik vis snel mijn mobiel uit mijn tas. Een appje van Sean.

"Hey Ni, ik blijf wat langer bij Daniel. Zie je later vanavond, hou van je!"

'Prima, ik bestel met wat pizza, hou ook van jou!' Stuur ik terug.

Sean en ik waren heel close, we hebben tot deze dag nog wel een best goede broer-zus relatie. Maar vroeger was het beter. Waar ik was, was Sean. Waar Sean was, was ik. Maar dat is vervaagd over de jaren heen. Ik ging naar een andere school en onze smaak in dingen ging verschillen. Hij houd van uitgaan en ik thuis blijven. En zo dreven we steeds meer een beetje uit elkaar.

Dus dat wordt pizza vanavond.

Ik kijk naar de auto's in die in voor mij staan, aan de overkant. Een rode autobus, een kleinere grijze en een grote Hummer . Ik ben nu een straatje die bestaat uit grote huizen, niet super groot maar ook niet klein. Ik hoor door de regen heen een auto ongeveer een paar meter naast mij parkeren. Ik sla mijn tas weer op mijn rug en ga er tegen aan leunen. Het weer is nog niet opgeklaart, om de zoveel minuten is er een flits en een paar seconden later een luide donderklap. Toch moet ik snel weer richting huis, zeker als dit weer door gaat.

Achter me hoor ik een raar geluid, wat weet ik niet. Langzaam draai ik mijn hoofd om het geluid beter te horen. Een zacht licht schijnt tussen de bomen door van het dichtbegroeide park ongeveer twee meter achter dit bushokje. Verbaasd ga ik staan en tuur door het glas naar de bomen en licht. In een flits is het verdwenen.

'Wat the don-' Ik wordt afgekapt door een grote hand over mond heen, en een om mijn borstkast. Paniek vult mijn lichaam en in voel de adrenaline door mijn lichaam racen. Ik heb gelukkig altijd al wel redelijk snelle reflexen gehad. Mijn hersens komen dus ook snel bij een oplossing. Ik bijt ik zijn hand, alleen heeft hij een handschoen aan, toch moet het vast wel pijn doen. Ik hoor hem vloeken hij heeft een diepe stem dus het is zeker een man. Ik probeer een actie die Sean me heeft laten zien, op een testdummy natuurlijk. Een trap tussen de benen. Ik verplaats mijn benen een beetje als de man mij meetrekt. Ik trap met alle kracht die ik heb, de man laat meteen los. Ik ren, zover mogelijk weg van de man. Paniek, angst en geschrokken.

Was dat nou een kidnap poging? Damn.

Ik kreun zachtjes als ik de bocht om ren door de plassen, mijn broekspijpen worden nog natter. Weet je hoe vervelend het is om met een zware tas te rennen? Het is vreselijk. Het bonkt de hele tijd achterop je rug, maar ik kan mijn caviarobot niet achterlaten. Dus ik ren door, verder het dorp in, een kant op die ik niet ken.

Ik hoor meerdere voetstappen achter me. Fúck. Best wel logisch eigenlijk dat er meerdere zijn, alleen iemand kidnappen is ook best wel moeilijk, niet dat ik er ervaring mee heb maar op tv zijn ze meestal met z'n tweeën of het slachtoffer wordt vermoord, dus betekent dit dat als gevangen wordt genomen dat ik het overleef! Misschien wel. Maar ik heb geen zin om het uitproberen.

Ik hoor de voetstappen vervagen en ik denk dat ze moeite hebben om mij bij te houden. Ik ben nu zo dankbaar voor al die jaren voetbal en conditie training. Maar ze blokkeren nu wel de weg naar huis, en mijn ademhaling begint te haperen en wordt onregelmatig. Fúcking astma. Ik kan dit niet langer volhouden. En het donker helpt ook niet. Het is al redelijk donker, zo donker dat de lantarenpalen aan gaan maar je er niet veel van kan zien vanwege de klote regen.

'Well shit, goed gedaan Niamh,' zeg ik tegen mezelf met een hopeloze toon.

De straat maakt een bocht en ik begin te lopen, even wat rustiger, aangezien ik ze niet meer kan horen en ze me misschien wel kwijt zijn. Maar, hoe kom ik nu nog ooit thuis! En niemand zal het ook merken want Sean is bij een vriend aan het chillen wat betekent dat hij pas rond 'lekker laat' thuis komt. En papa en mama zijn weg, op zakenreis dus ben ik best wel verpoept. Shit.

***

Ik zie ze niet meer, maar dat kan bedrog zijn. Ik ben volgens mij totaal de andere kant op van huis. Mijn migraine besloot om weer langs te komen, mijn angst en de kou helpen ook niet echt, maar ik kan nu moeilijk pillen slikken aangezien ik mijn waterflesje thuis heb vergeten, en mijn ademhaling is niet super erg. Ik blijf toch scherp om me heen kijken. Ik loop uit het steegje naar een straatbord toe. Schipperslaan. Nooit van gehoord. Ik heb geen idee waar ik ben, het liefst ga ik naar huis of de politie, als ik weet waar ik ben zou dat misschien mogelijk zijn.

Uit een ooghoek zie ik een schaduw uit een ander steegje komen en instinctief ren ik de andere kant op, maar ik glij uit over een plas water en modder en val achterover op mijn hoofd. Een stekende pijn schiet door mijn hoofd heen. GREAT! Zwarte vlekken komen in beeld.

'Jongens we hebben haar!' roept een stem voordat het zwart wordt.


Edited

MissingDonde viven las historias. Descúbrelo ahora