Hoofdstuk 30; Undercover

188 9 2
                                    

Susan

Donker, licht. Donker. Alleen maar donker. Ik weet niet als mijn ogen open of dicht zijn. Ik weet eigenlijk ook niet meer als ik leef. Want ik heb het zo koud, terwijl ik weet dat mijn wangen gloeien van de koorts.
Ik ben zwak en ik kom hier niet levend vandaan.
Caspian.
Lucy.
Peter.
Edmund.
Eustaas.

"Nu mag je in deze cel verrotten" hoor ik een lage stem schreeuwen en dan knalt de deur open. Ik hoor een bonk en iemand die kreunt. Dan valt de deur weer dicht. "Suus?" Zegt iemand.
Eustaas!
"Eus-eustaas" wil ik zeggen, maar het komt eruit als een gefluister. Hij komt naar me toe. Ik hoor het aan zijn bewegingen. Een koude hand ligt opeens op mijn hoofd. "Susan" zegt hij gekweld. Hij weet dat ik het niet ga halen. "Waar zijn we?" Fluister ik.
"In een oud kasteel, ik weet niet van wie. En in de cel" hij probeert een grapje te maken. Maar ik weet dat hij bang is. Zijn hand glijd van mijn hoofd en dan voel ik twee handen onder mijn hoofd. Die tillen me van de harde vloer af op iets zachts. "Zo Suus, je mag mij als kussen gebruiken" zegt Eustaas. Ik voel een iets nats op mijn wang vallen en Eustaas haalt het snel weg. "Eustaas je had nog niet verteld hoe je nu in een draak was veranderd" zeg ik om hem zo op andere gedachten te brengen. Ik hoor hem zuchten maar hij vertelt het toch.

Caspian

Peter en ik zijn vooruit gereden. Ed wacht bij Lucy die later komt met een klein leger. Eerst willen we kijken hoe we ongezien in en uit het paleis kunnen komen. We hebben ons verkleed als rovers. Ik hoop dat we er zo uitzien..
Als we de poort zijn gaat die vanzelf open. Ik en Peter wisselen een snelle blik en rijden dan naar binnen. We stijgen af op de binnenplaats en twee woest uitziende mannen komen op ons af. "En wie zijn jullie?" Vraagt er één met een ooglapje. "We komen ons aansluiten" zegt Peter. De ander gniffelt. "Oja en wat kunnen jullie om onze keizerin tot dienst te zijn?" Met een snelle beweging halen Peter en ik onze zwaarden uit de schede en maken een paar vloeiende bewegingen richting de twee mannen. We stoppen en doen onze zwaarden weer terug in de schede. De mannen beginnen te gniffelen en dan zakt hun broek af. Nu is het onze beurt om te lachen. De man met het ooglapje bromt en trekt zijn broek weer omhoog. "Kom maar mee" zegt hij en loopt naar binnen. Wij volgen. We komen in de oude troonzaal van Miraz, waar een jonge vrouw met een zwarte jurk en vlammend rood haar zit. Mooi maar dodelijk zoals ik had verteld. Ik voel dat Peter naar me kijkt. "En wie zijn dit?" Zegt ze met een grijns. Ze draait een lok om haar vinger en kijkt ons uitdagend aan.  Peter buigt en ik doe hem snel na. "Wij zijn rovers Uwe keizerlijke hoogheid. Ik ben Eric en dit is mijn broer Erwan" Ik hou me in om niet te lachen. Peter kan altijd mooie verhaaltjes erbij verzinnen en Ed trouwens ook. "Nou Eric en Erwan. Jullie hebben vast over mij gehoord anders waren jullie niet gekomen. Mooi" zegt ze. "Ik kan jullie wel gebruiken. Maar ik wil eerst zien als jullie het menen" kirt ze. "Haal de gevangenen en geef ze beide vijf slagen met zweep! En dan ben ik nog mild" grijnst ze richting ons. Mijn maag draait om. Maar peter lacht terug naar haar en ik krijg het voor elkaar het zelfde te doen.
Dan gaan de deuren open en wordt als eerst een spartelende Eustaas binnen gesleurd en dan Susan. Tussen twee soldaten in hangt ze, lijkbleek en het zweet drupt van haar voorhoofd. Haar ogen zijn gesloten. "Maak ze beide vast aan die pilaar in het midden" zegt de heks. De soldaten doen wat ze zegt. Eustaas is inmiddels opgehouden met spartelen en kijkt ons nu recht aan. Ik kijk hem ook recht aan als teken dat hij niks zegt. Dan rukken de soldaten Eustaas zijn shirt kapot en bij Susan haar korset zodat haar boven lichaam naakt is. Ik zie dat Peter zich met afschuw in zijn ogen kan afwenden. Maar wat kunnen wij nu doen?! We zijn maar met z'n tweeën tegen een leger van tweeduizend man en een heks.
Aslan!
"Aslan" bid ik. "Redt uw kinderen alstublieft. Red ons! Schiet ons te hulp met uw kracht en ik vraag u om alarm bij Edmund te slaan.
Vader help ons!"
Dit mag niet het einde zijn!

Narnia; The EndWhere stories live. Discover now