Hoofdstuk 20; Eustaas and tell them everything

232 11 4
                                    

Susan

Blij laat ik Eustaas los. "Eustaas! Waar was je?" Vraag ik nu bezorgd. Want hij ziet er niet uit. Zijn kleren zijn vies en gescheurd. En er zit een snee op zijn wang. "Ik werd ook naar Narnia gebracht maar inplaats van bij Cair Paravel aan te komen, kwam ik in het Lantaarn bos" Dat verklaard dus zijn gescheurde kleding. "Ik ben maar gaan lopen totdat ik Edmund tegenkwam. En die bracht me naar het kasteel" Ed slaat blij een arm om Eustaas heen. En Eustaas lacht. "We zijn blij je weer terug te zien Eustaas!" Zegt Peter namens ons allemaal. "Kom Eustaas" zegt Lucy en pakt zijn hand. "Ik breng je naar je kamer" Hij knikt en laat zich door Lucy meevoeren.
Als de deur van de troonzaal dicht valt is het alleen ons vieren. Peter en Edmund maken ook aanstalten om weg te lopen maar Caspian houdt ze tegen. "Ga even zitten. Susan wil jullie wat vertellen" Ik kijk hem vragend aan maar ik snap meteen waar hij mee bezig is. Ik wil nu weg! Maar Caspian pakt me vast bij mijn schouders en draait me om. Zodat ik Peter en Edmund, die nu op hun tronen zitten moet aankijken. "Suus?" Vraagt Ed. "Je ziet bleek" Zegt Peter. Zie ik bleek? Ik voel me wel licht in mijn hoofd. Je bent hier amper een dag Susan en dan wil je flauwvallen. Doe het maar, ga je gang. Dan stel je het nog meer uit. "H-het gaat" mompel ik en ik voel dat het zweet me uitbreekt. Peter wil opstaan maar Caspian gebaart hem weer te gaan zitten. "Caspian? Wat is dit? Wat moet Susan vertellen? Zie je niet dat het niet goed gaat met haar?" Vraagt Peter geïrriteerd. Ik voel dat Caspian zijn handen naar mijn bovenarmen glijden en daar houdt hij me stevig vast. "Het is belangrijk" zegt Caspian zonder enige emotie. Ik haal hoorbaar diep adem. "Suus, doe het snel. Dan is het voorbij. Ik wil je alleen maar helpen" fluistert Caspian in mijn oor. Ik knik. Ik zie Peter en Edmund boos naar Caspian kijken. Oké. Ik ga het nu vertellen. "Peter. Toen jij bij het eten zei dat Henry een viespeuk is. Dat klopt"
Mijn broers kijken me verbaasd en met grote ogen aan. "Wat. Bedoel. Je. Susan?" Zegt Peter woord voor woord. "Hij en z-zijn drie vrienden. Op de avond van onze verloving.."
"Jullie wat?!" Edmund is gaan staan. "Ed, rustig" zegt Caspian en Edmund gaat weer langzaam zitten. "Suus?" Vraagt Peter. Ik zie dst hij zijn boosheid onder controle probeert te houden. En Edmund staat op ontploffen. Want ik denk dat ze het al weten. "Henry heeft me met zijn vrienden o-onteerd" Zodra ik het zeg, lijkt het alsof er duizenden bakstenen van mijn schouders afvallen. Ik kijk naar mijn broers. Peter ademt diep in door zijn neus terwijl hij met grote ogen de zaal doorkijkt. Edmund zit als bevroren op zijn troon. "Oké" zegt Peter na een lange tijd stilte. "Je bent nu hier bij ons Susan. En ik zweer je-" Hij kijkt Edmund en Caspian aan. "Wij zweren je, dat geen enkele man. Behalve wij; je geen haar op je hoofd zal krenken. Jouw niet. Lucy niet"
En dan zoals ik al dacht. Wordt het me teveel. Het is dat Caspian me vasthoudt maar anders was ik ingestort. Maar mijn ogen gaan dicht en ik val flauw.

Narnia; The EndWhere stories live. Discover now