Hoofdstuk 1; Decision

492 23 18
                                    

Susan

"Dit gaat zo niet langer!" Zegt mijn moeder. Het is een week na het bomardemt en de meeste huizen van Finsley liggen in puin. Peter en ik zitten met een kop thee aan de keukentafel. Lucy en Edmund zijn op school. "Wat gaat er niet mam?" Vraagt Peter. Vanonder mijn wimpers kijk ik naar hem; zijn haar is al over zijn oren en hij is magerder geworden. Maar dat komt omdat hij al het eten aan Lucy en Edmund geeft. "Hier blijven" zegt mam. "Ik heb kunnen zorgen dat Lucy en Edmund naar tante Albertien en oom Harold kunnen"
"Met Eustaas?" Zeg ik afkeurend. Want die jongen is zo verwend. "Ja" zegt mama nu geërgerd. "Ik weet dat jullie niet weg zijn van Eustaas, maar het moet maar voor nu. Jullie twee gaan ondertussen met mij mee naar Amerika. Zodra het zomer is laat ik Edmund en Lucy ook overkomen"
"Wat!" Peter duwt zijn stoel naar achter en staat op. "Waarom?" Mama zucht vermoeid en gebaart dat hij weer moet gaan zitten. "Omdat ik eerst met jullie wil gaan om te kijken als het een goed idee is. We blijven in iedergeval in Amerika tot deze rotoorlog voorbij is"
"Maar mam" zeg ik nu. Ze kijkt me doordringend aan. "Genoeg Susan" Ze kijkt Peter en mij streng aan en staat dan op en loopt de keuken uit. Woedend gooit Peter zijn kopje tegen de muur. Ik zucht maar zeg niets. Waarom wij, en niet de jongste twee? Na een paar minuten maar lijkt op uren zegt Peter iets;"Hoe denk je dat ze zullen reageren?"
"Boos" antwoord ik. "Ja dat zou ik ook zijn" zegt hij. Ik sta ook op en begin de scherven van de vloer op te rapen. Ik hoor Peter ook zijk stoel naar achter schuiven en knielt ook naast me neer. "Lucy had het gister nog over Narnia" zegt hij zacht. "Daar komen we toch niet meer" zeg ik onverschillig en haal mijn schouders op. "Lucy en Edmund wel. Dat zei Aslan" zegt Peter terwijl hij opstaat en de scherven weg gooit" "Dat vindt ik oneerlijk" Meteen hou ik mijn mond en ik voel gewoon dat ik rood word. Snel sta ik ook op en gooi de scherven weg. Peter veegt ondertussen met een doekje de thee van de vloer. Heel even is het stil. "Ik begrijp je wel hoor Suus" zegt Peter dan. "Jij en Caspian"
"Nee. Ik bedoel ja maar zo bedoel ik het ook niet" Ik zucht. "Het is wel zo, alleen omdat wij oud zijn. Ik zou dolgraag terug willen"
"Hield je van hem" Vraagt Peter opeens. Ik sla mijn ogen neer. "Ik weet het niet. Ja? Denk ik? Het was de eerste keer dat ik zo iets voor iemand voelde" Peter zet een stap dichterbij en slaat zijn armen om me heen. Ik druk mijn wang tegen zijn schouder. "Maar ik zal hem moeten vergeten, want ik zal hem toch nooit meer zien"

Narnia; The EndWhere stories live. Discover now