40.

2.7K 125 68
                                    

De punten van mijn haar stonden in brand. De vlammen likte aan mijn shirt en ik voelde hoe mijn huid werd weg geschroeid. Maar ik deed niets. Het middel wat mijn vader me inspoot had me versuft en verlichtte de pijn - gelukkig - waardoor ik nog steeds op de bank zat. De vlammen spreidde zich uit over mijn haar, en de huid in mijn nek schroeide weg. Je staat in brand, Jennifer. Sta op en doof het vuur, Jennifer. Maar ik bleef gewoon zitten, tot de vlammen mijn hoofd raakte. Ik sprong gillende op, rende naar de keuken en probeerde mijn hoofd onder de kraan te houden. De vlammen likte aan mijn lichaam, brandde mijn shirt en huid weg en ik kreeg die verdomde kraan niet open door mijn trillende handen. Toen ging ik instinctief op de grond liggen en rolde trillend heen en weer tot de vlammen gedoofd waren. Ik drukte mijn wang tegen de koele keukenvloer en veegde het zweet van mijn voorhoofd. Nu koel je je rug, Jennifer. Ik stond op en liep trillend de trap op, naar de badkamer. Omdat ik bang was dat ik mijn huid verder kapot zou maken, hield ik mijn shirt aan. Heel voorzichtig richtte ik de douchekop op mijn rug en voelde de ijskoude stralen mijn rug raken. En het deed zoveel pijn dat de tranen in mijn ogen sprongen. Pas na een kwartier voelde het eindelijk wat beter. Ik gleed voorzichtig met mijn hand door de linkerkant van mijn haar - waar de vlammen vooral hadden gezeten - en voelde dat mijn haar bijna helemaal was weg gebrand. Een paar ongelijke plukken. Dat was het enige wat er nog van over was. Aan de rechterkant was mijn haar nog wel lang. Verbijsterd liet ik mijn handen over mijn haar glijden, en raakte toen perongeluk mijn verbrandde nek aan. Er ging een schok door mijn lichaam die werd gevolgd door een brandend gevoel. Ik gilde het uit en hield de douchekop weer op mijn nek om de pijn weg te spoelen, wat natuurlijk niet echt werkte. Terwijl de ijskoude stralen langs mijn rug liepen, kneep ik mijn ogen dicht en probeerde heel hard om niet aan de pijn te denken. Heel even zag ik Louis' gezicht voor me, die me na een nachtmerrie geruststellend aankeek en dan "Alles is goed." fluisterde totdat ik gekalmeerd was.

'Alles is goed.' zei ik streng tegen mezelf, en ik wou dat ik dat kon geloven.

Nadat ik een halfuur onder de koude douche had gestaan, deed ik de kraan uit en trok heel voorzichtig mijn shirt uit. Ik bekeek angstig mijn rug en viel nog net niet flauw. Mijn rug was rood. En niet de kleur rood van een simpele brandwond, maar de kleur rood van bloed of rauw vlees. Ik droogde alleen mijn benen af en wachtte tot mijn rug was opgedroogd. Na een groot aantal pijnstillers te hebben ingenomen trok ik een dikke trui aan en een broek. Ik kroop in mijn oude bed waar ik vroeger altijd in sliep en ging expres op mijn buik liggen. Gelukkig werkte de pijnstillers bijna meteen, en viel ik door het middel van mijn vader in een onrustige slaap.

Na het vuur-incident begon ik mijn leven weer langzaam op te pakken. Ik dronk en at weer normaal op een dag en ruimde het vakantiehuisje op inplaats van zielig in een hoekje te gaan zitten. Verdrietig doen zou me niet helpen en als ik zou opruimen had ik een grotere kans om een uitweg te vinden of dat mijn vader me zou laten gaan. Ik was er in ieder geval achter gekomen dat het kleine raampje in mijn kamer wel open kon, maar dat was veel te klein om door heen te kunnen. Mijn vader merkte ook dat ik steeds actiever werd en spoot me steeds meer van het middel in, waardoor ik me soms zo beroerd begon te voelen dat ik heel de dag op de bank bleef liggen. En zodra het was uitgewerkt - of ik in ieder geval minder suf was - ging ik weer verder. Zo vond ik een aantal dozen met oude spullen van mijn moeder in de kast in de slaapkamer van mijn vader, en kwam ik erachter dat we een kelder hadden. Als je de mat van de voordeur opzij schoof zag je een groot luik, wat je omhoog kon trekken. Het liep met een trap naar beneden, naar een gesloten deur. Ik wilde liever niet weten wat er beneden was, en besloot niet meer naar de kelder te gaan. Mijn rug genas. Heel langzaam. Zo langzaam dat je het niet kon zien, maar ik voelde het wel. Ik zou er een gigantisch litteken aan overhouden, maar dat maakte me niets uit want ik wist niet eens of ik nog levend uit dit huis zou komen. Mijn vader kwam me steeds minder vaak opzoeken, en als hij bij me op bezoek kwam las hij me zoals altijd voor en bracht eten. Ik keek hem nu heel gefascineerd aan als hij voorlas, want ik was bang dat hij me weer in brand zou steken. Gelukkig deed hij dat niet, maar hij begon er steeds krankzinniger uit te zien en praatte in zichzelf. En ik werd doodsbang voor hem. Hij stak me dan wel niet in brand, maar sloeg me nog steeds en inplaats van mijn gezicht beschermde ik nu mijn rug. Hij probeerde me zelfs een paar keer te verkrachten, maar dan gilde ik zo hard en schopte hem overal waar ik hem raken kon zodat hij de kans niet kreeg om het te doen, waarna ik me in de badkamer op sloot. Zodra ik was gekalmeerd, was het meestal al drie uur verder. Dan keek ik in de spiegel en zag niet het meisje van een paar maanden terug maar dan zag ik een uitgemergeld, bleek persoon, met ogen die zo dof waren dat ze net zo goed van een dood iemand konden zijn. Met een huid die half weg geschroeid was en met blauwe plekken. Daarna greep ik de ketting van Louis en sprak mezelf aanmoedigend toe.

VeranderingenOnde as histórias ganham vida. Descobre agora