3. Pika-pikachu en de Mad Hatter

1.7K 137 28
                                    

A/N: Het zit zo: Mijn verhaal ging in hoofdstuk 3 ineens een hele andere kant op. Een kant op die het verhaal helemaal niet op moet gaan. Dat realiseerde ik me gister en dus moest ik deels hoofdstuk 3 opnieuw schrijven. 
Ik heb getwijfeld, maar ik heb besloten om toch een nieuw deel te maken. Anders wordt het erg verwarrend. Of ik het andere deel leeghaal en verwijder, daar ben ik nog niet over uit. Dit is in elk geval het nieuwe hoofdstuk 3.

Dus als je het vorige hoofdstuk gelezen hebt, moet je dit ook nog een keer lezen. Anders snap je er straks niets meer van.


3. Pika-pikachu en de Mad Hatter

Er viel een stilte die alleen overschreeuwt werd door een paar brugpiepers die langs kwamen stormen. Ik rolde met mijn ogen.

'Mijn vader is anders de meest toffe vader die je je maar in kunt denken,' zei ik toen zonder nadenken. Alle ogen richten zich op mij.

Nikolai trok een mondhoek op en keek me een glinstering in zijn ogen aan. Misschien had ik toch mijn mond moeten houden, al was het wel waar. Die van mij spoorde niet, maar hij was niet saai. Er was altijd wat met hem te beleven, met Fred.

'Hoezo is je vader zo leuk dan?' vroeg Nikolai, alsof hij niet kon geloven dat er ook leuke opvoeders rondliepen.

'Hij vindt het niet nodig om me een eindtijd te geven als ik uitga en hij waarschuwt ook niet voor jongens met slechte bedoelingen.'

Ash sloeg bij die woorden een arm om me heen, alsof het zo afgesproken was, en hij grijnsde triomfantelijk.

'En daarom is hij zo tof? Mijn vader waarschuwt ook nooit voor dat soort dingen,' zei Nikolai spottend. 'Voor jongens met slechte bedoelingen.'

Ik moest me bedwingen om niet met mijn ogen te rollen, maar dan zou het een beetje lijken of hij gewonnen had, of ik me aan hem ergerde.

Ik opende mijn mond om te zeggen dat ik van mijn vader alles mocht, dat hij mij zelfs een beetje suf vond, omdat ik geen drugs gebruikte en niet teveel dronk. Alleen verstoorden onze vrienden het moment.

'Yo!' riep Sebastian en Cameron gaf Ash een boks.

'Je mag alleen meedoen met het gesprek als je vader ook een klootzak is,' mompelde ik.

'Mijn vader is de opperklootzak, Road,' zei Cameron met een grijns. 'En die van Sebje is ook niet echt lief of zo.'

'Dan heb ik dus geluk met Fredster,' bromde ik.

'Ja, maar jouw vader is dan ook cool. En bekend.'

Bij de laatste woorden twijfelde ik of ik Cameron in elkaar wilde slaan - dat zou me nooit lukken - of dat ik door de grond wilde zakken. Dit was iets waar ik niet mee te koop liep. Al zou het niet lang geduurd hebben voor de nieuwelingen wisten wie ik was. Alleen al door mijn bijzondere voornaam.

'Je vader is bekend? Wie is hij dan?' Ik hoorde de nieuwsgierigheid in de stem van Gemma, maar haar broer gaf haar een stomp en het was duidelijk dat hij het wel wist, dat hij meer wist dan zijn zusje deed. Of zus, ik wist niet wie ouder was.

'Haar vader is Fred.'

'Ja, dus? Onze vader is Kees.'

'Fred, gitarist van de Sunny Dancing Shoes, die ouwelullenband waar pap altijd naar luistert.'

Nu gingen de wenkbrauwen van Gemma omhoog en er kwam een blik van herkenning in haar ogen. 'Die pokkeherrie?'

Haar broer knikte en bevestigde haar woorden. 'Waar wij de helft van de cd's voor in de auto van hebben kwijtgemaakt, omdat we het zo verschrikkelijk vinden. Road, je móet na school met ons mee naar huis en je moet blijven eten.'

Ash kneep zachtjes in mijn zij en trok me steviger tegen zich aan, terwijl hij langzaam zei: 'Road moet helemaal niets.'

Ik duwde zijn hand weg en bromde: 'Het is wel goed, Ash.' Dat zei ik heel zachtjes zodat de rest het niet hoorde. Toen ging ik op hardere toon verder tegen de tweeling. 'Vanmiddag kan ik niet.'

'Waarom kun je niet?' Nikolai keek me recht aan, zijn ogen priemend in de mijne. 'Heb je iets belangrijks te doen? Iets dat belangrijker is dan thee komen drinken met de Mad Hatter in wonderland?'

'Mad Hatter?' vroeg Ash verward. 'Waar heb je het over? Heb je spacecake gegeten en zie je nu rare dingen?'

De andere jongen kneep zijn ogen samen. 'Ja, ik zie een klein geel wezentje op je schouder zitten. Hij roept constant 'Pikachu'. Komt dat je bekend voor?'

Ash rolde met zijn ogen en schudde net iets te hard zijn hoofd. 'Nee, nog nooit van gehoord,' zei hij spottend.

'Ik kan niet, omdat ik met mijn zusje de hond uit moet laten.' Met die woorden vluchtte ik weg. Nikolai was echt een vreemde jongen.

Ik liet me iets te hard in de stoel zakken, die protesteerde krakend toen ik erin plofte. Ik schoof mijn zonnebril over mijn neus en pakte het tijdschrift van de grond. Het was nog verdraaid warm voor september en zeker veel te warm voor schooldagen. Dit waren dagen die bij de vakantie hoorde, niet bij dagen die ik in muffe ruimtes door moest brengen, omdat ik daar opgesloten was.

Mijn vader zou waarschijnlijk zeggen dat ik dan gewoon met school moet stoppen. Hij had immers ook nooit verder geleerd en hij had nu tonnen op de bank, twee villa's, vijf kinderen met rare namen, een ex-vrouw en een lila cadillac. Maar mijn vader had ook iets dat ik nooit zou krijgen: een talent. Een ex-vrouw krijgen was voor mij waarschijnlijk ook vrij onwaarschijnlijk, maar dat zou kunnen als ik biseksueel zou zijn en voor Sofie zou vallen.

Ik propte een oortje van mijn iPod in mijn oren en leunde achterover. Voor de verandering was er niemand thuis en daar moest ik van genieten, want je wist hier nooit hoelang het zou duren voor het gedaan was met de rust. Ik sloot mijn ogen om te genieten van de zon en van Muse op mijn iPod.

'Ik zie dat je het druk hebt.'

Ik zag spoken. Ik had net beslist niet de stem van Nikolai gehoord. Dat kon niet, dat was gewoon onmogelijk. Ik kneep mijn ogen nog steviger dicht. Ik moest gek aan het worden zijn, dat kon niet anders.

'Moest jij de hond niet uitlaten?'

Nu opende ik mijn ogen, rukte de zonnebril van mijn hoofd en keek naar waar het geluid vandaan leek te komen. De jongen met het halflange blonde haar leunde op de schutting. Nonchalant, alsof het volkomen logisch was dat hij in de tuin van de familie Van de Sandt stond ... Toen realiseerde ik me dat het hun tuin niet meer was, dat het huis verkocht was. En dat ik de nieuwe buren nog niet ontmoet had.

Het was of Nikolai thuis hoorde in de tuin die bij de rest van het twee-onder-een-kap huis hoorde, of hij al achttien jaar mijn buurjongen was in plaats van Ash.

'Wat doe jij hier?' piepte ik. 'Waarom hang je rond in de tuin van de buren?'

Zijn grijns werd breder. 'Kun je dat nog niet raden dan?'

Aarzelend schudde ik mijn hoofd, al wist ik eigenlijk wel waarom. Het was gewoon dat ik het uit zijn mond wilde horen, dat was het.

'Ik heb de buren omgebracht en begraven in de tuin, zodat ik hier kan wonen. Logisch toch?'

Harten & Ego's #2: Gekneusde harten & Verknoeide ego'sWhere stories live. Discover now