~Hoofdstuk 31~

32 4 0
                                    

Lincoln POV

Met een slinger gooi ik Jade haar tas weer toe. Behendig vangt ze hem op en hangt ze hem om haar schouder. Ik kijk naar haar ogen die met de seconden blauwer lijken te worden, het poeder heeft gewerkt. Ze rommelt in haar tas, om er bijna meteen een klein zilver handspiegeltje uit te halen. Eerst kijk ze naar zichzelf wat een klein glimlachje laat verschijnen, daarna geeft ze hem aan mij. Ik beweeg hem langzaam naar richting mijn ogen, wetend wat ik zal zien. Twee zwarte irissen staren terug en er gaat een rilling over mijn rug heen.

Ik heb mijn ware ogen nog nooit eerder gezien, ze herinneren me aan de eerste keer dat ik De Veranderman zag op de dag dat ik was weggerend van de werkelijkheid. Hoe ze me het gevoel hadden gegeven dat mijn leven voorbij was, wat een soort van waar was. En nu sta ik hier, duizend jaar later, en staar ik in dezelfde ogen. Alleen nu zijn ze van mij.

"Fase één voltooid denk." Jade's stem haalt mij uit mijn gedachten.

"Ja, nu kunnen wij de bovennatuurlijke onderscheiden van de mensen."

"Voor het offer."

Mijn kaken verstrakken en ik kijk Jade bevreemd aan, dat heb ik haar helemaal nooit verteld. Jade krijgt weer dat vreemde lachje rond haar mond en legt haar hand op mijn schouder.

"Denk je nou echt dat ik niet wist dat er een offer zal zijn. Ik weet heus wel dat voor een cirkel van deze grootte en intensiteit een offer nodig is, gekkie." Jade's stem klinkt geanimeerd, bijna alsof ze blij wordt van het offeren van een onschuldig mens. Zelfs ik krijg daar een beetje de kriebels van en ik wordt toch geacht geen gevoelens te hebben.

Ik schud met mijn hoofd in de hoop dat de gevoelens verdwijnen, want ik weet dondersgoed dat ik geen keus heb. Vanavond zal er een offer plaatsvinden en zal de cirkel zijn werk doen. Vanavond zal ik hun breken, hun gezichten zich vol afschuw zien vervullen. Het is mijn enige doel en niks mag ik in mijn weg laten staan. Ik weet wat er gebeurt als ik vanavond niet slaag en ik ben bereid er alles ervoor te doen om dat te ontwijken. Ik moet winnen, al betekend het dat ik hun kapot maak. Ik kan niet terug waar ik vandaan kom, ik wil eens leven voor de verandering.

Jade haalt haar hand van mijn schouder en kijkt me aan met een blik die alleen een heks je kan geven. Een blik die je het gevoel geeft alsof ze recht door je heen kijkt en eerlijk gezegd geeft het me de kriebels. Het is dat ik haar vertrouw, in ieder geval moet vertrouwen, want anders was ik allang uit haar buurt gegaan. Ik heb het in het algemeen niet zo op heksen en hun eeuwige geleuter over natuurlijk evenwicht en het behoud daarvan. Het is dat mijn doel juist het natuurlijke evenwicht beschermd, anders had ik al een hele horde boze heksen achter mij aan gehad en ik heb verhalen van andere boodschappers gehoord dat ze bijna nog uitgekiemder zijn dan de meeste van ons en er onorthodoxe strategieën er op na houden om ons tegen te houden als het doel hun niet zint.

"Waar denk je aan?" Jade houdt haar hoofd een beetje scheef en kijkt me aan met haar extreem licht blauwe ogen.

"Niks," stamel ik. "we moeten maar met fase twee beginnen."

"Als jij nou zorgt voor de andere pot, dan zoek ik wel het offer." haar voorstel klinkt meer als bevel, maar ik laat het maar belopen, want ik ben het er eigenlijk wel mee eens.

Ik knik bij wijze van bevestiging en dan draait ze zich om. Weer valt het me op hoe licht haar tred is, haar voeten lijken amper aan de grond aan te raken. Haar haren lijken achter haar aan te zweven. Opgelucht dat ik even van haar af ben, kijk ik het veld rond opzoek naar die ene persoon die ik nodig heb voor de andere pot. Dan zie ik hem dicht bij het vuur staan en ik loop naar hem toe.

~

"Heey, fijn dat je er bent." zeg ik.

"Hoi." zijn stem lijkt nog te twijfelen of hij het ook zo fijn vindt.

Ik staar in zijn ogen die nog steeds zijn eigen kleur hebben. Zijn blonde haar schittert in het licht van de vlammen en ik vraag me af of het straks ook zo zal schitteren.

"Ik vroeg me af of je wat voor mij zou willen doen."

"Wat dan." het enthousiasme is nog steeds ver bij hem te zoeken.

"Ik zou willen vragen of je een lijn langs de bosrand zou willen strooien van de as uit deze pot. Helemaal rond zodat het een gesloten cirkel wordt."

"Waarom kun je dat zelf niet doen?"

"Niet zo veel vragen stellen, gewoon doen." zeg ik iets minder vriendelijk.

Ik duw hem de pot in zijn handen en kijk hem dwingend aan.

"En dude waarom zijn je ogen zwart?"

"Gewoon doen." roep ik naar hem terwijl ik mij omdraai om Jade weer te gaan zoeken om te kijken of ze al een geschikt offer heeft.







InBloodWhere stories live. Discover now