~Hoofdstuk 10~

78 9 0
                                    

Damon POV

Het liefst zou ik zo snel mogelijk het lokaal uitrennen, maar dat kan niet. In het gesprek dat ik heb gehad met de afdelingsleider werd echt wel duidelijk dat ik, als instromer, echt niet meer kan spijbelen. Ik kan het mij dus niet veroorloven om nu weg te rennen aangezien ik graag wil gaan studeren en dat ik daarvoor echt een nieuw diploma nodig heb.

Malia is de rede dat ik dit wil. Toen ik haar zag kwamen zoveel gevoelens terug, ook die van het wat willen maken van mijn leven. Oké praktisch gezien heb ik het eeuwige leven en dus alle tijd, maar ik wil het samen met haar.

Ik verplaats mijn blik van de deur richting Malia. Haar donker blonde haar golft rond haar gezicht, het omlijst het als het ware als een schilderij. Als ik een schilder was zou zij zeker mijn muse zijn.

De leraar zet rustig een practicum setje op onze tafel, maar bij mij komt het geluid binnen als een ontploffing die mij uit mijn gedachten blaast. Terug in de realiteit zie ik dat Malia mij vragend aankijkt.

"Gaat het wel, Damon?"

"ja hoor, prim..."

De a blijft haken in mijn keel als ik zie wat erin de practicum set zit, namelijk een set om te bepalen welke bloedgroep je hebt. Malia heeft duidelijk gezien dat mijn gezicht verschoot want ik zie bezorgdheid in haar ogen.

"Niet dus." merkt ze op.

Ik schud bevestigend met mijn hoofd.

"Maar het probleem is dat ik niet meer kan spijbelen, anders word ik van school gestuurd." zeg ik terwijl ik probeer niet te denken aan de geur die zich zo direct door het lokaal gaat verspreiden.

Malia pakt haar tas van de grond en begint erin te rommelen.

"Wil je anders een van mijn pillen?" ze houdt het potje aanbiedend voor mij.

Hoe graag ik ook zou willen dat zoiets zou werken voor mij, heb ik aan der lijve ondervonden dat het dat dus niet doet. Toen ik haar pillen had gestolen, al noem ik het liever zelf 'lenen', heb ik er eentje ingenomen. Het enige wat er gebeurde was dat ik er kotsmisselijk van werd. Dus beter van niet dat ik er nu een neem.

"Nee, ik hoef er geen. Het werkt niet bij vampieren."

Het woordje vampieren sprak ik bijna niet uit zodat niemand anders het kon horen.

"Oh" zegt Malia, de medelijden klinkt door in haar stem.

De leraar probeert de klas tot bedaren te brengen. Aan de luidruchtige kreten, vooral van de meisjes, ben ik de enige die 'bang' is voor bloed. Als iedereen dan eindelijk stil is, legt de leraar uit hoe de proef werkt. Hij zou eens moeten weten dat ik gewoon kan ruiken en proeven welke bloedgroep iemand heeft. Maar dat past vast niet binnen de lesstof van biologie.

Dan mogen we beginnen. Langzaam leg ik alle spullen klaar. De eerste klasgenoten hebben al in hun vinger geprikt zodat ze dat op hun test kunnen druppelen.

"Spat."

Schichtig kijk ik om me heen. Dat was overduidelijk een bloeddruppel die ik hoorde vallen in de rij voor ons. Gesuis verspreid zich langzaam via mijn oren in mijn hoofd. Ik voel al hoe mijn hoektanden zich een baan naar buiten willen dringen, en dan zich willen boren in iemands nek.

Ik moet weg hier, maar dat kan niet. Ik probeer het feit dat ik mijn mouw voor mijn mond en neus hou, te maskeren met een enorme hoestbui. Verscheidende klasgenoten draaien zich om en werpen een geïrriteerde blik op mij. Dan voel ik de hand van Malia op mijn rug, een golf van verlichting verspreid zich door mijn lichaam. Mijn kaken ontspannen zich.

"Die geur." fluister ik tegen Malia.

"Ja, ik ruik het. Heftig." Ik zie dat het haar ondanks de pillen wel wat doet.

Zij mag blij zijn met die pillen en ik mag blij zijn met haar. Zij is mijn verlichting.

"Uhum, heer en dame gaan jullie ook niet eens beginnen met het practicum?"

De leraar staat met een boze blik naast onze tafel. Oh ja, naast het feit dat die geur mij helemaal gek maakt, moet ik het ook nog zelf uitvoeren al wil ik een voldoende voor biologie.

"Wie eerst?" vraagt Malia.

"Tegelijk maar denk?" zeg ik met tegenzin.

We prikken beide met het scherpe prik ding in een van onze vingers. Een klein pareltje bloed maakt zich los van mijn huid. Het gaatje van het prikken heelt meteen. Ik laat het weinige bloed dat zich een weg naar buiten heeft gevonden op het petrium schaaltjes met de test vloeistoffen druppelen. Er gebeurt helemaal niks. O negatief schrijf ik op mijn testresultaten blad. Ik kijk naar Malia's test schaaltjes en daar is ook niks gebeurt. Ik stoot haar aan.

"Wat een toeval we hebben dezelfde bloedgroep."

Malia knikt afwezig. Ze friemelt zenuwachtig aan haar ketting. Dan zie ik waarom. Een paar tafels verderop zit een gast, ik denk dat hij Chemal ofzo heet, indringend naar ons te staren. Ik heb hem dit eerder zien doen, volgens mij was dat op de dag van Malia's verjaardag toen ik haar meenam op het verrassings uitje. Wat een creep, kan hij niet gewoon accepteren dat Malia nu van mij is. Hij zal nooit een kans kunnen maken.

Zij en ik, wij horen bij elkaar.

~

Malia POV

Morgen heb ik dus die date met Chemal, ik kan nou niets zeggen dat ik er zin in heb. Mijn gevoel voor hem is echt verdwenen. Ik begin steeds meer te denken dat het aan Damon ligt. Ondanks zijn duistere kant past hij zo goed bij mij. Het lijkt net alsof we gemaakt zijn voor elkaar en alsof ik hem al jaren ken, het is zo vertrouwd. Ik weet bijna zeker dat hij dit ook zo voelt. Vandaag tijden Biologie voelde ik hem gewoon ontspannen toen ik mijn hand op zijn rug legde.

X-Malia

~

Ik leg mijn dagboek weg in een laadje van het parelwitte gelakte bureau in mijn kamer. Het is al twaalf uur geweest, dus als ik een beetje fris en fruitig wil verschijnen op die date met Chemal moet ik nu maar eens naar bed gaan. Niet dat ik indruk op hem wil maken of zoiets, ik wil gewoon niet dat hij gaat roddelen over wat voor slons ik ben. Ik plof onder mijn zachte dekbed en het duurt niet lang voordat ik in dromenland ben.

~

Het geluid van mijn wekker maakt mij wakker. Ik wil hem uitzetten maar ik zie op mijn mobiel dat hij helemaal niet afgaat. Ik wrijf in mijn ogen en gaap. Het is pas half drie, lijdt ik aan waanbeelden? Dan valt het me op dat een wit schijnsel mijn kamer vult. Ik hijs mezelf op en kijk mijn kamer rond. In de rechterhoek van mijn kamer staat een gedaante die duidelijk niet menselijk is. Ik ben zo moe dat ik niet eens de kracht heb om te gillen. 

"Vertrouw hem niet Malia, Vertrouw hem NIET!"

De geest gilt en ik voel de rillingen over mijn lichaam gaan. Over wie heeft ze het? Damon? Wat weet die geest nou? Dan realiseer ik me dat ik die blonde lokken en dat ovale hoofd ergens van ken. 

"Lola?" fluister ik bijna niet hoorbaar.

"Vertrouw hem niet Malia, doe het voor mij!"

Het verbaast me dat er nog niemand anders in huis wakker is geworden van het volume waarmee Lola tot mij spreekt. Misschien ben ik de enige die haar ziet. Ik snap nu wel te miste dat ze me voor Damon waarschuwt. Hij heeft haar natuurlijk vermoord.

Het licht verdwijnt samen met de gedaante van Lola. Ik ben zo moe dat ik direct weer in slaap val. Ook al zou je verwachten dat ik hiervan de rest van de nacht zou wakker liggen. Ik weet gewoon dat ik niet naar haar hoef te luisteren. Ik luister wel naar mijn eigen gevoel, dat zegt dat ik Damon voor tweehonderd procent kan vertrouwen.



InBloodWhere stories live. Discover now