~Hoofdstuk 28~

39 4 0
                                    

Damon POV

Mijn bloten voeten hangen in het beekje dat door het bos achter de school loopt. Het koude water zorgt ervoor dat ik weer een beetje tot rust ben gekomen. Ik pak een klein plat steentje van de grond naast mij op en probeer deze over het water heen te keilen. Verrassende genoeg kets deze enkele keren op het stromende water voordat hij ten onder gaat.

"Hier ben je dus, ik heb je overal gezocht."

Ik draai me om en kijk recht in de liefelijke ogen van Malia, die het laatste beetje agressie binnen in mij, laten wegsmelten. Ze ploft naast me neer op het vochtige mos en slaat haar armen om mij heen zonder iets te zeggen. Ze kent me zo goed dat ze weet dat ik op zulke momenten al genoeg heb aan haar aanwezigheid.

Na tien minuten zo gezeten te hebben, begint Malia ijzig koud aan te voelen. Ik rits mijn jas los en leg die over haar schouders. Ze kijkt mij dankbaar aan en slaat mijn jas nog strakker om haar heen. Uit haar mond komen kleine wolkjes vocht, wat mij doet beseffen hoe koud het eigenlijk is.

"Laten we maar teruggaan." zeg ik, terwijl ik mijn voeten uit het water til en ze afdroog met mijn gymshirt.

Langzaam beginnen we te lopen, om het moment dat we terug aankomen zo ver mogelijk uit te stellen. Ook al zijn de lessen al een uur afgelopen, ik zou niet het risico willen nemen om een leraar tegen te komen die vragen gaat stellen over het feit dat ik de gymdocent door de halve gang heb gegooid. Dat probleem los ik na het weekend wel weer op.

"Je hebt mij eigenlijk nooit verteld hoe je veranderd bent." Malia kijkt mij nieuwsgierig aan.

"Hoezo wil je dat opeens weten?" vraag ik wantrouwend.

"Ik besefte me net dat ik eigenlijk bijna niks van je weet."

Ik zwijg en besef me dat Malia gelijk heeft. Ik heb haar nog niks verteld over mijn verleden, hetgeen wat mij gevormd heeft. Oké zet weet dat ik opgegroeid ben op een lavendel boerderij, maar dat is het dan ook. Ik pak haar hand vast en sluit mijn ogen. Ik concentreer me op de herinneringen van die dag.

"Ik zal het je laten zien, ook al weet ik al dat je het niet leuk gaat vinden."

Ik zit in het lavendelveld, met een boek op schoot. De geur is overweldigend en het lijkt net alsof het echt weer die dag is. De zon verschuilt zich achter een dun wolkendek, wat een prettige verkoeling biedt, in vergelijking met de voorgaande dagen.

Dan zie ik haar, het meisje met de zwarte vlechten. Ze huppelt over de klinker weg die de verschillende boerderijen met elkaar verbindt. Ze draagt een blauwe zwierige jurk, die met elke stap vrolijk mee beweegt. Ze lijkt een moment te twijfelen wanneer ze bij de afslag naar onze boerderij aankomt, maar huppelt dan toch verder over het zanderige weggetje. Het heeft al dagen niet geregend, dus met elke stap stuift er een klein wolkje stof om haar enkels heen.

Ik sta op om haar te gaan begroeten en loop naar de poort toe. Als ik de poort open zie ik dat ze een mandje met kersen vast heeft. Ze begroet me in het frans en we hebben een gesprekje waarvan ik mij de woorden niet meer herinner. Des te levendiger is het beeld dat ik bij dit moment heb. Haar huid is super gaaf en haar diepbruine ogen schitteren. Bij elke woord dat ze uitspreekt gaat mijn hart sneller kloppen.

Dan pakt ze mijn hand vast en trekt ze me mee naar de hooischuur. Ze duwt me tegen het hooi aan en ik verdrink in haar ogen. Ze staart mij vol verlangen aan en ik sluit mijn ogen. Ik verwacht haar volle, waarschijnlijk naar kers smakende, lippen op de mijne te voelen, maar in plaats daarvan trekt er een scherpe pijn door mijn nek heen.

Geschrokken probeer ik achteruit te deinzen, maar kijk recht in haar bloedrode ogen en verstijf van angst. Ze bijt in haar eigen arm en drukt deze tegen mijn mond aan. Ik probeer haar bloed niet door te slikken, maar een instinct in zegt dat ik het moet drinken. Dan pakt ze met mijn hoofd vast met beide handen en fluistert in het frans met een duidelijk Oost-Europees accent:

"Ik wil niet meer alleen zijn."

Ze draait met een enorme knak mijn hoofd in een onnatuurlijke hoek en dan wordt alles zwart. Ik zet de beelden stop en open in het echt mijn ogen. Malia kijkt mij geamuseerd aan.

"Jeetje, wat ben jij makkelijk." zegt Malia lacherig.

"Deel ik eens zoiets intiems met je en dan doe je zo." zeg ik quasi-sarcastisch.

Malia grijnst me aan, maar ik zie dat ze vanbinnen enorm blij is dat ik dit met haar gedeeld heb. Ze weet alleen niet hoe ze hierop moet reageren. Ik grijns haar terug stom aan, ik sla mijn arm om haar schouder en druk haar tegen mij aan.

Ondertussen zijn we alweer de parkeerplaats van de school genaderd, die helemaal verlaten is. Ik vis mijn fietssleutel uit mijn broekzak en we lopen richting onze fietsen.

"Zal ik met je mee fietsen naar je huis toe." vraag ik.

"Alsof je een keus hebt." Malia kijkt me uitdagend aan. "Je weet het misschien nog niet maar je blijft eten, ik heb het al geregeld met mijn moeder, terwijl ik naar jou aan het zoeken was."

Ik probeer eerst boos te kijken, maar dan breekt toch een glimlach door. Als ik mag komen eten betekent dat Malia's moeder me een klein beetje minder haat als eerst.

~

Een kwartiertje later zit ik gebogen over een dampend bord gevuld met een gerecht uit de oven. Hoe lang is het eigenlijk geleden dat ik iets, dat geen dier uit het bos is, gegeten heb?

"Dit is oprecht heel erg lekker." zeg ik tegen Malia's moeder.

Ze glimlacht me naar me, maar ik krijg het gevoel alsof het niet gemeend is. Er hangt een gespannen sfeer aan tafel en het wordt me steeds meer duidelijk dat ik alleen maar mocht komen eten omdat Malia het graag wou.

'Ik weet niet of dit nou zo'n goed idee was.' Stuur ik telepathisch naar Malia toe.

'Tuurlijk wel, mijn moeder moet maar aan je wennen.'

'Misschien moet ik het ijs breken met een grap.'

'Want jij bent zo'n grapjas natuurlijk.' ik voel haar sarcastische ondertoon.

'Ik zat te denken aan iets in de trant van, zit hier vlees in, want ik ben eigenlijk vegetarisch.'

Malia barst uit het niets, in ieder geval zo lijkt het, in lachen uit. Haar ouders kijken haar vreemd aan, omdat ze natuurlijk geen idee hebben waarom ze lacht. Ik grijns richting mijn al halflege bord. Ik probeer mijn opkomende lach te verbergen door een slok sap te nemen, maar ik verslik me. Half stikkend en lachend kijk ik Malia aan, die hierdoor nog harder moet lachen. Malia staat op en trekt mij bijna achter haar aan.

"Excuseer ons even." zegt ze vlak voordat we om de hoek van de deur verdwijnen.

We lopen de trap op in de richting van haar kamer. We gaan naar binnen en Malia sluit de deur.

"Zo'n flauwe grap heb ik nog nooit gehoord." zegt Malia terwijl er een verdwaalde traan over haar wang loopt.

Zachtjes veeg ik deze traan van haar wang, maar ik laat mijn hand nog even liggen. Malia valt stil en kijkt mij recht in mijn ogen aan. Bijna instinctief buig ik naar voren toe en druk ik mijn lippen op de hare. Het fijne gevoel dat ik altijd krijg wanneer ik haar kus, verspreidt zich door mijn lichaam. Al mijn gedachte lijken zich naar de achtergrond te verplaatsen en het enige waar ik nog aan kan denken is haar lichaam tegen de mijne.

Zelfs het feit dat er morgen hoogstwaarschijnlijks iets verschrikkelijks gaat gebeuren, lijkt niet meer belangrijk.

Op dit moment is het alleen zij en ik.

------

Heeft iemand toevallig enig idee in welk hoofdstuk ik Malia's achternaam genoemd heb? Ik weet dat het hoofdstuk is waarin ze de leraars gedachte beheerst in overstaan van de hele klas, omdat ze te laat was. Ik heb voor mijn gevoel echt in elk hoofdstuk gekeken, of ik ben gwn echt heel blind.

Ik moet echt een lijst gaan bijhouden van zulke dingen. Ik durfde in dit hoofdstuk niet eens de kleur van Malia's ogen te gokken, want ik heb geen idee of ik dat al eens genoemd heb :C

xLarissa

------



InBloodМесто, где живут истории. Откройте их для себя