~Hoofdstuk 14~

70 10 1
                                    

Damon POV

Voorzichtig probeer ik mijn shirt los te maken uit de wond. Een scheut van pijn trekt door mijn zij heen, ik kan nog net een kreet van pijn onderdrukken. Ik kan zien dat het al begint te helen, maar de Vervain zorgt ervoor dat het langzamer gaat dan normaal. Eindelijk kan ik mijn shirt over mijn hoofd trekken, snel gooi ik hem in de hoek van de woonkamer neer. In Malia's gezelschap probeerde ik me nog groot te houden en niet te laten merken hoe verschrikkelijk pijn dit doet. Maar nu laat ik de pijnkreten gewoon de vrije loop.

Ik vermoord die Chemal, al wordt het mijn eigen dood. Hij heeft het gemunt op Malia en dat kan ik niet accepteren. Ik vind het nog oké dat hij het op mij voorzien heeft, aangezien ik toch verantwoordelijk was voor de dood van zijn ex-vriendin. Een ander soort pijn schiet door mijn lichaam door de gedachte daaraan, een schuldgevoel dat dieper gaat dan de moord op een simpel mens.

Dan wordt het schuldgevoel overstemt door honger. De herinnering aan het heerlijke bloed van al die mensen dat rijkelijk stroomde speciaal voor mij. 'Stop, hou je in Damon! Zo ben je niet meer.' De rationele stem in mijn hoofd spreekt me streng toe. Ik heb al geen mensenbloed meer gedronken sinds Lola en dat allemaal door Malia. Haar glimlach deed me gewoon beseffen dat ik niet door kon met het leven dat ik leidde. Ik moest stoppen met me laten leiden door de honger. Ik moest de touwtjes weer zelf in handen nemen. Ik moest weer mezelf zijn van toen ik nog écht jong was. Die jongen die uren in het lavendelveld naast het huis kon zitten, met een goed boek over uitlopende onderwerpen. Een jongen die streefde naar zoveel mogelijk kennis verzamelen om daarmee andere te helpen.

Een nieuwe pijnscheut haalt me uit mijn gedachten. Ik voel hoe iets zich vanuit mijn lichaam naar buiten probeert te wurmen. De kogel natuurlijk, die Chemal op mij afvuurde toen ik bij het huis aankwam waar ik met Malia had afgesproken. Hij had haar gechanteerd met haar pillen om mij te bellen, dat had ze mij vertelt op de terugweg in de taxi. Ik herinner me nog goed hoe ik op de deurbel drukte en hij de deur openende. Hij keek meedogenloos en zonder te knipperen haalde hij de trekker over. De pijn die ik toen voelde ging dieper dan de fysieke pijn, in dat moment had ik gedacht dat Malia mij verraden had. Ik kende het echte verhaal nog niet, ik dacht dat ze samenwerkte met die sneakbak.

De kogel valt met een klingelend geluid op de mahonie houten vloer. Op de kogel staat het merkteken van de familie. Het is een draak die door eenzelfde vizier als op Malia's pols heen kronkelt. Nu deze vergiftigde kogel uit mijn lijf is, wordt de pijn al minder. De huid rond de wond begint weer naar elkaar toe te trekken. De laatste restjes Vervain druipen uit de wond en dan sluit het gat zich. Ondanks dat ik dit al vele keren gezien heb, voelt het elke keer weer speciaal om zo snel te kunnen helen. Ik wrijf met mijn hand over de gloed nieuwe huid. Het voelt zijde zacht en is nog helemaal gaaf.

Maar de verandering van mijn huid is nog niet over, opeens beginnen er zich zwarte vlekken te vormen. Er verschijnen lijnen en een rondje, het is precies dezelfde tatoeage als op Malia's pols. Ik ben ook gemerkt door de verdomde Chemal. Het is een raadsel hoe hij uit het niets tatoeages kan laten verschijnen, maar daar kom ik noch wel achter. Hij denkt dat hij jaagt op mij, maar als het aan mij ligt ben ik juist degene die jacht maakt op hem.

~

Woelend lig ik in bed. Elke nacht probeer ik het opnieuw, slapen. Elke nacht faal ik weer. Vampieren kunnen helemaal niet slapen. Ik zou er echt alles voor over hebben om weer te kunnen slapen. Om gewoon mijn ogen te sluiten en aan niks meer te hoeven denken. Ik zou weer dromen hebben, waarschijnlijk over Malia. Zelfs de nachtmerries zou ik voor lief nemen. Maar slapen is onmogelijk voor mij, ik zal nooit meer kunnen slapen. Niet dat ik dit accepteer.

Ik vraag me af hoe lang het duurt voordat Malia door heeft dat ik gelogen heb op de dagen dat ze verlamt van de Vervain in bed lag. Ik heb haar laten denken dat haar ouders wisten dat ik op haar paste. In de realiteit hadden ze eigenlijk haar tante (van Malia's vaders zijde, dus geen Inblood) gebeld om voor haar te zorgen. Diens gedachte had ik beheerst zodat ze niet naar boven zou gaan, maar toch aan Malia's ouders zou vertellen dat alles goed ging. Telkens als haar ouders wel thuis waren sneakte ik snel weg met de smoes dat ik ook moest rusten. Gelukkig heeft ze het niet met haar ouders over mij gehad.

Maar nu ze heeft gezien hoe haar moeder op mij reageerde zal ze wel doorhebben dat ik niet helemaal eerlijk ben geweest. Zoals ik al verwachtte heeft haar moeder een bloedhekel aan vampieren. Dat hebben de meeste inbloods. Ze voelen zich altijd verheven boven vampieren, omdat ze het gevoel hebben dat ze de vampier 2.0 zijn. Daarom had ik Malia die dag gewoon op de stoep voor haar huis gelegd, alsof ze daar neergevallen was.

Ik staar naar het witte plafon. Ik begin rusteloos te worden. Meestal hou ik het wel vier uur vol om zo in bed te liggen, maar nu begin ik het al lastig te vinden na een half uur. Ik herhaal steeds maar weer de gebeurtenissen van vandaag. Vooral ben ik gefocust op hoe Malia en ik op het veld zaten en hoe ik maar niet kon geloven dat het echt was dat we geteleporteerd waren vanuit de kelder. Het is gewoon onmogelijk.

Onmogelijk.

Onmogelijk.

Dat woord doet me wat. Het triggerd mijn herinneringen, maar ik kan niet plaatsen waarom. Er moet gewoon een rede zijn waarom het wel mogelijk was voor ons. Ik kruip onder mijn deken vandaan en pak mijn laptop van het nachtkasje. Op google ga ik opzoek naar wat teleportatie nou precies is. Ik stuit meteen op de definitie.

"De rechtstreekse verplaatsing van objecten van de ene plaats naar de andere, zonder dat het object fysiek de ruimte tussen beide plaatsen hoeft te doorkruisen."

Ik krabbel de definitie over op mijn kladblok. Dit is precies wat er met Malia en mij gebeurt is. Op het ene moment waren we in de kelder en bijna op precies hetzelfde moment waren we op het veld. Ik zou überhaupt niet weten hoe je fysiek van die kelder naar het veld zou moeten komen.

Dan schiet me te binnen dat ik ook op de zoeksite van de vampierafdeling kan kijken van de universiteit waarop ik een tijdje vampiergeschiedenis heb gestudeerd. Op de site aangekomen zoek ik naar teleportatie in de databank. Ik selecteer de eerste vijf links en print ze uit. Ik neem me voor om ze morgen in mijn tussenuur door te nemen. Nu heb ik geen tijd, wie houdt ik voor de gek, en geen zin om ze door te nemen.

Een knorrend geluid komt vanuit mijn maag. Fuck natuurlijk heb ik nog steeds honger. Het is alweer een tijdje geleden dat ik gegeten heb door de gebeurtenissen van vandaag. Ik steek mijn voeten in mijn schoenen en trek een shirt aan. Het is vandaag een warme avond dus een jas is niet nodig. Ik draai mijn deur op slot en check nog snel de ramen. Ik zou niet willen dat die Chemal inbreekt in mijn huis, want daar zie ik hem nu wel voor aan.

Als ik naar de plek voor mijn garage kijk realiseer ik me dat mijn auto ook nog bij het huis van Chemal staat. Die haal ik morgen wel op. Voor nu pak ik mijn fiets uit de garage en ga op weg naar het veld om te jagen. Tijdens het jagen hoef ik tenminste nog niet aan morgen te denken. Ik gedraag me misschien wel als een stoere vampier, maar stiekem ben ik bang voor hetgeen wat mij te wachten staat.





InBloodDove le storie prendono vita. Scoprilo ora