~Hoofdstuk 25~

49 4 1
                                    

Malia POV

Ik ben me dood geschrokken toen het ziekenhuis mij belde, vlak nadat ik de grond schoongemaakt had. Damon heeft een auto-ongeluk gehad. Ik was meteen op mijn fiets gestapt en nu zit ik hier in de wachtruimte, te wachten totdat iemand me naar hem toe kan brengen. Ik pulk zenuwachtig aan het loszittende stukje van mijn duim nagel. Ik staar naar de tatoeage dat net aan onder de rand van mijn mouw uitsteekt. Ik rek mijn mouw verder uit, zodat ik er niet meer aan herinnerd hoef te worden.

"Malia?"

Verschrikt kijk ik op, voor mij staat een aardig ogende vrouw met blond haar, ze draagt een wit verpleegsters uniform. Ik sta op en schud haar de hand.

"Hallo ik ben Michelle, ik zal je naar Damon brengen." zegt ze met een mierzoete stem.

Ik schenk haar een glimlach en loop achter haar aan naar de lift. In de lift houdt ze de knop van de vierde verdieping net zolang ingedrukt totdat er een pieptoon klinkt.

"We hebben een speciale vleugel voor vampieren in dit ziekenhuis, daar gaan we nu heen." haar stem begint me nu al te irriteren. "Deze vleugel is alleen te betreden door vampiers zelf, dus al het personeel zelf is ook een vampier."

Ik knik als bevestiging dat ik gehoord heb wat ze zei, ik heb niet echt zin om een gesprek te beginnen met deze zuster. De lift deuren glijden open en er komt een gang te voorschijn die gewoon lijkt op elke andere hal in dit ziekenhuis, wit en steriel.

"Derde deur links, daar ligt Damon." ze wijst met haar perfect gemanicuurde vinger naar de gang. "Als je me ergens voor nodig heb, ik zit hier in mijn kantoor."

Aarzelend stap ik de gang door, het valt me op hoe klein deze vleugel eigenlijk is. Ik tel ongeveer 10 kamers. Dan besef ik me dat het natuurlijk heel onwaarschijnlijk is dat vampiers in het ziekenhuis belanden en dat er dus geen veel kamers nodig zijn.

Voorzichtig stap ik over de drempel van Damons kamer. Eigenlijk verwachte ik dat hij mij blij zou begroeten, maar hij ligt roerloos in zijn bed. Is er wat erg gebeurt? Binnen een seconden sta ik naast zijn bed en schud ik ruw aan zijn schouder.

"Damon!" schreeuw ik uit paniek.

Langzaam opent hij zijn ogen, die vandaag wel een oranje achtige gloed lijken te hebben. Slaperig wrijft hij in zijn ogen. Geschokt kijk ik hem aan.

"Sliep je nou?" vraag ik.

"Wacht wat, ik sliep gewoon, maar dat is..."

"Onmogelijk." vul ik Damon aan.

"Dit onmogelijke koppel gedoe begint me nog te bevallen." zegt Damon lacherig

"Heb je gedroomd?" vraag ik terwijl er beelden van de droom die ik telkens krijg als ik slaap door mijn hoofd schieten.

"Nee, in ieder geval niet dat ik mij herinner."

Ik geef Damon een innige omhelzing, waardoor zich een aangename warmte zich door mijn lichaam verspreid.

"Je sliep gewoon." mompel ik in zijn nek.

"Zo tortelduifjes, ik heb goed nieuws voor jullie." de mierzoete stem van Michelle schalt door de kamer. "Damon je mag naar huis."

Damon omhelst me nog strakker van blijdschap, dat ik bijna geen lucht meer krijg.

"Eerst nog een advies van de dokter, drink meer mensenbloed, al is het uit een zak. Je verzwakt zo erg als je alleen dierenbloed drinkt, daardoor ben je hier ook beland, anders was je alweer geheeld voordat de ambulance er was."

Dit wist ik helemaal niet, dat Damon geen mensenbloed meer dronk, eigenlijk had ik er niet eens over na willen denken. Hij deed het vast voor mij, zijn dierendieet. Hij wou niet meer de jongen van vroeger zijn die zich liet lijden door de honger.

"Okey." zegt Damon, maar ik zie in zijn ogen dat hij het er eigenlijk niet mee eens is.

Ik wil een telepathisch bericht naar hem sturen met de vraag of hij het voor mij deed, maar ik twijfel heel erg, ik weet dat hij heel erg veel schuldgevoel van zijn verleden met zich meedraagt en ik wil dat niet allemaal weer naar boven halen. Voordat ik nog meer kan twijfelen kakelt Michelle weer door.

"Als ik jou was Damon, zou ik wel eerst weer gewone kleren aantrekken, ik heb al een paar klaar gelegd op de stoel."

Nu zie ik ook pas dat Damon een mintgroen ziekenhuis short draagt. Aan Damons blik te zien had hij dat ook nog niet gezien. Ook kijkt hij verward naar zijn armen en benen. Dan pakt hij twijfelend de onderkant van het short vast en kijkt dan naar Michelle.

"Beetje privacy graag." zegt Damon, met nog steeds een lichtelijke verwardheid in zijn stem.

"Hoe denk je dat je dat aangekregen hebt." michelle wijst weer met haar glanzende zuurstok roze nagel naar hem.

Damon fronst op een sexy manier, en trekt dan met een ruk het short uit.

"Nu blij?" Zegt Damon terwijl hij zich omdraait en de kleren van de stoel aan begint te trekken.

Ik verwacht daadwerkelijk een blije blik op Michelle's gezicht te zien, maar in plaats daarvan heeft ze een verbaasde blik die ik niet helemaal kan plaatsen. Damon heeft ondertussen zijn kleren aan, hij loopt naar mij toe en trekt me mee aan mijn arm.

"Kom we gaan, ik ben al veels te lang in dit ziekenhuis."

~

Michelle POV

Ik loop door de buitendeur van het ziekenhuis, ik gok dat het al tegen middernacht loopt. Het was vandaag een rustig dagje, eigenlijk zoals elke dag in dit rot ziekenhuis. Ik doe dit werk alleen omdat ik het beloofd had aan mijn zus. Het was altijd haar droom om in de gezondheidszorg te gaan werken, maar aangezien ze nu dood is, maak ik haar droom maar waar.

Ik sta voor mijn auto en rommel in mijn tas opzoek naar de sleutels. Waar zijn die krengen in hemelsnaam? Het helpt ook al niet mee dat mijn nagels zo verdomd lang zijn, maar zoals ik al zei, ik leef mijn zusje haar droom. En met haar droom bedoel ik natuurlijk haar leven, iedereen denkt dat ik eigenlijk dood ben in plaats van haar.

Met een klap smijt ik mijn tas tegen de muur. Wie hou ik nou eigenlijk voor de gek? Ik doe dit alleen maar uit egoïstische redenen, iedereen vond haar altijd zo perfect en nu ben ik dus perfect, want ik ben haar.

"Hallo ben jij Michelle?"

Ik draai me om en zie een jongen staan met vuurrood haar, door de schaduwen die de lantaarnpalen werpen kan ik voorde rest weinig zien. Wat moet hij van me?

"Uh ja, maar eigenlijk ben ik net klaar met werken, dus ik weet niet wat je wil?"

Er verschijnt een kwaadaardige grijn op het gezicht van de jongen, hij duwt met geweld tegen de muur aan en grijpt naar mijn keel.

"Jij hebt zijn tatoeage gezien hé?"

"Ik weet niet waar je het over hebt." mijn stem piept doordat ik amper aan lucht krijg.

"Dat weet je wel, ik kan je gedachtes lezen."

Hij duwt met nog hoger tegen de muur aan, waardoor mijn kleding openscheurt tegen de bakstenen aan en er ruwe schaafplekken ontstaan op mijn rug. Ik voel hoe zijn grip op mijn gedachte toeneemt, ik kan praktisch gewoon voelen dat hij in mijn hoofd zit.

"Ga je het aan iemand vertellen." zijn stem klinkt steeds kwaadaardiger.

"Nee ik zweer het, ik zal het niemand vertellen." tranen beginnen over mijn wangen te lopen.

"Alleen jammer dat ik je niet geloof, per slot van rekening ben je een systematische leugenaar Michelle, of moet ik Rachel zeggen?"

Ik probeer nog de kracht te vinden om er wat tegenin te brengen, maar al mijn energie lijkt weg te vloeien. Mijn benen spartelen en proberen ergens grip aan te vinden, zodat ik mij af kan zetten. Dan zie ik het houten voorwerp in de jongens zijn hand en raak ik nog meer in paniek.

Met een krachtige stoot boort de jongen de staak in mijn hart, ik zucht en probeer te vechten tegen de dood. Maar mijn kracht is op en alles word zwart.



InBloodWhere stories live. Discover now