Hoofdstuk 16

15K 857 214
                                    

"Oké, nee. Niet alweer."

Het is maandag, en nu probeer ik mijn broek aan te trekken. De broek heeft gaten en telkens schiet mijn arme voet daar door heen, waardoor mijn teen knakt en mijn broek verder scheurt dan mooi is. "Verdomme," scheld ik zuchtend.

"Eén, twee, drie!" ik spring op van mijn bed en trek mijn broek op terwijl ik nog half in de lucht ben. Dat zou misschien kunnen werken, als je geen Alison Brown zou heten.

Ik val met een harde klap op de grond, terwijl ik mijn elleboog tegen een plankje stoot. Maar mijn broek is aan. Wat je wel niet allemaal moet doen om een broek aan te trekken.

Ik zucht en kam door mijn korte haren die net niet mijn schouders raken. Ik wil net mijn make-up doen als mijn ogen op de klok vallen. Kwart over acht. Oftewel ik ben te laat in de les. Ik zucht en spurt dan de gang op terwijl ik mijn tas nog net mee weet te grissen.

Op de trap ontwijk ik wat schoenen die ik daar ooit heb neer gegooid. Althans, ik probeer de schoenen te ontwijken die ik daar ooit heb neer gegooid. Mijn voet ontwijkt de ene schoen waardoor hij terecht komt op een andere verdwaalde schoen, en zo glij ik uit en val ik met een lelijke klunzige koprol op de grond.

Ik stoot mijn rug tegen de schoenen kast als ik neerkom en zucht uit vermoeidheid. Ik bereid me even nog een keer mentaal voor en sta dan weer op terwijl ik in mijn schoenen stap.

"Mevrouw Brown, wat is deze keer de rede dat je zo laat bent?" ik laat meneer Nobel één van mijn vele charmante glimlachjes zien, die hij totaal negeert. Alsof meneer Nobel ooit zal luisteren, of mijn verhalen überhaupt zal geloven.

"Er liepen denk ik wel honderd oude mensen voor me," zeg ik hem. "En er stond nog een kleuter in de weg, die maar niet aan de kant wilde gaan." zeg ik nog eens op een verontwaardigde toon.

"Alison,'' "Ja, meneer Nobel?" "Nablijven" stelt hij vast. Ik laat een protesterend kreetje horen. ''Het was niet mijn schuld,'' "Ja tuurlijk, Alison. Naar de gang. Ik heb hier nu geen zin in." beveelt hij me. Ik geef geen reactie, naast een geïrriteerde blik en open dan de deur weer.

Ik had net zo goed hier kunnen blijven staan toen ik hier aankwam.

De deur gaat even later weer open en Brandon komt te voor schijn. "Wat doe je hier?" vraag ik hem lachend. "Het is school," imiteert hij ons laatste gesprek grijnzend. Ik rol met mijn ogen. "Ja dat weet ik, maar ik bedoel op de gang." maak ik hem duidelijk met een paar uitgebreide handgebaren.

"Blijkbaar, mag je niet op je telefoon zitten tijdens de les." zegt hij schouder ophalend. "Vertel mij wat." lach ik.

"Maar, wie is je nieuwe vriendje trouwens?" vraagt Brandon geïnteresseerd. Ik ben er op dit moment zwaar van overtuigd dat Lydia haar mond weer eens voorbij heeft gepraat. Ik heb haar nooit verteld dat het een geheim was, maar om het aan Brandon te vertellen is toch wel heel iets anders.

Is het heel erg dat ik stiekem gehoopt had dat hij jaloers zou zijn?

"Keith, hij komt uit Londen." vertel ik hem ongemakkelijk. Brandon knikt langzaam. "Cool" , "Ik denk het.''

"Je gedraagt je anders" zegt hij plots. Ik kijk hem verward aan. "Of jij gedraagt je anders, waardoor het zo lijkt alsof ik me anders gedraag." kaats ik terug. Hij fronst. "Dat bedoel ik dus." zegt hij mij strak aankijkend. "Ik ook," zeg ik niet zo krachtig terug.

Ik volg mezelf niet eens meer, en ik weet zeker dat Brandon dat ook niet doet. "Misschien heeft het te maken met die 'Keith' gast" zegt Brandon. Ik lach, omdat ik niet weet wat ik anders zou kunnen doen. "Ik bedoel, je kent hem maar net." , "Ja, en?" vraag ik hem. "Pas gewoon op met hem, oké?" vraagt hij me. "Ik bepaal zelf wel wat ik doe, en met wie ik wat doe." stel ik vast.

Ik word gebeld, voor Brandon kan antwoorden neem ik snel op. Ik stuur Brandon nog een dodelijke blik voor ik opneem. "Hallo?"

"Hé Ali, Ik kan dit weekend niet naar jou toe komen. Het spijt me, in de vakantie zou ik wel kunnen." zegt Keith met spijt in zijn stem. Een opgelucht gevoel komt in me op, al speelt teleurstelling ook een kleine rol. "Oké," zeg ik onbedoeld eentonig. "Ik moet nu weer gaan, ik bel je dadelijk nog wel." ik hang op en kijk Brandon weer aan, zonder een woord tegen hem te zeggen.

"Wie was dat?" ik zucht als hij dat zegt.

"Shrek, het was eigenlijk voor jou. Maar ik moest doorgeven dat hij zijn gezicht graag terug zou willen."

He loves me, crazy isn't it?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu