hoofdstuk 34

995 68 25
                                    

POV Kirsten

Ik liep het strand op. "Eindelijk" Ik keek naar de zee die rustig golfde. "Angel zou het hier geweldig vinden" Zei Carlos. Ik knikte. 'We zijn ooit met zijn tweeën naar zee geweest. Van vroeg in de morgen tot na etenstijd. Ze wilde niet weg" 

"Ik weet nog dat ze er niet over op kon houden toen jullie terug kwamen. Daarom dacht ik dat deze vakantie wel goed was" Iedereen keek stil naar de zee. "Zullen we naar het huisje gaan en uitpakken" Vroeg Alex. Ik knikte en draaide om. 

Het huisje was geen huisje. Het was een villa. Carlos had een villa geregeld die super groot was met zwembad, direct aan zee en grote kamers. 

Ik liep een tweepersoonskamer in en ging zitten. 

"Hier zou Angel wel willen wonen" Ik keek op en Lola stond in de deuropening. Ik knikte. "Die inloopkast alleen al" Lola begon te lachen. "Aan het zwembad liggen, op het strand jongens versieren" Ik lachte. "En dan met haar haren" Lola en ik zwaaide tegelijk onze haren over onze schouders. 

Hard begonnen we te lachen. 

"Ik mis haar" Zei Lola. Ik knikte. "Iedere dag wordt het eigenlijk alleen maar moeilijker. Alles herinnerd me aan haar, ook al is het al drie jaar geleden!" Lola knikte. "ik ken het gevoel" 

We keken naar het zwembad. "Op de één of andere manier kan ik het gewoon niet geloven" Zei Lola. Ik knikte. "Het is zo snel allemaal gegaan" Lola zuchtte. "We moesten haar gewoon geloven, dan was het allemaal anders gelopen" 

"Jullie geloofde haar, ik niet en daarom is ze er nu niet meer" Ik draaide me om en Carlos kwam binnen gelopen. "Carlos, je moet niet zeggen dat het jou schuld is want dat is het niet. Ze heeft zelf die pillen genomen en we hebben de situatie met zijn alle er naar gemaakt" Hij schudde zijn hoofd. "Zo is het niet. Ik was de doorslag. Ik was haar vriend en ik hoorde haar te geloven" 

We waren allemaal even stil. "Je mag niet zeggen dat het je schuld is want het is die van Donny zonder hem zou ze niet telkens verdwijnen" Carlos haalde zijn schouders op. "Zonder Donny hadden we haar niet gekend, want de eerste keer dat ze wegrende is van Orlando naar onze school toe" 

Lola keek naar mij. "Waarom kon ze niet gewoon blijven en vechten. Angel gaf nooit op, ze was sterk" Ik haalde mijn schouders op. "Angel was al te lang sterk. Ze trok het allemaal niet meer. Die blik van haar, de laatste keer dat ik haar zag... hij was gebroken, hij was slap" Zei Carlos.

"Is het eigenlijk niet raar dat we haar niet meer afscheid konden nemen?" Vroeg Lola. "Hoe bedoel je?" "In het ziekenhuis laten ze iemand meestal binnen voor laatste afscheid, ook als ze al weg zijn. Anders voor de begrafenis of tijdens een rouwbezoek. Maar geen van alle is bij Angel geweest" Merkte Lola op. 

"Ik denk dat haar vader dat niet wilde" Zei ik. Carlos schudde zijn hoofd. "In het ziekenhuis wilde hij haar zelf ook zien maar dat kon niet. Wij zijn niet de enige die geen afscheid hebben kunnen nemen van haar" Ik keek naar Carlos. "Maar dat mag hij toch, hij is haar vader" 

Lola knikte. "Best raar, ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan" Ik haalde mijn schouders op. "Er zal vast wel een reden voor zijn geweest." 

Er viel een stilte in de kamer. 

~*~

"OP ANGEL!" We hieven onze glazen en dronken op haar. Ik keek het terras rond meerdere mensen keken even op toen we luidruchtig waren maar draaide al snel hun hoofden weer terug. Enkele mensen die voorbij liepen keken ook even maar liepen daarna gewoon door. 

Ik keek naar de sterrenhemel. "Zou Angel daar bij zitten?" Vroeg ik. "Misschien wel, die grote daar" Zei Liz. "Ze scheen altijd, je merkte haar altijd meteen op" Zei Megan. Ik stemde in. De grote ster was Angel die altijd over ons heen keek. 

Ik glimlachte naar de star en dacht aan Angel die de cheerzaal in kwam springen. Iedereen was chagrijnig en Angel ging als een blije kip door de zaal springen tot iedereen aan het lachen was en zei toen iedereen lachte. "Eindelijk, nu kan iedereen beginnen met trainen. Ik ben hier niet gekomen om naar een stelletje chagrijnige apen te kijken" 

Ik nam een slok van mijn drinken. Iedereen was even stil. 

~*~

In stilte liepen we naar het huisje terug. De volgende morgen gingen we met iedereen de stad in. Ik stond stil midden op straat en wees naar de hoek van de straat. "Dit droom ik toch niet?" Carlos keek op en zag het ook. Dat zei hij niet maar hij keek wel. 

"Dat is onmogelijk" Zei Lola. "Nee, dat is niet waar" Zei Alex. 

"Maar..." Begon Liz, maar verder kwam ze niet. Want niemand geloofde wie er daar op de hoek van de straat stond...v

Dear Diary ♥Where stories live. Discover now