hoofdstuk 32

1K 77 19
                                    

POV Carlos

Ik zat op Angel haar bed. Ik staarde naar haar dagboek in mijn handen. Voor de derde keer las ik het door. Ik kon niet geloven wat ik las


Dear diary,

Ik weet het allemaal niet meer...

Ik ben moe, moe van eindeloos  wachten tot iedereen naar mijn verhaal wil luisteren. Ik kan niet langer zonder de mensen van wie ik hou, ik wil bij ze zijn. 

Carlos luistert niet, hij wil waarschijnlijk pas luisteren al het te laat is, net als iedereen. Ik dacht dat Alex wel naar me zou luisteren, maar ik had het mis, niemand is bereid te luisteren naar het hele verhaal. Het is allemaal te vaak gebeurd. 

Veel te vaak

Soms vraag ik me af, morgen, wordt het dan anders?

Zou ik ooit wakker worden, op vakantie in Indonesië, met Donny, de lieve Donny, naast me? Dat het allemaal één droom zou zijn. Eén nachtmerrie. Dat ik gewoon met een perfect vriendje was, op vakantie met mijn ouders van wie ik hield. Ik zou mijn moeder niet hebben verloren, mijn leven zou normaal zijn. Wat als ik wakker werd, en alles bleek gewoon één grote nachtmerrie te zijn. 

Ik wil terug naar hoe het was. Ik hield van mijn Donny, niet de Donny die me ieder moment kan komen halen en me vermoorden voor het feit dat ik hem heb bedrogen, hem tegen de politie opzette, alweer. Ik wil MIJN Donny terug, de lieve, onschuldige, jongen die om mij gaf.

Ik wil dat alles weer als vroeger werd. Ik was niet depressief, hoefde niet meer weg te rennen. Ik wil het niet meer. Ik kan het niet meer. Ik ben moe.

Vaak denk ik dat ik niet meer in staat ben om een normaal leven te lijden. Dat ik gedoemd ben en dat er geen mogelijkheid meer is, hoe ver ik ook weg loop. Er zal altijd wel iemand naar me zoeken, mijn vader, mijn vrienden, als ik die nog heb. 

Het beste zou zijn als ik gewoon verdween van de wereld, voor altijd. 

Mijn vader is de beste vader die ik me kan voorstellen, hij is mijn held, mijn koning. Ik zal altijd van hem houden, waar ik ook ben. Ik kan niet zonder hem. Hij is alles wat ik nog heb, de enige die blij zal zijn als ik terug kom, de enige die me zal zoeken als ik wegga. De enige die nog midden in de nacht  over verlaten straten zal dwalen in de stromende regen, de enige persoon die echt van mij houdt. 

Ik weet dat ik het hem vaak moeilijk maak, het is allemaal gewoon moeilijk sinds mama weg is. Het is niet meer makkelijk, niet meer als voorheen. Dit keer, deze keer is de ergste van allemaal. Ik kan het niet meer. 

De blikken van mensen die me aankijken en nastaren. Het gefluister dat plots stopt als je binnen een straal van drie meter komt. De geruchten. De mensen die niks meer met je te maken willen hebben. Mensen die zeggen dat alles voor aandacht is. 

De mensen die niet weten dat het zwaarste wat je mee moet maken in de zeventien jaren dat je leeft is zo vaak opnieuw beginnen, opnieuw een schone start zoeken en die dan nog niet krijgen. Een ding dat je de rest van je leven achter na zit. 

Ze weten niet dat ik depressief ben. Ze zien me lachen, glimlachen, kijken me niet aan in mijn ogen en luisteren niet naar wat ik tussen de zinnen door eigenlijk aan het vertellen ben. Ik ben niet blij met hoe het nu is in mijn leven. 

Ik ben bang dat het nooit meer echt mijn leven wordt. Ik kan geen vrede krijgen met dit leven, dat kan ik nooit. Dat weet ik omdat het me allemaal echt te veel wordt, iedere keer wordt het erger. Ik kan niet meer met mijn eigen verleden omgaan. Ik wordt meegesleurd door mijn verleden, nooit tijd om verder te gaan. 

Dear Diary ♥Where stories live. Discover now