33. Van vingers tot vuisten

16 3 6
                                    

Brooklynn pov


Als iemand mij ooit nog zou vertellen dat er in een paar seconden geen uur voorbij kan gaan zou ik ze niet meer geloven. Mijn armen heb ik voor mijn borst, mijn vingers zijn zo gebogen dat ze elk moment in vuisten kunnen veranderen. Mijn kniën zijn zo hoog opgetrokken dat alleen mijn hoofd er nog boven uit steekt. Onderaan mijn rug voel ik de ribbeltjes van het behang. Mijn pupillen staan bovenaan mijn ogen en kijken vlak langs de onderkant van mijn wenkbrauwen naar een paar meter voor mij, aan de andere kant van de kleine ruimte.

De zwarte schoenen waar kuiten zo wit als melk uitsteken zijn onmisbaar. Jacky zit in kleermakerszit met haar armen over elkaar en haar wenkbrauwen in een punt naar beneden gevouwen. Hoewel ze er minder angstig uitziet, valt ze goed te vergelijken met een gesloten deur waar niemand de sleutel van heeft. Evan zit naast mij aan de andere kant, achter de kapstok, zijn armen dragen zijn hoofd. En zijn gezicht is verborgen in de schaduw.

"Brooklynn?" Langzaam kantel ik mijn hoofd naar boven. "Ginny." Fluister ik. Haar serene blik geeft me twijfels, waarvoor zou ze hier zijn? Ze kijkt om zich heen alsof ze een antwoord van een raadsel probeert te vinden. "Komen jullie?" Vraagt ze met een glimlach die ik precies aan sneeuwwitje zou wijden.

"Nee." Zegt Jacky meteen standvastig terwijl ze haar armen nog krachtiger voor haar buik zet. "We komen jullie halen." Zegt ze dan, ze negeert mijn mond die open ging. "Waar gaan we dan heen?" Vraag ik dan, zonder oogcontact te wagen. "We gaan jullie naar huis brengen." Ze kantelt haar hoofd schuin naar links. "Dan ga ik niet mee." Mompel ik. "Ik blijf hier ook liever." Zegt Jacky met de meest neppe glimlach die ik ooit heb gezien.

"Hebben jullie het hier goed?" Haar lieve, compassie volle houding vervaagt in een serieuze dringende toon. "Nee." Fluister ik. "Maar het is niet beter bij mensen die ons gewoon verhandeld hebben." Voegt Jacky er aan toe, ik knik. Ginny grinnikt tot haar mond de vorm van een o aanneemt, "Wij willen jullie gevangen houden?" De klemtoon op het woord "Wij" doet me twijfelen of Ginny wel in het complot zit.

"Jullie wouden ons alleen maar hebben om ons te kunnen verkopen aan Sebastian Stan. Zodat hij ons kan smeken om een kans en ons dan weer kan verlaten zoals hij altijd al deed. We hoopten dat jullie ons kwamen redden tot we erachter kwamen..." Een luid gehijg onderbreekt Jacky haar verhaal. Haar ogen worden zo groot als tennisballen en haar huid zo rood als vuur. Ik schuif opzij zodat ik half achter een lange jas verscholen zit.

"Colin, je komt precies op het goede moment. Ze beweren dat wij ze hierheen hebben gestuurd." Colin glimlacht terwijl hij vluchtig naar ons kijkt en inplaats van te antwoorden zegt hij "Je hebt ze gevonden!" Ginny trekt haar wenkbrauwen op . "Ja, maar kan jij ze even vertellen dat wij hier niks mee te maken hebben en dat ze gerust mee kunnen komen?" Een kleine zucht van ongeduld ontsnapt uit haar mond. Hij krabt achter zijn oor, Ginny kijkt wantrouwend van onze bevroren blikken naar die van hem. "Kan iemand mij vertellen wat hier aan de hand is?" Ginny haar wenkbrauwen dalen en haar blik wordt waziger.

"Ik uhm, ik heb een afspraak gemaakt met Sebastian." Zegt Colin terwijl hij naar de punten van zijn leren bruine schoenen kijkt. "Wat?" Ginny haar lip zakt. Jacky schudt haar hoofd. "Waarom?" Vraagt Ginny. Colin trekt lucht in zijn longen en duwt het er dan stevig uit, hij schraapt zijn keel.

"Het begon allemaal zes jaar geleden; Sebastian had zijn kinderen al superlang niet meer gezien nadat zijn vrouw hem had opgedragen weg te gaan. Hij heeft jaren geprobeerd brieven te sturen en adressen te vinden maar hij heeft nooit een teken van leven gevonden. Destijds kregen we te horen dat we langer op de set van once upon a time moesten blijven. Mijn ex-vrouw, de moeder van Evan mijn zoon had mij uit huis gezet met het bericht dat ik Evan nooit meer zou zien. Niet kort daarna zijn ze uit het oude huis gegaan en kon ik ze niet meer vinden.

We zaten allebei in dezelfde situatie, en we spraken af elkaar te helpen zoeken naar onze kinderen. Op de dag dat jullie aankwamen op het station was ik daar om een kennis van de trein te halen. Toen ik naar het perron liep herkende ik een meisje van de foto die hij had laten zien. Jou Brooklynn, en toen je zus er nog achter aan liep wist ik het zeker. Toen ik dit bij de lunch aan Adam en Edward voorlegde hadden zij echter andere plannen."

Met elke hap zuurstof die ik neem ontstaan er meer vragen in mijn hoofd. Een schreeuwende stilte vult de smalle ruimte. Ik kijk naar het jongetje dat naast mij nog steeds zijn armen in een boogje over zijn hoofd heeft liggen. Dan naar Jacky. Ik weet niet eens wat de meeste vragen oproept, de stilte, mijn moeder, mijn vader, Colin? Nee, wat de meeste vragen oproept is dat er in deze hele reis niks toeval is geweest...

DromenWhere stories live. Discover now