21. Vragenvuur

15 2 9
                                    




Brooklynn pov

"Jij bent..." huiverend kijk ik naar de man zijn gezicht die me maar al te bekend voorkomt. "De chauffeur die jullie in de hagel hebben laten staan." Eindigt hij mijn zin. Met mijn hand bedek ik mijn mond een beetje, Jacky bloost. "Meneer, U zag er gewoon zo onbetrouwbaar uit." zegt ze. Hij moet lachen, "Krentenbol?" hij houd de zak nogmaals voor onze neus. Normaal lust ik geen krentenbollen maar na zo'n lange reis heb ik honger. Jacky weigert zijn aanbod, "Wat ga je met ons doen?" Ze slaat haar armen over elkaar.

"Ik zou maar beter wat eten meisje, want het word een lange reis." De toon van zijn stem word steeds onaardiger. Al lijkt hij niet zo'n grote schurk te zijn als ik dacht. Hij zit aan de picknick tafel, en wij staan er omheen. Een hard eenden geluid galmt over het grasveld, ik kijk om me heen. "Wat krijgen we nou." Sist de man. "Wat?" Yara kijkt hem aan.

"Dat is mijn ringtoon." Zegt hij kortaf, en hij schuift zijn telefoon uit zijn broekzak. "Nee we zijn er nog niet!" Roept hij geïrriteerd door het apparaat. De nieuwschierigheid naar wie er aan de andere kant van de lijn praat bouwt zich op. "Natuurlijk heb ik de goede meegenomen." Hij rolt met zijn ogen.
Jacky en Yara kijken elkaar aan, "Jacky Yara en Brooklynn ja." Mijn mond valt open, wat zou iemand toch van ons willen? "Ga de bus in." Commandeert hij ons dan.

Stijfjes loop ik naar de bus, "Nee!" Roept Yara opeens. Jacky geeft de man een flinke trap in zijn rug, de tafel komt als een wapen in zijn buik. Hij ploft met zijn hoofd in de krentenbollen, langzaam komt zijn hoofd weer omhoog. Een onschuldig straaltje bloed rolt uit zijn neus over zijn lip, zijn ogen hebben echter minder weg van onschuld. Met een roggel in zijn keel slaat hij zijn benen over de bank en rent hij in Jacky's richting.

Zijn grote schoenen klinken als een ontstopper in het sompige gras. De vraag wat we hem hebben aangedaan, die een paar seconden geleden nog door mijn hoofd spookte is opslag verdwenen. De man ademt in Jacky's gezicht, zelfs Jacky lijkt nu niet aan de angst te kunnen ontglippen. Ik zie de man zijn ogen niet, al heb ik het idee dat ze branden.

Hij tilt de voorkant van zijn schoen op, en laat hem landen op Jacky haar sneaker. Ze knijpt haar ogen stevig dicht en trekt haar lip naar binnen. "Ik ben niet jullie vijand." Zegt hij met zijn kaken op elkaar, hij veegt zijn bloedende neus af.

"Dat heb je net bewezen!" Yara tracht de man met haar been neer te halen, maar hij staat stevig als een boom. Met als gevolg dat Yara zelf met een smak in het gras valt. "Zeg dan waar we heen gaan." Zegt Jacky licht kreunend. "Dat kan ik niet." Zegt hij terwijl hij zijn voet optilt. Jacky slaakt een zucht van opluchting dat de zware schoen van haar voet af is.

"Gaat U ons vermoorden?" Vraag ik zo zacht dat het onzeker is of hij het hoort. "Vermoorden?" Hij grinnikt, "Wat moet ik dan met al dat bloed." Mijn lach zou echt geweest zijn als ik zeker zou weten dat het een grap is. "Voor wie werkt U?" Vraagt Yara terwijl ze overeind krabbelt. "Is dit een kruisverhoor?" Hij trekt zijn wenkbrauwen op. "U ontvoert ons, vragen zijn te verwachten." Zegt Yara bijdehand.

"Ik richt toch ook geen vragenvuur op jullie?" De retorische vraag word brutaal beantwoord door Jacky die nogsteeds wat moeilijk kijkt: "Jij stelt ons een vraag, wij stellen jou een vraag." "Gaan we er een spel van maken, ah fijn." Zucht hij. "Wij beginnen, hoe heet U?" Vraagt Yara. Ons drie paar ogen werpen een nieuwsgierige blik op het verslagen gezicht van de man. "Michael." Is het nietszeggende antwoord. "Voor wie werkt U?" Vraag ik.

"Het is mijn beurt als ik dit spel goed heb begrepen." Antwoord hij koel, ik knik. "Waarom zijn jullie zo lang in het bos blijven kamperen?" Hij kijkt ons aan. Het voelt niet veilig om hem te vertellen over de set van Once upon a time, straks brengen we de anderen nog in gevaar. "De auto was kapot, de motor stopte met draaien toen we in het bos waren." Is Yara haar slimme antwoord.

"Ik zou toch zweren dat ik een paar acteurs daar heb zien lopen, het zal wel mijn verbeelding zijn." Het sarcasme van de laatste zin is angstaanjagend Jacky loopt rood aan, "U bent niet goed wijs." Zegt ze. "Jullie beurt." Zegt Michael snel. Ik heb het idee alsof er meer informatie uit zijn eigen vragen komt, dus geef ik de beurt weer terug. "Ik heb geen vragen."

"Ik heb wel een goede vraag; wie is jullie vader?" Een grijns verschijnt op Michael zijn gezicht.

DromenWhere stories live. Discover now