Hoofdstuk 6.1

2.9K 188 7
                                    

Het voelde als een klap in mijn gezicht. Hunter was... mijn mate. Hunter, de Alpha van de Silent Wolves, was mijn mate?! Dat kon toch niet? Dat hoorde niet te kunnen! Ik ben de dochter van de Alpha van de Full Moon! Waarom zou de Maan Godin een Alpha voor mij uitkiezen?
Hunter stond op en deed een stap naar me toe en als zijn spiegelbeeld deed ik er een terug. 'Sam -'
'Nee! Dit kan niet! Je kunt mijn mate niet zijn!'
Hij zuchtte mijn naam weer. 'Het kan wel. Het is zo.'
Ik schudde paniekerig mijn hoofd. 'Het kan niet! Waarom weet ik het dan niet? Waarom heb ik niet door dat jij mijn mate bent?!'
'Sam, rustig.' Hunter liep voorzichtig naar mij toe en ik begon naar de andere kant van de kamer lopen. 'Laat het me uitleggen.' Hij begon weer mijn kant op te lopen en en liep in de andere richting. 'Blijf. Staan,' gromde hij geïrriteerd.
Ik bleef staan en keek hem aan. Mate. Waarom moest hij mijn mate zijn? Waarom zou ik hem geloven? Hij heeft vast meer meisje zo zijn bed in hebben gepraat, toch? Ugh, nee, niet aan denken.
Hunter kwam weer op me af en ik wilde weglopen, maar hij was sneller. Zijn arm wikkelde zich om mijn middel en hij bracht me tot stilstand. Ik draaide me om en legde mijn handen tegen zijn borst, maar zelfs met alle kracht in mijn lichaam kon ik hem niet bij me weg drukken. 'Laat me los, alsjeblieft.'
'Sam, luister nou.' Hij draaide zich om, mij met zich mee trekkend, en begon te lopen. Na een paar stappen voelde ik de koude muur tegen mijn rug en kon ik letterlijk geen kant meer op. 'Ik weet dat jij mijn mate bent. Ik voel het als ik je aanraak, als ik naar je kijk. Ik wordt helemaal gek alleen al van je geur.'
Hij beet op zijn lip en man, als ik op dit moment niet zo in paniek was en niet zo boos was, was hij vreselijk sexy. Ugh, Sam, stop. Je laat jezelf straks nog kotsen. Geen slecht idee, dan laat Hunter me vast wel los. Oke, nee. Smerig.
Zijn ogen boorden zich in de mijne. 'Voel jij die tintelingen niet?' Zijn handen gleden langs mijn armen omhoog en stopte bij mijn hals. 'Voel je ze niet?'
Ik staarde hem angstig aan. Ik voelde de tintelingen. Iedere keer dat hij me aanraakte voelde ik die rot tintelingen. Langzaam knikte ik en Hunter deed een stap bij me vandaan, waardoor zijn handen mijn huid verlieten.
Zijn ogen, plots zo kil en afstandelijk, lieten mijn blik niet los. 'Bethany heeft schone kleren voor je gehaald. Ze liggen klaar in de badkamer. Ik ben in mijn kantoor als je me nodig hebt, maar dat zal wel niet zo zijn.' Hij draaide zich om en liep de kamer uit, de deur achter zich dichtsmijtend.
Mijn hele lichaam leek versteend. Oh man, Hunter was mijn mate. Waarom had ik het niet door? Na een paar seconden naar de deur te hebben staan staren, schudde ik mijn hoofd. Sam, houdt je hoofd er even bij. Morgen ben je weer thuis en dan is alles weer normaal. Alles is dan weer normaal.
Ik liep naar de kamer waar ik eerder had geslapen en opende de deur. Het bed was weer netjes opgemaakt en er lagen kleren op een van de kussens. Ik pakte de kleding stukken een voor een op. Een wit t-shirt, een zwarte spijkerbroek en een zacht roze trui. Ook lag er schoon ondergoed. En hoe konden ze mijn maat goed hebben?
Ik pakte de stapel en liep naar de badkamer. Deze was groter dan die waar ik de zeep fles tegen Hunter aan had gegooid en alles was van wit marmer. De wastafel, de tegeltjes in de douche, het bad, de vloer. Alles, op de wc na.
Ik legde de kleren op de rand van de wastafel, nadat ik had gecheckt of die droog was, en draaide de badkamerdeur op slot. Ik doorzocht de kastjes op zoek naar een handdoek, deed daarna de douche aan en kleedde me snel uit om direct onder de warme stralen van de douche te stappen. Het water verwarmde mijn koude huid, terwijl ik in gedachten verzonken mijn haar begon te wassen.
Wat als het waar was wat Joëlla allemaal verteld? Zou ik echt eerst bruin haar hebben gehad en zou ze echt vriendinnen zijn geweest met mijn moeder? Een deel van mijn gedachten zei me dat het niet waar kon zijn, maar het grootste deel geloofde haar. Ze zou toch niet liegen over zoiets? Over zoiets zou niemand ooit liegen, dat doet gewoon niemand. Toch?
En alsof mijn leven niet gekker kon: Hunter. Een zucht rolde over mijn lippen. Hunter was mijn mate. Mate. Dat was toch bijna onmogelijk? Ik bedoel maar. Hunter is de Alpha, ik hoor de Alpha te zijn. Ben ik de enige die dat inziet? Het zou niet kunnen dat de Maan Godin twee Alpha's zou uitkiezen, dat is gewoon onmogelijk! Dan weet je zeker dat één van de twee de ander gaat afwijzen.
Hunter deed dat niet. Natuurlijk doet hij dat niet, zonder Luna kan hij zijn plaats als Alpha niet behouden, dan zal Chris de Alpha worden. Hoe stom dat ook klonk, maar ik zou geen Alpha kunnen worden met Hunter als mate. Hij zou dan de Alpha worden van twee roedels en ik de Luna.
Woedend draaide ik de douche uit en had er direct spijt van. Man, wat was het koud! Ik greep de handdoek en droogde me snel af, om me daarna direct aan te kleden. De trui hield de kou buiten, gelukkig. Ik kamde mijn haar met mijn vingers en deed het in een staart, voor ik tegen de wastafel aan ging leunen.
Wat moest ik nu doen? Mijn ouders kwamen morgen pas en nu Hunter boos weg was gegaan was er niemand die me gezelschap hield. Wat maakt het ook uit? Morgen is alles weer normaal en zit ik gewoon thuis met mijn ouders, Joshua en Adrian. Een rilling ging over mijn rug. Joshua. Hoe zou hij reageren?
Een harde bons deed me opschrikken uit mijn gedachten. 'Hunter? Ben je hier?'
Ik deed de deur open en liep door de slaapkamer naar de woonkamer van Hunters vertrek. Ashton en Nathiël stonden bij de deur en beiden keken ze me verbaasd aan. 'Wat doen jullie hier?' vroeg ik.
'We zoeken Hunter. Heb jij hem gezien?' Ashton keek de kamer door.
Ik knikte. 'Ja, net nog. Hij zou naar zijn kantoor gaan.'
Ashton zuchtte. 'Daar hebben we dus niet veel aan. We komen daar net vandaan, hij is er niet. We hebben al overal gezocht en iedereen gevraagd, maar hij is onvindbaar.'
'Waarom zoeken jullie hem?'
'We moeten met hem praten, Nathiël en ik hebben een probleem wat we met Hunter moeten bespreken, maar aangezien hij onvindbaar is geef ik het op.' Ashton leunde tegen de muur aan. 'Kan ik met blondie chillen.'
'Het zal wel.' Nathiël draaide zich richting de deur. Voor hij de kamer uit was zei hij nog: 'Ik ga wel verder zoeken, misschien dat hij buiten is.'
'Dus, blondie,' begon Ashton terwijl er een grijns over zijn gezicht kroop. 'Mag ik je naam nog weten of zal ik je blondie blijven noemen?'
Ik fronste. 'Samantha, zeg maar Sam.'
'Oke, Samantha. Mijn naam is Ashton, liever niet afkorten tot Ash. Doe je dat wel dan loopt het misschien niet goed af.'
Ik lachte. 'Is dat een dreigement, Ash?'
Zijn blik was ineens serieus, dood serieus. 'Als ik jou was zou ik dat niet nog een keer zeggen.'
Meeste meiden zouden zich geïntimideerd voelen, maar na al die tijd met Hunter... Laat ik het erop houden dat ik me in de laatste paar dagen niet zo op mijn gemak heb gevoeld bij een jongen, dan dat ik me nu voel bij Ashton. 'Waarom zou ik niet? Het is niet dat je me iets aan gaat doen. Ash.'
Hij zuchtte. 'Doe me een lol en zeg gewoon Ashton.'
Ik leunde op de rugleuning van de bank. 'Oke, Ashton. Ik zal eraan denken.' De lach die rond mijn lippen speelde kon ik niet meer tegenhouden.

________________

Zoooo~ en weer hoofdstuk :D
En verder weet ik niet wat ik nog moet zeggen...

~ WriterGirlXXX

Dochter van de Maan #Netties2016Where stories live. Discover now