Hoofdstuk 2.1

3.1K 203 16
                                    

Ik opende mijn ogen. Mijn hoofd draaide niet meer en ik voelde me stukken beter. Ik ging rechtop zitten en keek de kamer rond. Hunter zat op de grond bij het bed mijn zijn hoofd en armen op het voeteneind. Waarom was hij er nog? Ik gooide de dekens van me af en Hunter schrok wakker.
Hij keek me slaperig aan. 'He,' zei hij. 'Hoe voel je je?'
'Wat doe je hier nog?' snauwde ik.
'Je oma vroeg me te blijven. Ik ben waarschijnlijk in slaap gevallen.' Hunter kwam overeind en veegde in zijn ogen.
Ik stond op en liep de kamer uit. Hunter liep achter me aan. 'Ga alsjeblieft weg.'
'Ik wilde je eigenlijk mee nemen naar de koffie tent in het centrum.'
'Ik wil niet,' zei ik.
Hunter pakte mijn pols. 'Ik geef je geen keuze.'
'Als nog ga ik niet met je mee.' Ik schudde mijn pols los en liep de trap af.
Hij volgde me en drukte me met mijn polsen tegen de muur. 'Ik geef je geen keuze. Ik ben de Alpha...'
'Van een andere roedel,' maakte ik zijn zin af. 'Jij beslist niets over mij.'
'Oke, dan mag je kiezen. Je gaat vrijwillig mee of ik sleep je mee.'
'Ik blijf hier.'
'Dat was geen optie.' Hij hij ging dichterbij me staan. 'Vrijwillig of gedwongen?'
Ik probeerde mijn polsen los te trekken, maar Hunter liet niet los. 'Ik ga niet met je mee.'
'Voor de derde keer, ik geef je geen keuze.' Hij drukte mijn polsen steviger tegen de muur en bracht zijn hoofd omlaag om me recht aan te kunnen kijken. 'Ik vraag het nog een keer. Vrijwillig of gedwongen?'
'Ik ga niet met je mee,' zei ik.
'Dan geef je mij geen andere keuze.' Hij pakte mijn middel vast en gooide me over zijn schouder. Ik sloeg met mijn vuisten tegen zijn rug. Hunter hield me stevig vast en liep met me naar buiten. Hij zette me op de achterbank in de auto en deed de deur op slot.
Ik beukte tegen het raam. 'Laat me eruit!'
Hunter ging achter het stuur zitten. 'Doe rustig.'
'Rustig?!' gilde ik. 'Je bent me aan het ontvoeren!'
Hij zuchtte. 'Ik ontvoer je niet.'
'Waarom zet je me dan tegen mijn wil in in de auto en doe je de deur op slot?'
'Omdat je niet mee wilde,' zei hij en haalde onverschillig zijn schouders op. 'Maar nu je het zo zegt lijkt het inderdaad op ontvoeren.'
Ik sloeg hem tegen zijn hoofd en hij gromde. 'Dat is geen reden om me mee te sleuren! Weet je wel hoe je met meisjes om moet gaat? Weet je überhaupt hoe je met andere mensen om moet gaan?'
'Ik weet heus wel hoe ik met anderen om moet gaan,' gromde hij.
'Ik denk dat je gewoon door draait als je je zin niet krijgt.'
Hunter draaide zich om en greep mijn polsen vast. 'Ik draai niet door.' Hij kneep hard en liet niet los. 'Je moet alleen leren luisteren.' Hij begon steeds harden te knijpen.
'Hunter, je doet me pijn.' Ik keek hem aan. Zijn eerst zo heldere blauwe ogen waren donker, bijna zwart. 'Hunter. Hunter!'
Hij liet me los en startte de auto. 'Sorry,' mompelde hij terwijl hij begon te rijden. 'Ik weet niet wat me bezielde.'
'Laat me dan uit de auto.'
'Nee.' Hij ging een bocht om. 'Je gaat met me mee naar de koffie tent en daarna heb je geen last meer van me, oké?'
'Hunter, ik wil niet mee naar de koffie tent.' Ik ging achteruit zitten.
'Waarom niet?'
Ik zuchtte. 'Gewoon niet. Ik wil gewoon niet.'
'Dat is geen goede reden.'
'Wil je een goede reden?' Ik keek hem via de spiegel aan en hij knikte. 'Misschien wil ik niet mee omdat mijn broer me heeft proberen te vermoorden, jij de Alpha bent van een andere roedel en omdat ik gisteren zo duizelig was dat ik bijna in elkaar zakte.'
Hij stuurde de auto een bocht om. 'Je voelt je nu toch beter?'
'Ja,' zei ik. 'Maar dat is maar één punt. Bovendien zijn de andere twee de grootste redenen dat ik niet mee wil.'
'Wat maakt het uit dat ik een Alpha ben? Zie mij maar gewoon als een weerwolf van je eigen roedel. En wat je broer betreft, probeer hem uit je hoofd te zetten. Als hij iets probeert te doen bij je, beloof ik dat ik hem eigenhandig wurg.'
'Als je dat doet vermoord ik jóú,' gromde ik.
Hunter keek in de spiegel. 'Dus als jouw broer je iets aan wil doen en ik jou broer wurg, vermoord je mij? Dat is toch niet logisch? Dan kan jouw broer jou iets aandoen en heb jij niemand die je helpt.'
'Ik hoef geen hulp van een Alpha.' Ik sloeg mijn armen over elkaar.
'Dan heb je pech.' Hij richtte zijn blik weer op de weg. 'Ik vind dat je naar je ouders toe moet. Ze denken dat je dood bent.'
Ik beet op mijn lip. 'Het is beter dat ze denken dat ik dood ben,' zei ik met opeen geklemde kaken.
'Sam, het zijn je ouders -'
'Bemoei je niet met mijn leven! Ik los het zelf wel op.'
Hunter zette de auto aan de kant en stapte uit. Hij deed de deur voor me open en ik stapte uit. 'Je gaat niet weg,' zei hij terwijl hij de deur sloot.
We liepen naar de koffie tent en gingen zitten aan een van de tafels. Hunter bleef me in de gaten houden, maar met een bezorgde blik in zijn ogen.
Ik rook een bekende geur en zag een groep jongens naar binnen lopen. Weerwolven. Ik begon nerveus heen en weer te schuiven op de bank wat me een verbaasde blik opleverde.
Een serveerster liep naar ons toe. 'Kan ik jullie bestelling opnemen?'
'Doe maar een koffie,' zei Hunter.
'Water.'
De serveerster schreef het op en glimlachte vriendelijk. 'Verder nog iets?'
Ik schudde mijn hoofd en keek naar de jongens. Ze waren aan het klieren en ik zag een paar bekende gezichten. Ze waren van mijn roedel. Straks zagen ze me. Nee, dat mocht niet gebeuren. Straks namen ze me mee en...
'Sam?'
Ik keek geschrokken op. 'Wat zei je?'
'Ik vroeg of het wel goed ging.'
'Ja, het gaat.' Mijn blik ging weer naar de weerwolven.
'Niet op letten, ze gaan zo weg.'
'Nee, dat gaan ze niet. Het zijn vrienden van mijn broer, ze wachten op hem. Dit is de plek waar ze altijd afspreken.' Ik zag Adrian, de jongen waarmee ik al van kleins af aan bevriend mee was, en hij keek mijn kant op. Zijn gezicht ging van een lach naar een verbaasde frons en hij liep naar ons toe. 'Hunter,' zei ik. 'Dit gaat fout.'
Hunter keek achterom en stond op net voor Adrian onze tafel had bereikt. 'Wat moet je?' zei Hunter dreigend.
'Sam. Ik wil met Samantha praten.' Adrian wilde langs Hunter lopen, maar Hunter hield hem tegen. 'Luister, kleerkast. Ik wil alleen met Sam praten. Ze is mijn vriendin en ik dacht dat ze dood was, dus aan de kant.'
'Adrian, ik wil niet -' Ik stopte toen ik zag dat de rest van de jongens ook onze kant op kwam.

_________________

Oh-oh, hoe gaat ze dit oplossen?
Sooooooo~ what do you all think of it? Will she stay out off trouble?
Oh, and if you think "Is this what the whole story is about?"
No, it's not. I've got a little secret for you guys... But that secret will be unraveled in a few chapters... :)

Sorry for talking English, but I'm just bored...

~ WriterGirlXXX

Dochter van de Maan #Netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu