Hoofdstuk 6.2

2.7K 183 24
                                    

'Je bent echt een pestkop, he blondie?'
'Samantha, geen blondie.'
'Sneeuwwitje?'
Ik lachte sarcastisch. 'Grappig, Ash. Heel origineel.'
Hij haalde onverschillig zijn schouders op. 'Wat, het begint toch met dezelfde letter? En wat zei ik nou over die afkorting, blondie?'
'Wat zei ik nou over die bijnaam, Ash?' zei ik op de zelfde toon als hem.
'Geen idee. Ik ben het vergeten, blondie.'
'Wat zijn we weer grappig.'
'Altijd,' zei hij met een grijns. Hij liep naar de bank toe en ging tegenover me staan. De bank als een soort muur tussen ons in. 'Blondie, ik heb een vraag.'
'Vraag maar raak, Ash.'
'Wat moet een meisje als jij met de Alpha? Ik bedoel het niet verkeerd, je bent wel knap enzo, maar ik dacht dat Hunter op een ander soort meiden viel. Je weet wel,' zei hij toen hij mijn gezichtsuitdrukking zag. 'De sletjes.'
'Alle jongens vallen toch op meisjes met te korte rokjes, foundation koppen, dood haar, fake lach, veel te dun? Een beetje een figuur zoals die skeletten uit Monster High?'
Ashton begon te lachen. 'Monster High? Kijk je dat?'
Ik knikte. 'Nou ja, ik keek het toen ik klein was.' Hij lachte weer. 'Wat? Er komt wel een weerwolf in voor! Claudine Wolf!'
En volgens mij kreeg hij even geen lucht meer toen ik dat zei. 'Je... Je... Omg! Je kent... Wacht even.' Hij haalde diep adem en keek me aan voor hij weer keihard begon te lachen. Was mijn gezichtsuitdrukking zo lachwekkend? 'Je kent de naam nog?'
'Euh, ja?' Ik zuchtte en leunde op de bank. 'Het is net zoals met personages uit boeken, je onthoud de namen, omdat je ze vaak tegenkomt.'
'Oke, wanneer kom je de naam Claudine tegen? Laat staan iemand met de achternaam Wolf!' Hij had zijn hand op zijn hart liggen en mompelde zachtjes: 'Ik kan niet meer.'
'Stop dan met lachen, idioot,' zei ik.
Hij stopte abrupt met lachen en keek me zo serieus mogelijk aan. 'Maar ik heb geen antwoord op mijn vraag gekregen, blondie. Waarom ga je met Alpha Hunter om?'
'Hij heeft mijn leven gered toen mijn ouders dachten dat ik dood was. Ik zit nog tot morgen met hem opgescheept.'
'Je gaat weg? Waarom?'
'Mijn ouders komen me halen.'
'Wie zijn je ouders?' vroeg hij.
Ik slikte hoorbaar, geschrokken van zijn vraag, ook al zag ik hem al aan komen. 'Zacharias en -'
'Zacharias?! Full Moon Alpha Zacharias?' Hij keek me met grote ogen aan. 'Ze kwamen dus voor jou.' Ik knikte. 'Dat verklaart een hele boel.'
Er werd op de deur geklopt en voor een van ons kon reageren ging hij open. Joëlla stapte de kamer in. 'Samantha, je ouders en broer zijn er.'
Mijn mond viel open. Ze zouden morgen pas komen. Waarom zijn ze er nu al? Ze missen je gek, zei ik tegen mezelf. Natuurlijk zijn ze er al. Je was voor dood verklaard.
Ashton was net zo verbaasd als mij. 'Ik dacht dat je zei dat ze morgen zouden komen? Waarom zijn ze er nu al?'
'Kom je mee naar beneden?' Joëlla hield haar hoofd lichtelijk schuin en gebaarde naar de deur. 'Ze wachten.'
Ik knikte en liep langs haar de deur door, maar stopte toen ik Ashton me hoorde roepen. 'Samantha, wacht.' Hij pakte mijn pols en trok de mouw van de trui een stukje omhoog voor hij met een pen erop begon te schrijven.
'Wat...?'
'M'n nummer. Dacht je dat je zo gemakkelijk van me afkwam?' Hij grijnsde toen zijn nummer op mijn arm stond. 'Ik verwacht een berichtje als je thuis bent. Ik zal Hunter wel zeggen dat je weg bent.'
'Euh... Oke?'
Joëlla kreeg een zwak lachje op haar gezicht en keek met een opgetrokken wenkbrauw naar Ashton. 'Ben je klaar?'
'Ja, mevrouw, u mag haar mee nemen!' zei hij. 'Zie je later, blondie.'
'Ja, tot later, Ash.' Ik begon te lopen en nadat Joëlla en ik de trappen af waren gelopen bleef ik doodstil staan. Ze stond daar, bij de ingang van het huis, in de gaten gehouden door de leden van de roedel. Alle drie keken ze wantrouwig om zich heen, tot de blik van Joshua op mij viel.
Hij tikte mijn ouders voorzichtig aan voor hij op me afrende. Hij trok me in zijn armen en even later voegden onze ouders zich bij ons. Het was stil, een veel zeggende stilte. Alle weerwolven die door de gangen liepen gromden naar ons en sommigen bleven staan, maar het kon ons geen van vieren ook maar iets schelen. We waren weer samen.
Alsof ze het hadden afgesproken lieten mijn ouders en broer me tegelijk los, en ik zag dat Joshua tranen in zijn ogen had staan. 'Wat is er ins hemelsnaam gebeurt?'
Ik slikte een paar keer om de brok in mijn keel weg te krijgen. 'Ik werd aangevallen,' fluisterde ik. 'Alpha Hunter en een andere weerwolf van de Silent Wolves vonden me en namen me mee. Ik was in de war en -' Verder kwam ik niet, want de brok in mijn keel kwam weer terug en Joshua sloeg zijn armen troostend om me heen.
'Joëlla,' hoorde ik mijn moeder achter me zeggen. 'Ik ben je zo dankbaar dat je haar onder je hoede hebt genomen. Ik zou niet weten wat we zonder jou zouden moeten doen.'
'Het is niets, maar je moet mijn zoon bedanken, hij is de gene die haar gevonden heeft en voor haar heeft gezorgd.'
'Waar is Alpha Hunter? Ik zou hem graag willen bedanken,' zei mijn vader.
Joëlla schudde haar hoofd. 'Geen idee, hij is vast gaan rennen. Hij is in ieder geval niet hier, maar ik zal doorgeven dat jullie hem dankbaar zijn.'
'Dankjewel, dan is het denk ik tijd om te gaan. Nogmaals bedankt.'
Joshua liet me los en leidde me snel het huis uit. 'Weet je hoe doodsbang ik was? Ik dacht dat je echt dood was. Die nacht dat vader en moeder het vertelden was ik boos en teleurgesteld, ik was net als jou naar buiten gegaan om alles op een rijtje te zetten. Ik ging vlak na jou naar buiten en was opzettelijk de andere kant opgelopen, omdat ik bang was dat ik mezelf niet in de hand zou kunnen houden. Even later hoorde ik je gillen en ik begon je naam te schreeuwen, maar je reageerde niet.' Zijn stem stokte kort. 'Ik ben direct naar huis gegaan en heb vader de leden van de roedel bij elkaar laten roepen en een zoektocht op touw laten zetten. Het enige wat we vonden was bloed. We konden geen enkele geur oppakken en we speurden de hele stad af op zoek naar jou.'
'Adrian was in het koffie huis, samen met andere leden,' fluisterde ik. 'Ze sloegen Alpha Hunter neer en namen ons mee. Ik raakte in paniek en vluchtte.'
Joshua keek me vragend aan. 'Je vluchtte? Met Alpha Hunter? Bedoel je dat... je hier de hele tijd al was? Zelfs toen we het huis binnen stormden?' Ik knikte. 'Waarom?'
'Ik was bang en in de war.'
'Bang waarvoor?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Weet ik niet.' Ik voelde een traan over mijn wang rollen. Hoe kon ik ooit gedacht hebben dat mijn eigen broer me zou proberen te vermoorden? Hij zou zoiets nooit doen.
'Stil maar. We gaan gewoon naar huis en laten dit achter ons, oké?' Ik knikte en Joshua ging met zijn hand door mijn haar. 'Ik heb je gemist, klein zusje. We hebben je allemaal gemist.' Hij deed de auto deur voor me open en ik stapte in, hijzelf stapte aan de andere kant in en kwam naast me zitten.
Nog geen twee seconden later kwamen onze ouders ook in de auto zitten. Ze zeiden geen woord, maar wat zou je ook moeten zeggen als je dochter vermist was en je haar terug vond bij de vijand? Nou ja, vijand, door mijn vader verachte roedel.

____________________________

Heyhey!
Oke, even wachten. *veegt zweet van het voorhoofd* Dit was een moeilijke, want tja, het komt niet iedere dag voor dat iemands ouders dachten dat hun dochter dood was en haar dan ineens op komen halen. En om eerlijk te zijn, dit hoofdstuk heeft lang op zich laten wachten, en dan ook echt lang.
Ik had gewoon geen inspiratie. De fabriek in mijn hoofd was tijdelijk gesloten en man wat heeft het lang geduurd voordat hij weer open ging! Het is dan ook niet makkelijk om school te combineren met schrijven, maar toch lukt het me, al kun je aan mijn cijfers wel zien aan welke ik de meeste tijd besteed. He he he.

~ WriterGirlXXX uit!

Dochter van de Maan #Netties2016Where stories live. Discover now