Hoofdstuk 52

7 1 0
                                    

Nesmiah

Het is geen beginnersgeluk. Tenzij je zoveel geluk kan hebben om zeker tien keer achter elkaar te winnen. Het is een beetje frustrerend – ik dacht altijd dat ik vrij goed was in dit spel. 'Ik geef op,' zeg ik nadat ik voor de duizendste keer heb verloren. 'Ben je zeker dat je dit nooit eerder hebt gespeeld?'

De Zonnester knikt.

Ik slaak een overdreven zucht. 'Ik hoop oprecht dat je niet zo goed bent in andere spelletjes. Mijn zelfvertrouwen krijgt een deuk.'

'Ik kan... kan je laten winnen,' fluistert ze.

'Oh, nee, sorry. Dat is nergens voor nodig,' wuif ik haar voorstel weg. 'Ik klaag maar wat. Het plezier zou eraf zijn als ik niet op mijn eigen vermogens zou winnen.'

'Maar... nu heb je ook geen plezier.' Er verzamelen zich tranen in haar ogen.

Gepanikeerd pak ik haar handen vast. Het is makkelijk om de impact van mijn woorden te vergeten. Ik mag het niet nog eens laten gebeuren. 'Solène, zolang jij bij me bent heb ik altijd plezier. Er is geen seconde die voorbijgaat dat ik het tegenovergestelde denk.'

'Echt?'

'Ja, echt. Verliezen is misschien niet het leukste in de wereld, maar met jou samenzijn wel.'

Mijn woorden werken, haar tranen vallen niet. 'Oké.'

Haar klitterige haren hangen voor haar ogen. 'Wanneer is de laatste keer dat je je haar hebt gekamd?'

'Ik weet het niet.'

Ik lach. 'Waarom verbaasd me dat niet?'

Ze haalt haar schouders op.

'Zal ik je haren anders kammen?' Ik ben niet honderd percent zeker waarom ik dit voorstel. Ik denk dat het uit nieuwsgierigheid is. Hoe ziet ze eruit wanneer ze zich verzorgt? Hoe zouden haar haren aanvoelen in mijn handen? Ik wil het weten.

Ze kijkt me achterdochtig aan van achter de warrige waterval die haar haar moet voorstellen. 'Waarom?'

Hoe antwoord ik hierop zonder dat ik vreemd overkom? Zonder dat ik haar op een bepaalde manier beledig of doe huilen? 'Ze zitten vol met klitten. Stoort je dat niet?'

'Oh, niet echt. Niemand die het merkt.'

Solène weet echt hoe ze een gesprek moet laten doodlopen. Ik moet veel te hard nadenken vooraleer ik op zoiets kan reageren, vooraleer ik de woorden weet te vinden die haar overtuigen.

'Stoort het jou?'

Ik heb het gevoel dat dit een val is, een bom die met de verkeerde beweging kan ontploffen. 'Zolang het jou niet stoort, stoort het mij niet. Ik vind echter een klein beetje jammer.' Jammer dat ik je nu niet kan aanraken, jammer dat ik je gezicht niet in zijn volle glorie kan bekijken.

'Jammer?'

'Ja, ik heb altijd al iemands haar willen borstelen. Ik heb gewoon nooit iemand gehad om het mee te doen. Er is niemand waar ik zo goed mee bevriend ben.' Het is geen volledige leugen. Toen ik klein was wou ik dat doen – iemands haren opmaken – maar het is er nooit tot gekomen. Ik had er al jaren niet meer over nagedacht, tot nu.


Solène

Haar woorden knallen in mijn hoofd als adembenemend vuurwerk. Ik kan iets doen voor Mia. Ik kan haar iets geven wat niemand anders kan. Dat is geweldig! Ik kan haar blij maken met slechts mijn haren.

Waarom ze zo graag met mijn haren wil spelen weet ik niet. Het kan me ook niet schelen. Wat ik veel belangrijker vind is dat dit de eerste keer is dat ze het doet, dat ik degene ben aan wie ze vraagt om een wens te vervullen. Ik ga echt geen nee zeggen.

'Doe maar.'

Mia's gezicht klaart op. 'Ik mag je haren kammen?'

Ik knik. Zolang ze aan mijn zijde blijft, zolang ze niet verdwijnt mag ze doen wat ze wil. Ik zou van een klif springen zolang ze mijn hand maar blijft vasthouden. Ik accepteer alles, zolang ze er maar is.

Mia geeft me alweer een knuffel. Ze doet het vaak. Alhoewel ik er de altijd van geniet, verschiet ik altijd. De stroom van angst raast met elke aanraking door me heen vooraleer ik het weet te onderdrukken.

'Dank je! Ik zal het meteen doen.' Mia laat me even snel los als ze op me afsprong. Ze rommelt door haar tas om dan een geërgerde kreet te laten. 'Dom van mij! Ik heb helemaal geen borstel bij. Niet dat ik er ooit een bij me heb, maar om de een of andere reden kwam dat niet bij me op.'

Betekent dit dat ze mijn haren niet kan kammen? Het geluksgevoel van daarnet verlaat mijn lichaam en wordt verplaatst door iets waar ik maar al te bekend mee ben; teleurstelling.

'Niet zo triest kijken. Ik kan het bij mij thuis gaan halen.'

'Maar dan moet je weg.'

'Binnen twintig minuten ben ik alweer terug.'

Ik pruil.

'Je kan ook altijd meegaan.'

Bijna zeg ik ja, tot ik Senan herinner. Ik wil hem niet tegen het lijf lopen. 'Nee.'

'Dat dacht ik al. Wil je dan dat ik hier blijf?'

Nee, Mia wil mijn haar borstelen. Ik wil de eerste zijn wiens haar ze kamt. Morgen kan ze iemand anders gevonden hebben of wil ze het niet meer. Het moet nu, vandaag. Ik schud mijn hoofd. 'Je komt snel terug?'

'Zo snel als mogelijk.'

--------------------------------------------

Ik weet dat ik traag update. Ik weet dat ik dit verhaal een beetje verwaarloos. Ik weet niet wat ik heb (op dit moment kaakpijn, aangezien ik maandag een boor in mijn mond had om een heel koppige wijsheidstand te verwijderen). Sorry voor mijn uitstelgedrag/schrijversdipje.

Binnen 13 dagen komt WIS uit!

Het meisje waar niemand naar kijktWhere stories live. Discover now