Hoofdstuk 36

12 2 0
                                    

Solène

Ondanks de teleurstelling en de gelijkenis met Mia volg ik het meisje naar haar appartement. Het is niet in het gebouw waar ik stond te wachten. Nee, het is veel ouder en kleiner. Ze woont helemaal boven. Om daar te geraken moeten we een brede wenteltrap op. Het hout op de balustrade is prachtig bewerkt, maar de schoonheid is vervaagt met de jaren. Enkel en alleen aan de trap kan ik me inbeelden dat ik in een oud vervallen paleis ben - de rest van het gebouw zegt me niets. Ik beeld me de mensen in die in dat paleis zouden hebben gewoond, welke kleren ze droegen en welke gesprekken ze op deze trap zouden hebben gevoerd. Ik kan het zo voor me zien. Het is een aangename afleiding van de werkelijkheid.

Het appartement van het meisje is iets ruimer dan ik dacht - wat nog steeds klein is. Ze woont er echter niet alleen. Wanneer we binnenkomen roept ze iets in het Frans, waar iemand anders op antwoord. Ik heb geen idee wat de betekenis is. Ik volg de imitatie Mia naar de keuken, waar een oudere vrouw staat te koken, haar moeder (het meisje zei maman tegen de vrouw). De dochter proeft wat van de saus, waarop de moeder haar hand wegslaat.

Ik krijg honger van de geur. Straks zal ik wat eten nemen. Ik laat het paar alleen en verken het appartement. Er is een slaapkamer, de keuken, de badkamer en de living. De slaapkamer is in twee opgedeeld, met een soort van bovenverdieping waar je met een ladder op moet klimmen. In de living staat een kleine zetel die niet gemaakt is om op te slapen. Hij ziet er niet aangenaam uit. Misschien moet ik toch ergens anders overnachten.

Terug in de keuken is het eten klaar. De moeder en dochter zitten gezellig aan hun kleine tafel tegenover elkaar te eten. Af en toe zeggen ze wat. Gelukkig voor mij heeft de vrouw wat te veel eten gemaakt. Anders had ik zelf moeten koken met de overige ingrediënten - iets waar ik op dit moment geen zin in heb. Ik schep mezelf de spaghetti met balletjes in tomatensaus op en zet me op de harde zetel. De spaghetti smaakt huiselijk, zoals de maaltijd die Mia me had gegeven. Ik krijg er tranen van in mijn ogen.

Ik wil Mia zien. Ik wil haar eten proeven, haar stem horen en haar aanraking voelen. Zo kan ik niet verder, denk ik. Het wordt tijd om mijn angsten onder ogen te komen. Althans, mijn angst voor Mia - ik ben niet klaar voor Senan. Senan is te gevaarlijk, te sluw. Als ik eenmaal terug ben, moet ik zorgen dat hij het niet te weten komt.

Nadatik de laatste spaghettisliert op heb nestel ik me op de zetel. Nu ik eindelijkheb besloten wat te doen zou ik beter moeten slapen. Ik ga mijn kracht nodighebben indien ik dit wil doorzetten. Morgenvroeg vertrek ik.

Het meisje waar niemand naar kijktDär berättelser lever. Upptäck nu