• 31 •

8.2K 131 1
                                    

Ik loop naar de deur van mijn kantoor en spiek door de gleuf. Zijn deur is dicht. Ik hoor gemompel, maar ook een heleboel geschreeuw. Dan hoor ik een harde knal, alsof iemand de muur hard heeft geraakt.

Dan vliegt zijn kantoor deur open en twee vreemde mannen verlaten zijn kamer. Ik heb ze eerder gezien, die keer dat ik ongevraagd Nathan's kantoor in liep.

Zonder na te denken, ren ik naar Nate's kantoor. Ik moet weten of hij in orde is.

"Nate?" Vraag ik geschrokken. Zijn kantoor is een rommel. Overal liggen papieren op de grond, het lijkt alsof hij ze van zijn kantoor heeft gegooid in een woedeaanval. "Ga weg." Is het enige wat hij zegt.

Hij lijkt zo verdrietig. Zijn schouders hangen omlaag en ook zijn hoofd hangt triest naar beneden. "Gaat het, meneer Koster?"

Nathan draait zich om en herhaalt dat ik zijn kantoor uit moet gaan. Hij heeft zijn handen gebald tot vuisten en kijkt me met een blik vol woede aan.

"Laat me je helpen..." Probeer ik tot hem in te spreken.

"Ik wil niet dat je betrokken raakt met deze kant van de zaken," zegt hij als hij zijn vuisten laat ontspannen, "ga gewoon weg."

"Laat me je alsjeblieft helpen." Herhaal ik. Ik hoop tot hem binnen te dringen, maar als zijn ogen zo duister staan, weet ik niet of dat kan.

"Iemand steelt van me, iemand uit mijn eigen bedrijf," zegt hij teleurgesteld, "ik moet diegene vinden."

"Meneer Koster, ik kan je helpen."

Hij schudt zijn hoofd en zegt me nogmaals dat ik me niet met deze kant van het bedrijf mag bemoeien. "Ik was degene die het ontdekte, ik bemoei me er al mee. Laat me je alsjeblieft helpen."

Nathan neemt diep adem en lijkt mijn aanbod dit keer echt te overwegen. Ik kijk naar zijn rechterhand die bedekt is met bloed. Hij is gewond.

"Je hand," zeg ik terwijl ik hem voorzichtig vastpak, "je bent gewond. Wat is er gebeurd?"

Hij wrijft ongemakkelijk met zijn andere hand achterop zijn nek en zegt dan dat hij iets te boos was en het gevecht begon meg een muur. "Ik heb verloren." Zegt hij een klein beetje lachend.

Ook ik lach eventjes, maar het zit me dwars dat hij pijn heeft. Voorzichtig til ik zijn pijnlijke hand op en druk er een kus op. "Ik ben er ook voor jou, Nate." Zeg ik terwijl ik hem diep in zijn ogen kijk. Hij kijkt naar me alsof ik het antwoord ben op al zijn problemen en vraagt me waarom ik zo geweldig ben.

Hij trekt me plots in een knuffel. "Waarom wil je me zo graag helpen?" Vraagt hij terwijl hij zijn armen om me heen heeft geslagen. "Omdat ik me zorgen om je maak."

Hij tilt met zijn wijsvinger mijn kin omhoog en kijkt me diep in mijn ogen aan. Dan schieten zijn ogen naar mijn lippen en zoent hij ze.

We hebben al vaker gezoend, maar deze zoen was anders. Hij was vol met verlangen, want hij wilde mij en ik wilde hem. Ik wilde hem zo graag. Meer dan wat dan ook.

Zijn handen beginnen onzeker en langzaam mijn blouse te ontknopen terwijl hij me gepassioneerd blijft zoenen.

"Nathan, kan ik je even spreken?"

We stoppen met zoenen en weer knoop ik mijn blouse dicht. Dit meen je niet, toch?

My Boss, My Boyfriend [PART 1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu