De Uitwisseling

Hoofdstuk 18

Noa's POV

We zitten in de grote zaal te ontbijten. Remus ligt boven in bed want hij voelt zich niet lekker, vanochtend zag hij lijkbleek. James en Sirius zitten met z'n tweeën stil te praten. Ik probeer op te vangen wat ze zeggen zonder dat het opvalt. We kunnen het onmogelijk verbergen... Zeg slapen bij ons en ze zijn te vertrouwen.' Zegt Sirius. 'Ja maar...' Zegt James. 'Het kan niet anders prongs!' Zegt Sirius. Ik vraag me ernstig af waar ze het in godsnaam over hebben. Ik besluit er voorzichtig en subtiel achter te komen. Sophie denkt hetzelfde maar dan op een wat minder subtiele Sophie manier. 'Wat kan niet anders, waar hebben jullie het over?' Vraagt ze. 'Ehm een dingetje, wacht even we moeten iets met Remus overleggen.' Zegt James. Sirius knikt en de twee staan op en lopen naar de slaapzaal. Sophie en ik blijven verbaasd zitten. 'Ik heb echt geen flauw idee waar dat over ging.' Zegt Sophie. 'Nee, ik ook niet...' Zeg ik in gedachte. Ik vraag me af of het iets te maken heeft met Remus. 'We moeten zo naar de les.' Zegt Sophie. Ik knik en we staan op en lopen naar de kassen van kruidenkunde. Als we de ziekenzaal binnenlopen staan McGonagal en madam Pomfrey te praten. Ze hebben nog niet door dat wij er zijn. 'Is alles gereed voor Meneer Lupin? Het is vannacht volle maan.' Zegt McGonagol. Madam Pomfrey knikt. Dan zien ze ons en kijken lichtelijk geschrokken. 'Eh wat is er aan de hand?' Vraagt madam Pomfrey snel. 'Ik ben gebeten door een plant.' Zegt Sophie en ze steekt haar hevig bloedende handen in de lucht. 'Och meisje toch, kom maar snel hier.' Zegt ze. Sophie en ik lopen naar haar toe. 'Ga maar even op dat bed zitten, ik ben zo terug.' Zegt ze. We gaan zitten. Ik denk nogsteeds aan de flarden gesprekken die we net hebben gehoord. 'Misschien heb je gelijk dat ze het vanochtend over Remus hadden.' Zegt Sophie zachtjes. 'Ja, inderdaad ik vraag me echt af wat er is met hem en de maan.' Zeg ik. Ik denk terug aan het moment dat hij zo geschrokken had gereageerd toen ik het over de maan had tijdens onze astronomie les. Dan komt madam Pomfrey weer terug met verband. Ze tikt met haar staf op het verband. 'Zo nu zal de wond zichzelf helen, als je morgen middag terug komt mogen ze er af.' Zegt ze terwijl ze Sophie's handen inwikkelt. 'Dankuwel!' Zegt Sophie. We staan op en dan gaat de bel. We komen James en Sirius tegen op de gang. 'Ah daar zijn jullie, we zochten jullie al.' Zegt Sirius. 'Jullie twee moeten even meekomen.' Zegt James. 'Maar we moeten zo weer naar de les.' Zeg ik. 'Wat maakt dat nou weer uit.' Zegt Sophie. De jongens trekken ons mee naar de slaapzaal. Daar ligt Remus in bed. Ik ga naast hem zitten. 'Hey gaat het een beetje?' Vraag ik en ik pak zijn hand. Hij knikt. 'Ik moet jullie iets vertellen, en als je hierna niet meer met me om wil gaan dan begrijp ik dat, zeker jij Noa.' Zegt hij. Ik kan me geen reden bedenken waarom ik niet meer met Remus om zou willen gaan. Remus zucht. 'Ik ben een weerwolf.' Zegt hij. Ik ben even heel verbaast maar dan valt alles op zijn plaats. 'Mijn oom is ook een weerwolf, maar hij is de leukste oom die ik heb en ik ga gewoon met hem om dus het maakt mij ook echt niks uit dat jij een weerwolf bent.' Zegt Sophie dan. 'Ik heb er ook echt geen probleem mee.' Zeg ik snel. Hij kijkt ietsje opgeluchter. 'Maar zijn jullie niet bang?' Vraagt hij dan voorzichtig. 'Nee natuurlijk niet! Kom op Remus je vouwt je eigen sokken. Je bent alles behalve angstaanjagend.' Zegt Sophie met een lach. De rest lacht nu ook. 'Maar vannacht heeft Remus dus last van zijn kleine harige probleempje, en zo komen we dan bij de rede dat ik en Sirius Animagi zijn.' Zegt James. 'Ja, wij houden hem gezelschap in onze dieren vormen, ik ben een hond zoals jullie weten en James is een hert.' Zegt Sirius. 'Jullie zijn echt awesome!' Zegt Sophie. 'Weten we.' Antwoord Sirius met een knipoog. 'Kunnen wij niet ook Animagi worden zodat we ook mee kunnen?' Vraagt Sophie dan. 'Dat hoeft niet hoor.' Zegt Remus verlegen. 'Dat zou echt cool zijn.' Zegt Sirius. 'Ja dan kunnen jullie ook helpen en dan worden dingen een stuk makkelijker.' Zegt James. We kijken allemaal Remus aan nu. 'Oke dan...' Zucht hij. Sophie rent nu blij de kamer rond. 'Ik wordt sowieso een draak!' Roept ze. Ik lach naar dat idiote kind dat mijn beste vriendin is.