~ 31 ~

378 33 12
                                    

Ik smijt mijn tas neer onder een bankje. "En wat als iemand die vindt?" Vraagt Jezz. "Mist", zeg ik. "Leg al jullie spullen maar hier neer", zeg ik. Iedereen doet het, en zo word het ontzichtbaar voor de stervelingen. We rennen de boot op, en ploffen zo ver mogelijk achterin de boot neer op de gammele bankjes. Ik ben zenuwachtig, ik voel het aan mijn maag. Ik adem diep in. Als de boot eindelijk vol zit, komt hij al rommelend en schuddend in beweging. "Jongens", sis ik. "Sup", zegt Leo, die naast me zit. "Hoe gaan we onze adem hoduen? Het is een freaking onderwatergrot!" "Shit", stamelt hij. "Goeie". Beide draaien we ons naar Finn. "Wat?" Vraagt hij. "Jij bent de slimme hier", zegt Leo. Finn zucht. "We gaan gewoon kijken hoe we langs Scylla..." Leo slaakt een gilletje, "gaan komen. We zien dus wel". "We zien wel, we zien wel... We moeten actie ondernemen! Vechten! Moorden dat monster!" Roept Lauren strijdlustig. "Maar..." Zeg ik trillend. "Wees is niet zo'n bangerd", zegt Lauren, een stuk killer dan normaal. "Sorry hoor, ik..." "Heb eens vertrouwen in jezelf", zucht ze. Ik zeg niks meer. "Jongens", zegt Leo opdringerig. "Laten we het gezellig houden..." Ik werp me af naar de zee. Het water is donker, de lucht grijs, en de temperatuur is laag. De zeemeeuwen vliegen krassend in het rond, op zoek naar wat te eten. Er staat een man vooraan in de boot, en begint te praten. Eerst in het nederlands, maar dan gelukkig in het Engels. "Zeehondjes kijken dus", zegt Leo. "Leuk. Water. Overal water, nee, geweldig. Perfect voor een vuurjongen", brabbelt hij geïrriteerd. "En hier zien we nog meer rotsen. Deze zijn verplaatst door de zee, en..." "De rotsen!" Krijst Lauren. Sommige mensen kijken haar aan, maar dat boeit haar niet. Zonder enige waarschuwing springt ze gewoon het water in. De man roept wat, maar alles wat Lauren roept is: "Cat, tijd voor mist! En kom!" "Dan is de mist wel op..." Zegt Cat. "Don't care!" Roept Lauren vol adrenaline. "Wat jij wilt", zucht Cat. Ze mompelt nog wat onverstaanbaars, en sprayt de laatste mist leeg. We volgen. Met een bommetje kom ik terecht in het koude water. De boot vaart verder. Ik watertrappel snel om mezelf boven het wateroppervlakte te houden. "Laten we op de rotsen gaan zitten", stelt Fin voor. Leo is de eerste die spartelend aankomt. "Ik haat water", zucht hij. Ik klim nu zelf ook op het kleine eilandje van scherpe stenen. "Dus hieronder ligt de fluit?" Vraag ik bibberend. "Hieronder is Scylla..." "Ik ga kijken", zegt Lauren. Een steek gaat door mijn maag. "Wees voorzichtig, alsjeblieft", bibber ik. Ze kijkt me eerst weer geïrriteerd aan, maar dan glimlacht ze. "Natuurlijk doe ik voorzichtig", zegt ze. Dan haalt ze diep adem, en springt onderwater. Het water is zo donker dat je niks kan zien. "Één, twee, drie..." "Wat doe je?" Vraagt Leo. "Ik tel. Ik geef haar één minuut, en dan kom ik haar halen", zeg ik. "Negen, tien, elf, twaalf..." Ineens klinkt er een harde brul van onder. Ik slaak een gilletje. "Lauren!" Roep ik. "Lauren!" Iedereen is sprakeloos, maar dan ineens plopt Lauren boven water. Zo snel ze kwam spartelt ze naar het eilandje. "Dat... Dat ding is..." Hight ze. "VerschrikkelijK! Dit gaat ons nooit lukken!" Ze hoest even, en komt tot rust. "Nee, nee, nee! Het moet lukken! Demeter heeft het toch niet onmogelijk gemaakt?" Roep ik. Ik adem diep in. "Wat ga je doen?" Vraagt Finn. "Ik ga kijken". "Nee, Ava, laten we even een strategisch plan beden..." Te laat. Ik spring al. Het water voelt erg koud aan, waardoor ik nog erger naar frisse lucht verlang, maar ik blijf doorzwemmen naar beneden. Wat boven een klein, stenen eilandje is, is hier onderwater een reusachtige grot. Vreemd genoeg is het goed te zien, ondanks het donkere water. Ik probeer stil te zwemmen op een punt, en staar de grot in. Het ziet er verlaten uit... Ik zwem een stukje naar binnen. Hey, deze grot is hol, net als een bal. Dat betekend dat er... Ik kijk naar boven. Lucht is! Een heel klein laagje, nog maar. Maar de fluit zal vast droog zijn. Ik wil net verder zwemmen, als ik ineens de brul hoor. Scylla! Ik werp angstig een blik naar de diepe, donkere grot. Zeven paar ogen, één reusachtig geel, en de rest gloeiend rood, staren me aan. Shit, weg hier! Mijn borst begint te steken. Moet... Lucht... Hebben! Ik trappel zo vluchtig mogelijk de grot uit. Nee, nee, nee! Scylla volgt me. Ze brult weer. Ineens hoor ik van boven een plons. Ee gedaante komt naar me toe gezwommen. Leo! Hij kijkt me angstig aan, grijpt mijn pols en trekt me mee. Kuchend komen we weer boven water. De rest helpt Leo met mij op het eiland te trekken. "Dit word lastig", zeg ik. "Lastig?" Roept Lauren. "Heb je dat ding gezien?" "Ja!" Zeg ik. "Zeven paar ogen". "We gaan met z'n allen nog een keer", zegt Finn. "Misschien krijgt iemand een plan daar beneden. "Daar schieten we toch niet mee op?" Zegt Jezz geïrriteerd. "Heb jij een beter plan, dan?" Werpt Finn terug. Ze is stil. "Iedereen klaar?" "Bijna", kuch ik. Ik ben weer op adem gekomen. "Voor Nico", zegt Leo bibberend. "Voor Nico, en Olympus..." Fluister ik. Allemaal tegelijk springen we. Zo snel ik kan trappel ik naar beneden. Gelukkig ben ik nu meer gewend aan het koude water, wat plots niet meer zo koud voelt. We gaan de grond in, maar dan horen we haar gebrul weer. Ik tik Finn angstig aan, en wijs naar het wezen. Zijn ogen groeien. Ik weet precies wat hij denkt... Iedereen trappelt een beetje angstvallig terug. Finn wijst naar boven, en zo zwemmen we weer terug. "Dit is onmogelijk", zegt hij. "Zei ik toch!" Roept Lauren. "Tenzij we hulp krijgen", gaat hij verder. "Hulp?" Vraagt Cat. "Van wie?" "Poseidon!" Roep ik uit. "We moeten echt onderwater kunnen ademen, anders lukt het nooit". "Oké, wie gaat het vragen?" Roept Leo. "Ik ben namelijk een beetje bang voor de goden". Lauren zucht. "Ik doe het wel. Oké, Poseidon, geef ons effe mahische superkrachten en zo, dan redden we jou en je familie. Dank u". "Zo doe je dat niet!" Roept Finn kwaad. "Oh, meneer weet het weer beter?" Roept ze terug. Finn zwijgt. "Ava moet het doen", zegt Leo. "Waarom ik?" Vraag ik verbaasd. "Jij bent degene met de voorspelling. Jij hebt al met je vader gepraat". "Je hebt met je vader gepraat?" Vraagt Jezz, ineens een stuk terughoudender. Ik reageer niet. "Dus jij moet nu met Poseidon praten". "Oké... Denk ik", stamel ik. Ik sluit mijn ogen, ga door mijn hurken, en laat mijn vingertoppen het water aanraken. Ik denk. Ik zeg het niet hardop. Ik denk gewoon, erg hard.

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Where stories live. Discover now