~ 23 ~

366 33 18
                                    

De koude lucht snijd aan mijn wangen als het met een grote snelheid langs waait. De lucht is asgrauw, en word met de minuut donkerder. Het is vast rond negen uur, en mijn maag rommelt, maar ik heb geen idee of ik ergens kan eten. Finn heeft al het geld, en ik durf echt niks te stelen... Lauren is nergens te vinden. Echt nergens. Verloren laat ik mezelf op een stoeprandje knallen. Het is druk in de stad, drukker dan net. Mensen lopen op hun gemak, op zoek naar een plek om te dineren, of nog een winkel. Maar ik zit hier, koud en hongerig... En de monsters... Elke schaduw, beweging of wat dan ook kijk ik angstig aan, om dan te beslissen of het een gevaar is of niet. Mijn hand verlaat mijn armband niet, voordurig klem ik het uiteinde tussen mijn vingers. Ik gaap. Ik ben moe, maar vannacht zal ik waarschijnlijk onder een brug moeten slapen... Misschien was het toch geen goed idee om de groep achter te laten en alleen voor Lauren te gaan zoeken. Maar dat Finn en Cat nu... Ugh, walgelijk. Ik begrijp niet dat ik Cat eerst als een lief, zacht meisje zag die ons wou helpen. En Finn? Hij is gewoon een betweter. Een idiote, arrogante betweter. Ik zucht van irritatie. Wat moet ik nu? Naar Lauren zoeken zo laat nog heeft geen zin meer. Ik maak mezelf iets comfortabeler. Dit word dus mijn slaapplek voor vannacht. Wauw, dit is gewoon het toppunt van deze hele trip. "Ik hoop dat je me vergeeft, Nico", fluister ik. "Want dit is allemaal voor jou..." Ik staar voor me uit. Kakelende groep tieners? Veilig. Oud vrouwtje wat de vogels voert? Veilig. Donker gedaante wat langzaam op mij af komt? Veilig.

Wow, wacht.

Donker gedaante wat langzaam op mij afkomt? Met grote ogen staar ik het aan. Het staat recht voor me, en heeft een lange, donkere cape over zich heen. Langzaam maar zeker beweegt het zich richting mij. "Oh, nee..." Stamel ik. Ik krabbel zo snel mogelijk achtereind, en leun angstig met mijn rug tegen de muur. Het gedaante haalt de cape van het hoofd... Het is een vrouw. Ze is een jaar of dertig, en kijkt met moordlustige ogen naar mij. Nee, tuurlijk, nu, in het midden van de stad! Iedereen gaat zo zien dat dit monster echt is, en dat armbandjes in zwaarden kunnen veranderen... Haar bloedrode ogen staren mij doordringend aan. Ze lijkt wel over de grond te glijden... Als ze er dan bijna is, stopt ze plots. "Hallo halfbloed", zegt ze met een grote glimlach. Ze ontbloot haar tanden. Ze zijn vlijmscherp, als een vampier... "Laat me even voorstellen, ik ben Lamia. Ik had een paar kinderen met Zeus, en dat was allemaal heel leuk... Totdat die vervloekte Hera jaloers werd, en deed ze dit... Ze opent de cape. Ik kan nog net mijn gil onderdrukken. Ze heeft geen benen... In plaats daarvan heeft ze een slangenlichaam. "En nu ben ik vervloekt om kinderen te eten, wat een schat is die Hera ook", zegt ze ziedend. "E... Eten?" Stamel ik. "Ja!" Roept ze. "Eten! Als een vampier..." Ze sist, en ontbloot haar tanden gevaarlijk. Ik druk mezelf tegen de muur aan, en ze komt steeds dichterbij. "Maar mijn favoriete gerecht is toch wel halfbloed". Ze grinnikt kwaadaardig. "Als je dat echt wil..." Zeg ik, en zo snel ik kan trek ik het armbandje van mijn pols. Voor ik het weet houd ik mijn bronzen zwaard beet. Lamia deinst een klein beetje achteruit, maar vermant zichzelf. "Hmm. Pittig halfbloed. Daar houd ik wel van. Extra spicey..." En de slangenvrouw valt aan. Ze duikt naar voren, en ik op zij. De mensen erom heen stoppen plots, en kijken ongelovig naar het vreemde tafereel. Ik duik op Lamia af, en probeer mijn zwaard in haar te steken, maar ze duikt weer weg. Haar enge ogen glijden over het verraste publiek. "Ik kan ook wel een voorgerecht nemen", zegt ze. Ze duikt het publiek in, en trekt er een klein jongetje uit. Het publiek houdt zijn adem in. Sommige roepen wat, andere bellen het alarmnummer. Het jongetje krijst de longen uit zijn lijf. "En als je me monsterlijk vind", vervolgt Lamia. "Beschuldig Hera maar". Ze brengt het kleine kind langzaam naar haar mond. "Nee!" Krijs ik. Ik doe gewoon wat, luister naar mijn instinct... Ik gooi mijn zwaard naar haar, en hoop het joch te missen. Het snijd door haar arm heen. Lamia krijst, en laat het kind vallen. Het jochie kruipt richting het publiek en word weer veilig opgevangen. "Jij!" Krijst Lamia. "Nu ga je eraan!" Ik heb een probleem. Ze heeft nu wel een arm minder, maar net zoals bij Pandora is ze hartstikke dodelijk... En ik heb geen zwaard meer. Ik denk dat het tijd is voor mijn andere wapen... Zo snel ik kan haal ik de rugzak van mijn rug en grijp mijn boog en pijlenkoker. "Oh, halfbloed toch. Ga je schieten?" Ik antwoord niet, en span een pijl met een gifpunt aan. Oké, Ava, concentreer. Dit ga je waarschijnlijk heel erg verpesten. "Verpest het dan goed", fluister ik naar mezelf. En dan doe ik iets onverwachts. Opnieuw volg ik mijn natuurlijke instinct. In een mum van tijd smijt ik plots de boog op de grond en grijp de pijl. Ik ren naar voren en steek vol in Lamia's monster hart. Die kijkt vol verbazing op. Ze begint te krijsen. "Schijnbeweging", zeg ik triomfantelijk. "Wacht jij maar!" Gilt ze. "Zodra Olympus is overgenomen, en wij monsters terug zijn, pak ik jou als eerste!" Mijn kracht op de pijl verslapt. "Wat... Wat bedoel je?" Vraag ik verbaasd, maar Lamia schenkt me alleen een geniepige glimlach, en dan lost ze op, op weg naar Tartarus. Zuchtend laat ik mezelf op de grond vallen. Ik grijp mijn zwaard van de grond, en maak het weer een bandje. Dan kijk ik het publiek in. "Eh..." Stamel ik. De mensen zijn te verbaasd. Sommige maken filmpjes met hun telefoon, sommige zijn bang, voor mij. Ik ren keihard weg. Ik duw mensen aan de kant, ren de straat door. Alle ogen volgen mij, en ik probeer ze te ontkomen. Niet achteruit kijken, gewoon rennen... En dan struikel ik vol over een paaltje. "Au..." Ik krabbel snel weer overeind, maar ik zie dat er iemand voor me staat. Nee, twee mensen. Een jongen en een meisje. Er heerst even een pijnlijke stilte. "Kom", zegt de jongen, gelukkig in een taal die ik kan verstaan. "We willen je helpen".

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Where stories live. Discover now