~ 29 ~

330 32 12
                                    

Zenuwachtig loop ik samen met de rest naar de poort. Jezz blijft geconcentreerd, en loopt voorop. Het is druk hier. Overal lopen schoolklassen, gezinnen, en oude paren. We lopen naar de rij. Ik frummel ongeduldig aan mijn armbandje. "Zenuwachtig?" Vraagt Finn. Ik knik vluchtig. De man achter de kassa vraagt wat. Finn antwoord, geeft wat geld, en krijgt de kaartjes. "Oké, het park sluit om zes uur. Het is nu half twaalf, dus we hebben de hele middag nog", zegt hij. "Jezz? Kan je nog beter horen?" Vraagt Cat. Ze schudt van nee. "Ik hoor alleen dat het hier is, maar ik weet niet waar in de buurt". "Dan word het opsplitsen", zegt Lauren. "Om twee uur 's middags hier, bij dit bordje", zegt ze, en ze wijst naar een bordje met de kaart van het park. "Oké, let's go", zegt Leo. Iedereen verspreid zich. Ik loop een random kant op, zonder na te denken. Om me heen schreeuwen kinderen. Eens zien... Gelukkig staat alles vertaalt in het Engels op de borden onder de originele Nederlandse tekst. Zeehonden verblijf... Een frisse wind waait door mijn haren. De zon staat hoog aan de hemel. Het is best warm, gelukkig. Ik loop naar de reling en kijk naar de zeehonden. Ze zwemmen vrolijk op en neer, door hun grote basin. Oké, Ava, geen dierentuin tijd. Je moet een fluit zoeken. Ik draai me om. Voor me is een lange, brede weg. Het lijkt wel een duin, maar overal staan gebouwtjes met dingen die je kan doen. De een is een museum stukje, de ander is een attractie. Ik sluit mijn ogen voor even. Het geruis van de zee klinkt prettig... En herkenbaar. Dat blijft vreemd, vind ik. Ik heb in mijn hele leven maar een paar keer een bezoekje aan het strand gebracht. Misschien moet ik maar verder gaan lopen... "Au!" Roep ik uit. Voor me staat een kind, die vol tegen mij op is gebotst. Het kleine jochies grijpt in het rond, valt bijna op de grond, maar kan zich nog net aan me vast halen, aan mijn armband! Gillend trek ik mijn arm terug, waardoor het kind op de grond valt. Het begint kei hard te huilen. Een kwade moeder komt op me aflopen. Ze zegt van alles, kwaad en boos. "Sorry, ik spreek geen Nederlands", stamel ik. "Ik zei", roept de vrouw. "Wat bezielt je? Mijn kind laten vallen?" Ik kijk haar even kort aan, en dan ren ik weg. "Kom terug!" Krijst ze, maar ik negeer haar. Ik blijf maar rennen, en rennen. Hoe krijg ik het voor elkaar om het altijd te verpesten? Altijd maar opnieuw... Stomme halfgod gebeuren. Stomme vader. Stomme moeder. Hoe is dit allemaal gekomen? Ik houd het niet meer uit, ik wil het nu weten. Ik graai in mijn zak. Mijn levenloze mobieltje zit er nog steeds in. Vreemd genoeg is hij toch niet zo levenloos als ik dacht, kom ik achter als ik aan zet. Het schermpje licht op. Acht procent... Snel. Ik typ het nummer van mijn moeder in.

"Ava? Meisje! Wat leuk dat je belt!"

"Hoe hebben jullie elkaar ontmoet? En wie is Ray, mijn neppe vader?" Ik val gelijk met de deur in huis. Het is even een tijdje stil aan de andere kant van de lijn. "Ik heb weinig tijd", probeer ik gehaast. Mijn moeder schraapt haar stem, en begint met praten.

"Het was in de nazomer van 1993. Ik had een strand feest gehad vanwege het twaalf-en-een-half-jarige huwelijk van oom Hank en tante Wanda. Niks bijzonders, gewoon in de middag zo'n strandtent afgehuurd, muziek, eten en een rustig feest voor de hele familie. Ik was degene die als enigste graag aan het strand wou zitten, alleen, nadenkend over..."

Haar stem stokt. "Nadenkend over wat?" Vraag ik. "Niks", zegt ze.

"Ik ga wel verder. Toen het uiteindelijk donker werd, ging iedereen naar binnen, maar ik bleef. Ik vond de lange stranden van Florida altijd al prachtig..."

"Florida? Waar heb je het over?" Roep ik, maar mijn moeder gaat verder.

"Toen raakte ik per ongeluk verdwaalt. Ik was te ver van het strand afgelopen, en het was al pittig donker. Ik begon te rennen naar zo'n klein vissersdorpje, je weer wel, zo een met alleen een paar huisjes en een winkeltje. En daar... Knalde ik ineens tegen hem op. Geïrriteerd, en denkend dat het zo'n ouwe visser was draaide ik me om, maar... Ik was verblind door hem. Hij leek de koude avond warmer en lichter te maken. Zelfs in het duistere licht zag ik zijn prachtige, blauwe ogen oplichten..."

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Where stories live. Discover now