~ 2 ~

804 61 44
                                    

We rennen gelijk de trein uit zodra hij langzaam en piepend stil komt te staan op het perron. "Oké, vaart maken, nu!" Roept Percy, als hij met een grote sprong van een trap springt. Dit is echt gek. Ik, een halfgod? Ava Starson, dochter van... Van wie eigenlijk? "En wie is mijn vader dan?" Vraag ik. "Geen idee, zoals ik al zei..." Zegt Percy, als we een snelweg oprennen. "Zoë?" "Weet ik ook niet..." Hijgt ze. "Wanneer weet ik dat dan?" Vraag ik. "Nou", zegt Percy. "Meestal, als je in het kamp bent, maakt je ouder het na ongeveer een paar dagen bekent. Je komt er wel achter". "Gelukkig..." Zeg ik. "En dit kamp... Waar slapen we dan? Zijn er begeleiders? Docenten?" "Je slaapt samen met al je half broers en zussen. En ja, er zijn docenten. We trainen elke dag, en misschien krijg je een Quest". "Een wat?" Vraag ik. "Een Quest", zegt Zoë. "Een opdracht". "Oh..." Zeg ik. "En onze goddelijke ouders... Zien we die wel eens?" "Nooit", zegt Percy. "Nou ja, bijna nooit..." We rennen door, langs een uitgestorven snelweg. "Volgens mij moeten we hier het bos in", zegt Zoë, wijzend naar het dichtbebosde landschap aan de overkant van de weg. "Oké, go", zegt Percy. Opnieuw grijpt hij me vast en sleurt me mee. We rennen zo snel we kunnen naar de overkant, het bos in. Ik struikel bijna over een paar boomstammen. Angstig kijk ik om mee heen. Sinds ik die monsters ben tegengekomen ben ik een stuk meer op mijn hoede... En nog steeds kan ik het niet geloven. Ik ben gewoon Ava, een saaie meid die woont in Arizona. Nou, wat cool. Maar een halfgod? "Waarom kwamen die monsters me niet veel eerder halen?" Vraag ik, als ik over een paar stenen spring. "Omdat je pas als tiener je goddelijke vaardigheden echt goed begint te ontwikkelen. Je bent als klein kind eigenlijk nog... Een normaal kind", antwoord Percy. "Hey, hier is het", zegt Zoë, van een afstandje. We rennen naar haar toe. "Wow..." Zeg ik. Een reusachtige poort staat midden in het bos, met fakkels erom heen. Erboven staat een tekst... Maar het is grieks. Dat kan ik toch niet lezen? "Wat staat daar?" Vraag ik, en ik wijs naar de letters. "Blijf kijken..." Zegt Percy. Zonder te protesteren staar ik naar de tekst. Ineens zie ik het, de tekst, ik zie het erin! Camp Halfblood. Halfbloed... Mensen zoals ik. "Kom", zegt Percy. Hij loopt al naarbinnen. Ik zet een stap richting de poort.

"Succes", zegt Zoë ineens. Verschrikt draai ik me om. "Wat bedoel je?" Vraag ik. "Ik kan het kamp niet in", zegt ze. "Maar je bent toch zo'n jageres van... Hoe heet ze..." "Artemis, ja", zegt Zoë. "Maar geen halfbloed..." "Oh..." Zeg ik. Ik was zo blij toen ik dacht dat mijn beste vriendin meeging, maar nu blijkt het dat ik er gewoon helemaal alleen voor sta dus! Fijn... "Dit is geen afscheid. We zien elkaar nog wel een keer", zegt Zoë als ze me een knuffel geeft. "Tot ooit dan..." Zeg ik. "Tot ooit, en hé, ik weet zeker dat je pa een coole gozer is". Ik grinnik. "We zien wel", zeg ik. Met die woorden laat ik haar los en stap ik de poort in. "Nou", zegt Percy. "Laten we maar naar... What the heck!" Roept hij ineens. Ik blijf stokstijf stilstaan van schrik. Zoë draait zich geschrokken om, en trekt haar boog in een impuls. "Wat?" Roep ik trillend. Een fel licht schijnt ineens boven ons. Nee, wacht... Boven mij! "Je vader..." Roept Percy met grote ogen. "Dit is nog nooit gebeurt..." "Wat is er met m'n vader?" Vraag ik gestrest. "Het teken, boven je!" Zegt Percy. Ik kijk naar boven. Een gouden bal zweeft boven mijn hoofd. "Ongelofelijk..." Stamelt Zoë. In de bal zweeft iets, een... Is dat een lier?" "Een lier", zegt Percy nadenkend. "Het teken van Apollo!" "Van wie?" Vraag ik onbenullend. "Apollo. God van de muziek, van de kunst, van de zon! Jou vader, Ava. Je bent de dochter van Apollo!" Met grote ogen doe ik een stap opzij, maar de lichtwolk die het 'teken' is volgt mij gewoon. "Moest dit niet pas over een paar dagen verschijnen?" Stamel ik. "Ja..." Zegt Zoë. "Maar toen jij die eerste stap zette in het kamp kwam het al..." "Dit heb ik nog nooit gezien..." Zegt Percy. "Apollo... Blijkbaar wou hij je gelijk laten weten dat je zijn dochter bent, maar waarom... Geen idee..." Ik ben stomverbaasd. God van de muziek? Kunst? Sinds wanneer kan ik dat allemaal? Ik denk diep na. Hmm... Ik heb wel altijd de drang gevoelt om een instrument te pakken. En ik zing. Vaak. Een beetje te vaak. Maar ik heb nooit les gehad in iets, of überhaupt voor iemand muziek gemaakt. En, de zon? Hmm... Dat verklaart wel waarom ik me zo slap en futloos voel als het een regenachtige dag is... "Apollo is de tweelingsbroer van Artemis", zegt Zoë met een glimlach. "Dus nu vind ik je nog een stukje cooler". Ik grinnik. "En nu moeten we naar Chiron", zegt Percy. "Wie?" Vraag ik. "Kom nou maar gewoon", zegt Percy. Ik werp een laatste glimlach naar Zoë, en loop dan achter Percy aan.

"Nou, welkom in het kamp..." Zegt hij. "Wauw..." We staan op een soort pleintje, en aan alle kanten zijn er dingen te doen. "Daar zijn alle huizen... Ik laat je zo wel de jouwe zien", zegt Percy, wijzend naar een van de paden die je kan kiezen. "Maar eerst gaan we naar Chiron". "Wie?" Vraag ik. "Chiron. De... Kampleider". We lopen richting het grote gebouw in het midden. "Percy!" Hoor ik ineens achter me. Beide draaien we ons om. Een meisje van ongeveer mijn leeftijd komt aanrennen en omhelst hem stevig. "Wat ben je snel terug!" Zegt ze. Percy grinnikt. Ik sta er maar een beetje awkward bij. "Uhm, dit is Ava..." Zegt hij grinnikend. Het meisje laat Percy los en kijkt nu naar mij. Ik word een beetje verlegen. "Hey", zegt ze vriendelijk. "Ik ben Annabeth, dochter van Athena". "Ava", zeg ik lachend. "Dochter van Apollo". Het klinkt echt belachelijk. "Je bent toch net nieuw?" Vraagt Annabeth met fronsende wenkbrouwen. Ik knik. "Ja, moet je horen", zegt Percy. "Ze zetten net één stap binnen, en gelijk begon die lier boven haar hoofd te glimmen". Annabeth's ogen worden groot. "Wow..." Zegt ze. "Dat is... Ongebruikelijk. Maar hey, Percy. Grover moet je nu spreken". "Maar ik moet Ava naar Chiron brengen..." Zegt hij. "Het is maar vijf minuten", zegt Annabeth. "Eh... Oké. Ava, blijf hier. Ik ben zo terug". En met die woorden rende hij samen met Annabeth een kant op.

Fijn.

Ik sta een beetje ongemakkelijk in het midden van het pad, en kijk om me heen. Mensen vechten, praten, lachen... Allemaal voelen ze zich thuis hier. En ik? Ik heb niet eens gedag kunnen zeggen tegen mijn ouders! Nou ja, moeder en stiefvader dan. Ugh. Wat zou er met me gebeurenw? Word ik opgeleid als monstervechter? Muzikante? Ik heb echt geen idee... "Hey", hoor ik ineens achter me. Verschrikt draai ik me om. Voor me staat een jongen, van mijn leeftijd. Hij heeft pikzwart haar, een bleke huid, en vriendelijke, warme bruine ogen. Gelijk voel ik mijzelf ongemakkelijk. "Jij bent die nieuwe, he?" Vraagt hij. Ik word rood. Prettig, ze weten al dat ik 'de nieuwe' ben. "Eh, ja..." Zeg ik. Ik kijk de jongen angstig aan. Hij kijkt zelfverzekerd terug. "Ik ben Nico", zegt hij om het ijs te breken. "Nico Di Angelo. Zoon van Hades". Ik blijf maar staren naar zijn warme ogen, maar bij het woord Hades schrik ik. "Ha... Hades? Een van de grote drie?" Hij grinnikt. "Niet schrikken, dankuwel. En Ja, Hades. Een van de grote drie. Baas van de onderwereld. Maar geen zorgen, ik ben niet zo duivels als hem. Letterlijk". Hij lacht om zijn eigen grap. Ik staar hem bedenkelijk aan. "Ik dacht dat de grote drie geen kinderen kregen?" Zeg ik, maar dan denk ik gelijk aan Percy. "Er zijn er vijf", zegt Nico. "Ik en mijn zus Bianca, die nu bij de jageressen van Artemis hoort..." "Net als mijn vriendin..." Zeg ik er tussen door. "Dan heb je Percy en Tyson, zonen van Poseidon, en dan nog Thalia, dochter van Zeus. Maar hey, laten we eerlijk zijn. Hades is de meest awesome-ste god die je ooit zal ontmoeten", grapt hij. "Tuurlijk", zeg ik grinnikend. "Maar nu over jou", gaat Nico verder, en hij kijkt me verwachtingvol aan. "Eh, nou, mijn vader is Apollo, en..." Apollo, he?" Onderbreekt hij me. "Ben je muzikaal?" "Geen idee..." Zeg ik. "Ik heb nog nooit een instrument gespeeld..." Nico's mond valt open. "Wow, wacht. Een Apollo kind die nog nooit een instrument heeft gespeeld? Dat is nieuw". Ik word rood. "Ik kan je wel wat leren", zegt hij ineens. Ik kijk blij op. "Echt?" Vraag ik. "Sure! Gitaar is wat ik speel. Als jij nou gewoon morgen hier om drie uur 's middags bent, leer ik jou hoe je een beetje op een normaal Apollo kind moet lijken", zegt hij met een knipoog. Weer word ik rood, maar dit keer niet van schaamte... "Tot morgen", zegt hij met een lach, en hij loopt weg. "Oh, wacht", zegt hij dan van een afstand. "Hoe heet je eigenlijk?" "Ava", schreeuw ik terug. Hij lacht. "Tot morgen, Ava". Ik glimlach, en zwaai verlegen terug.

Oké, wat is er zojuist gebeurt? Mijn handen werden klef, ik werd misselijk... Nico. Zoon van Hades. Hades... Hades! Vind je Nico nou echt leuk? Zoon van de duivel? Ik kijk hem nog na. Hij draait zich om, zwaait naar me, en loopt weg. Ik zucht. Goed werk, Ava. Nog geen tien minuten binnen en je hebt al een crush op de bad boy te pakken gekregen. Ahoewel hij er niet gemeen uitzag... Lief, eigenlijk, met zijn bruine, leren jackje, en zijn zwarte, rommelige haar wat schattig zat. Ik kan echt niet wachten tot morgen... "Hey, Ava!" Hoor ik nu weer. Even schiet mijn hart in de vierhondertste versnelling, maar dan zie ik dat het Percy is. "Oh, hey", zeg ik. "Kom", zegt hij. "Ik neem je mee naar Chiron. Die gaat je alles uitleggen".

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu