Hoofdstuk 3; Schoolplein, zonnebril en Kierkegaard

117 8 3
                                    

Eva propte haar telefoon en autosleutels in haar broekzak en stapte het schoolplein op. Ze was te vroeg, iets wat eigenlijk nooit gebeurde. De arena die het schoolplein heette was er eentje die Eva bij voorkeur vermeed. De bemoeizuchtige schoolpleinmoeders en de verplichte kletspraatjes was ze liever kwijt dan rijk.

Haar voorkeur was om net buiten het hek van het schoolplein of liever nog in de auto te wachten, totdat Saar het gebouw uit kwam rennen. Maar vandaag had ze een andere aanpak gekozen, vooral omdat ze hoopte een glimp van Sem op te vangen.

Het vriendinnetje van haar dochter was vorige week komen spelen en hoewel Eva haar uiterste best had gedaan, had Saar haar moeder weinig ruimte gegeven om wat over Sem te weten te komen. Met een ferme pas beende Eva langs de wachtende ouders en hun kroost richting de hoek waar het schoolgebouw het hek ontmoet.

'Eva, volgende week is het studiedag, ze zoeken nog vrijwilligers voor de BSO dan. Misschien iets voor jou?', riep één van de moeders naar haar. Eva ademde scherp in, dit was dus precies waar ze geen zin in had.

De bewuste moeder was überbetrokken bij de school en verwachte van alle ouders exact hetzelfde, al zag ze daarbij wel even over het hoofd dat sommige ouders gewoon een fulltimebaan hadden en in hun eentje een kind opvoedden.

'Ik moet werken dan, helaas', antwoordde ze de vrouw kort en bondig.

De vrouw draaide zich naar het groepje ouders, 'zij heeft altijd wel wat', siste ze hardop zodat Eva het kon horen.

'Sorry!', Eva moest moeite doen om het nog enigszins kalm te laten klinken, 'sommigen van ons hebben gewoon een baan'.

'Juist daarom, jouw dochter is een van de leerlingen die het meest gebruik maakt van de BSO', de opmerking van de vrouw klonk als een beschuldiging.

'Ik betaal grof geld voor die buitenschoolse opvang dus ik maak daar net zoveel gebruik van als nodig is', beet Eva de vrouw bits toe en zonder de vrouw nog een blik waardig te gunnen, liep ze haar voorbij.

Er ontsnapte haar een gefrustreerde zucht toen ze zich met haar rug tegen de muur van het gebouw liet vallen. Nog twee minuten voordat de bel ging zag ze. Ze hoopte dat Saar een beetje opschoot, de priemende ogen van de schoolpleinmoeders benauwden haar, ze voelde de vooroordelen haar kant op vliegen.

Peinzend beet ze op haar lip, de zon prikte in haar ogen, ze kneep ze dicht en draaide haar gezicht naar het warme licht. Plots kuchte er iemand naast haar. Eva's ogen vlogen open. Voor haar stond een lange, gespierde man, met een zonnebril.

'Ik wilde je niet laten schrikken, sorry', verontschuldigde hij zich.

'Ik schrok niet', beweerde ze.

'Oké', glimlachte de man ongelovig.

Eva liet haar ogen afwachtend over de verschijning van de man glijden. Ze schatte dat hij een jaar of vijf ouder was dan zij, zijn roodblonde haren waren warrig in model gebracht en hij straalde een flinke dosis zelfvertrouwen uit.

'Ik heb jou nog niet eerder gezien hier', hij stak zijn hand naar haar uit, 'ik ben Floris'.

Een beetje onwennig schudde Eva zijn hand, 'Eva van Dongen'.

'Ik ben nieuw hier', beantwoordde de knappe man, Eva's ongestelde vraag.

'Aha', knikte ze, 'ik niet, ik vermijd dat groepje daar gewoon graag', ze wees naar de schoolpleinmoeders.

'Snap ik, schoolpleinroddels zijn ook niet echt mijn ding', grinnikte de man.

Onbewust had Eva haar vuisten gebald en ze staarde met een kwade frons naar de moeders, 'hoe kan het nou dat sommige mensen zo irritant zijn? Iedereen heeft tegenwoordig overal een mening over, ook al hebben ze ergens helemaal geen verstand van'.

De Z van ZonnebrilOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz