Hoofdstuk 35

5 1 2
                                    

Misschien was ik de volgende ochtend nog wel meer in de war dan ik al was, ik was zenuwachtig, vandaag was mijn laatste kans om hier onderuit te komen. Er was één ding dat ik moest doen, Constantijn uitnodigen met zijn echte naam, maar ik had werkelijk geen idee. Stijfjes kwam ik overeind en liet mij met een zucht op het bed zakken, ik was op de grond in slaap gevallen na het getreiter van Rafael. Ik nestelde mijn hoofd diep in het kussen en kreunde zachtjes.

Alsof ze wisten dat ik nu wakker was, verscheen er een gigantische trouwjurk aan de kast tegenover mij. Met mijn handen achter mij, hief ik mijzelf omhoog en staarde naar het monsterlijke ding. Ik vroeg mij af of het ding van Lilith was geweest en zonder dat ik het doorhad, lachte ik even. Dan moest het ding al eeuwen oud zijn. De jurk had verschillende lagen rokken die aan de randen omlijnd waren door champagnekleurige parels. Het was een vreselijk weelderige jurk en de parels zaten overal, het hele lijfje was ermee bezaaid. Ik werd er onbewust stil van. De angst dat ik niet op tijd zou zijn om mijzelf te redden van dit lot, vloog mij om mijn keel en ik voelde er zachtjes aan. Rafael had zijn stempel op mij achtergelaten. Niet dat het te zien zou zijn in de jurk met de hooggesloten kraag van borduurwerk en kant. Voorzichtig kwam ik dichterbij en raakte de jurk aan alsof ze breekbaar was. Met gouddraad waren er sierlijke vormen gemaakt en de stof voelde zwaar aan in mijn handen.

Haast mechanisch maakte ik mijzelf klaar, mijn hoofd was druk bezig met het vinden van de oplossing, koortsachtig dacht ik na over de naam die ik zou moeten noemen.

Mijn haren stak ik op met de pinnen die klaarlagen in de badkamer en ik bestudeerde mijn bleke gezicht opgemaakt in lichte en luchtige kleuren. Ik voelde mij eerder een gevangene dan een bruid en het deed pijn om mijzelf zo te zien.

"Juffrouw Zerah, bent u er klaar voor?"

Het was fijn om de vriendelijke stem van de antilope te horen, ik opende de deur voor hem en zijn bek viel open terwijl hij naar mij staren. "U bent prachtig! Draait u eens een rondje?"

Zijn enthousiasme was warm en oprecht, dat waardeerde ik ontzettend en om hem een plezier te doen, draaide ik in het rond. Hij klapte in zijn handen en stak er vervolgens één naar mij uit. Ik pakte zijn warme hand aan en omklemde hem met mijn klamme vingers. De antilope leidde mij door het grote gebouw heen, trappen op, trappen af, smalle gangen door, brede gangen door en hij hield stil in een marmeren hal, aan het einde van de hal was de zaal waar de engelen en Levi zich verzameld hadden en zo te horen waren er nog meer aanwezigen.

Een vreemde kriebel trok door mijn lichaam heen en ik keek naar de antilope. "Loop alsjeblieft verder mee." Smeekte ik hem haast.

Hij rechtte zijn rug en knikte, hij loodste mij een gouden zaal in met grote spiegels waardoor het een grotere ruimte leek dan het in werkelijkheid was. Het goud in brocante versiersels liep door tot het plafond in sierlijke bogen. Voor mij lag een rode loper en aan weerskanten zaten wezens, duistere wezens, maar ook wezens van het licht. Het was een bonte verzameling aan dieren, heksen, vampiers en anderen waarvan ik niet wist hoe ik ze moest noemen. Daar stond ik dan, te midden van deze weelderigheid in een jurk die te zwaar en te groot aanvoelde. Ik voelde mij een vreemdeling, verloren in de duisternis. Mijn ogen boorden zich in die van Levi. Hij droeg een donkerbruin pak van fluweel, waardoor de zon het haast goudkleurig liet lijken. Hij was de meest prachtige duistere droomprins die ik mij maar kon bedenken, maar ik wist dat mijn hart een ander toebehoorde. In mijn droom was mij dat maar al te duidelijk geworden. Alle gevoelens voor Levi waren niet echt. Toch glimlachte ik genegen naar hem, volgens Rafael kon ik dan wel niets, het lukte mij om dit toneelspel uit te voeren.

Mijn voeten vonden een weg zijn kant op en ik bleef naar hem kijken, ik voelde voor het eerst de onzichtbare draad die hij gebruikte om mij te manipuleren. Mijn ogen waren geopend. Hij gebruikte zijn kracht volledig op mij en ik voelde de golven mijn kant op stromen wanneer hij zijn hand naar mij uitstak. Ik nam hem aan zonder te aarzelen en stapte het platform op. Achter ons stonden de tronen van de engelen die bijna allemaal in beslag waren genomen. Die van Levi was leeg, maar ook die van Constantijn.

Tastbaar Duister (Nederlands/dutch)Where stories live. Discover now