Hoofdstuk 29

3 1 0
                                    

Misschien was mijn hoop misplaatst geweest, ik had gehoopt dat ze het hele zooitje zouden afblazen of op zijn minst dat de aanval van het engelendom alles zou vertragen. Niets was minder waar helaas. Een week na de aanval zat ik weer in de auto. We reden naar de andere kant van Markstad, vlakbij het huis van mijn ouders draaiden we naar links en de weg die we insloegen kwam mij op geen enkele wijze bekend voor. Het was alsof we door een tunnel reden, een tunnel die wazig om ons heen bubbelde. Ik kreeg het er benauwd van, het voelde alsof de tunnel ons opslokte, alsof het een monster was. Mijn vingers klemden zich om de lederen bank heen en ik bestudeerde de chauffeur die strak voor zich uitkeek en niets van angst of spanning liet zien. Het lukte mij niet om te ontspannen, mijn ogen schoten weer naar buiten en ik kon niets maken van de wazige beelden die ik zag, het leken gezichten, al was het niet duidelijk van wie de gezichten waren. Ze leken op het bekende schilderij "De Schreeuw", met grauwe kleuren en vage lijnen.

"waar gaan we heen?" bracht ik piepend uit.

De ogen van de chauffeur kruisten kort de mijne, "Aurore." Antwoordde hij kortaf.

Aurore... ik slikte even, ik kende het uit verhalen, nooit had ik verwacht dat het echt zou bestaan. Zo had ik ook over engelen en de duivel gedacht en over alle andere wezens waar ik kennis mee had gemaakt.

De wazigheid van de tunnel verdween langzaam waardoor we een prachtig landschap in reden. De weg hobbelde flink waardoor ik mij goed vast moest houden. Dit was Aurore, de eeuwige morgen. Dat ik hier heen mocht, was een geschenk. Vol bewondering bestudeerde ik de manen die aan de hemel stonden en de haast verblindende zon die voor eeuwig over het landschap gluurde en de lucht haar prachtige kleuren gaf. Paars, oranje, roze, geel, rood... het was oogverblindend. Ik kende niets wat zo ongekend mooi was. De chauffeur minderde af en toe vaart om zich tussen de bloemen heen te manoeuvreren en ik wilde haast dat ik uit kon stappen om de geuren te ruiken.

Midden in het landschap stond een eeuwenoud gebouw dat door het licht van de zon haast goud leek, het liet mij het meest denken aan een gotische kerk. Compleet met glas in lood ramen en zo groot dat het mij niet lukte om alle torens en uiterlijke kenmerken in mij op te nemen.

De auto werd voor de deur gestopt en vol bewondering stapte ik uit voor de stenen trap die van dichtbij crème grijs van kleur was, net zoals het hele gebouw. Naast mij werd een koffer neergezet en zonder wat te zeggen verdween de chauffeur weer, verdwaasd keek ik hem na hoe hij weer in de prachtige bloemenzee verdween en daarna ging mijn blik naar de koffer. Ik had helemaal niets ingepakt. Moest ik hier blijven?

Boven mij openden de twee zware deuren die een halve boog vormden. "Elira, kom binnen." Werd ik vriendelijk begroet door één van de engelen. Ik meende dat het Gabriel was, langs zijn lichaam hingen indrukwekkende witte vleugels. Zijn werkelijke uiterlijk openbaarde zich hier dus. Aarzelend drukte ik het lange handvat van de koffer naar beneden en pakte het ding op om zo de trap naar boven te volgen tot de deuren.

"wat is hier de bedoeling van?" mijn stem klonk nog scherper dan ik bedoelde.

De engel streek door zijn zijdezachte blonde haar heen, wat meteen weer op de juiste plek terugveerde. "gefeliciteerd, je hoort bij de laatste drie. Jullie tests zullen hier vervolgd worden na het vervelende incident in de loods." Hij gaf mij een goed bedoeld klopje op mijn schouder zodra ik naast hem stond. Laatste drie. Dat betekende dat één van de vrouwen eerder al gesneuveld was, misschien door de aanval. Of door Cilante. Dat laatste zou mij niets verbazen.

"wie is er overleden?" het maakte mij misselijk om alleen al die vraag te stellen. Ik verlengde het handvat van de koffer om de engel te volgen. Hij liep op een vreselijk snel tempo wat amper bij te houden was, zelfs met mijn lange benen. Zijn vleugels maakten een ritselend geluid bij elke verende pas. Het lukte mij niet om op te kijken en de prachtige architectuur van het gebouw te zien. Mijn concentratie lag volledig op de weg die we liepen, het leek belangrijk om altijd de weg naar buiten te weten.

Tastbaar Duister (Nederlands/dutch)Où les histoires vivent. Découvrez maintenant