Hoofdstuk 33

6 1 0
                                    

Als verdoofd liep ik met de antilope mee naar mijn slaapkamer, ik duwde de deur met moeite achter mij dicht, hij leek wel van steen. Het lukte mij nog niet om te bevatten wat zich net had afgespeeld en wanneer mijn gedachten teruggingen, voelde ik hoe mijn keel zich samenkneep. Felicia.. Ik had dit moeten voorkomen, ik had haar beter moeten beschermen. Ze is dood en dat is mijn schuld. ik opende mijn handen met de handpalmen naar boven toe en bekeek het opgedroogde bloed. Bloed van mijn beste vriendin en Cilante. Verdomme, ik had iemand vermoord. Met een snik trok ik mijn vest uit en smeet ik die samen met de rest van de kleding die ik aanhad in een hoek. Mijn armen sloeg ik om mijn lichaam heen om zo naar de badkamer te lopen, het lukte mij niet om naar mijn spiegelbeeld te kijken. Ik zette de kraan van de douche wijd open en hief mijn gezicht naar de straal, bekeek hoe die kleine druppels als felle stralen de douchekop verlieten. Mijn gedachten dwaalden weer af, het was een chaos in mijn hoofd en ik voelde mij zwaar en vermoeid. Zodra stoom de badkamer begon te vullen, stapte ik onder de stralen. Ik wreef mijn handen tegen elkaar aan en zag hoe het bloed zich vermengde met het water. Sierlijke rode vlekken kleurden de witte tegels onder mij zacht rood. Het werd mij teveel, ik zakte naar de grond en begon heftig te snikken. De pijn in mijn hart was onmenselijk en ik had niemand, niemand die een arm om mij heen zou slaan of die mij kon troosten.

"Help mij, alsjeblieft... help mij..." snikte ik, er was niemand die mij zou horen. Mijn handen zette ik in mijn haren en mijn ellenbogen steunden op mijn knieën terwijl het water in een regelmatig ritme op mij neer druppelde. Ik was alleen, gebroken en eenzaam.

***

In een badjas schuifelde ik later de slaapkamer weer in, uitgeput liet ik mij op het bed zakken. Ik voelde mij onrustig, onrustig over mijn lot.

Mijn vingers streken over de omslag van het boek van Constantijn en ik herinnerde mij zijn woorden. Op het moment dat het je te heet onder je voeten wordt, roep je mij bij mijn echte naam. Kort kneep ik mijn ogen dicht. Was dit het moment? Ik wilde niet meer, ik was Felicia voor altijd kwijt en ik wilde niet meer afwachten. Ik wilde naar huis. Al wist ik momenteel niet meer wat thuis was, misschien moest ik een tijdje terug gaan naar mijn ouders, mijzelf weer vinden.

Ik drukte het boek tegen mijn borst aan en sloot mijn ogen. "Constantijn Reinholds, help mij, alsjeblieft." Fluisterde ik.

Even wachtte ik af, maar er gebeurde niets. Hij had beloofd op tijd te zijn en er gebeurde niets. Fronsend keek ik naar de kaft van het boek. C.L.E. Reinholds. Zijn echte naam moest ik noemen, bedoelde hij dan zijn hele naam? Fuck... waar stonden die andere letters ook alweer voor? Ik wist het niet meer. Felicia had het mij ooit vertelt.

"Help me, Constantijn, alsjeblieft... ik wil hier niet meer zijn, help mij..." Langzaam ging ik liggen op het bed, met het boek nog in mijn handen geklemd. Oververmoeid viel ik in slaap.

"Wakker worden."

De stem galmde door mijn hoofd, een stekende hoofdpijn ontstond zodra ik mij ogen opende. Door de trainingen van Lilith hoorde ik direct alert te zijn, maar na gisteren lukte mij dat niet. Het voelde alsof het allemaal niet gebeurd was, als een nachtmerrie.

"Deze heb je niet meer nodig."

Verdwaasd ontdekte ik dat het boek dat ik in mijn armen geklemd had, eruit gerukt werd. Ik staarde Levi aan en zag hoe hij het boek de gang op smeet, het knalde tegen de muur aan in de gang en ik zag hoe de kaft scheefzakte. Het deed pijn, dat was het laatste ding dat écht van mijzelf was en het werd mij keihard ontnomen.

"Waarom doe je dit?" Mijn stem klonk schor en niet van mijzelf.

Levi grijnsde duivelsachtig en pakte mijn kin beet, zijn vleugels spreidden zich achter hem om een dreigend effect te vormen. "Je bent nu van mij. Ik doe met je wat ik wil."

Tastbaar Duister (Nederlands/dutch)Where stories live. Discover now