Hoofdstuk 25

4 1 0
                                    

"Wat heb je gedaan gisteren?" Selina leunde achterover in haar stoel terwijl ze in haar thee roerde.

Ik slikte de hap van mijn broodje door en staarde naar haar, naar haar ronde gezicht en haar kille en ontoegankelijke ogen. "Ervoor gezorgd dat er geen slachtoffer zou vallen. Dat is toch wat een vampierjager hoort te doen. Is het niet?" Het laatste voegde ik er uitdagend aan toe.

Selina boog zich naar voren en wilde mijn hand vastgrijpen, dit was voor het eerst dat ik haar voor was en met een ruk overeind kwam. Mijn stoel viel met een harde klap achterover op de stenen vloer.

"Je bent de toekomstige bruid van de duivel. Al die gruwelen horen bij jouw nieuwe bestaan." Selina kneep haar ogen samen, ze zei niets over dat ik sneller was.

"Daar doe ik dan mooi niet aan mee. Hij was er gisteren niet eens. Wat een flauwekul allemaal."

Selina glimlachte vals en sloeg haar ene been over de andere heen. "Hij was er. Je bent een vuriger type dan ik in eerste instantie verwachtte. Ik wil dat je gewenst en gepast gedrag vertoont, Elira."

Ik hief mijn ogen ter hemel en zette de stoel met een ruk weer overeind. "Ik zou niet weten wat jullie in helsnaam van mij verwachten."

"Niet dit." Haar ogen priemden zich in de mijne, soms zou ik willen dat ik vampiertanden had om imposanter over te komen.

"Misschien ga ik wel liever dood." Wierp ik tegen en met grote passen liep ik bij haar vandaan.

"Maak je klaar. Je wordt vanmiddag weer verwacht."

Constantijn bracht mij dit keer niet weg en daar baalde ik wel van. Ik ontving geen opbeurende woorden of een vriendelijk gesprek. Deze chauffeur keek strak voor zich uit en zette mij bij diezelfde loods af. Er had ditmaal een afschuwelijke witte japon aan mijn kast gehangen, met lelijke pofmouwen. Ik moest er maar niet teveel bij stilstaan.

"Elira." Cilante kwam achter mij aan.

Ik had de dag ervoor niet met haar gepraat, daar had ik ook nu helemaal geen behoefte aan.

"Cil." De deur werd voor ons opengehouden en ik merkte hoe ze haar pas versnelde om net voor mij zichzelf door de deur te wurmen, vervolgens draaide ze zich om, ze droeg precies dezelfde witte jurk.

"Waarom moet je toch altijd alles verpesten! Dit is mijn kans. Jij hebt altijd alles gehad, nu is het mijn beurt." Snoof ze.

Ze was een halve kop kleiner dan ik, al voelde ik mij sowieso niet door haar geïntimideerd. Wel was ik verbaasd door haar woorden, ik had inderdaad een gelukkig leven, dat was mij alleen afgenomen op het moment dat Rafael vermoord was. "Ik had geen keuze." Het had geen zin om haar uitgebreid uitleg te geven.

Ze duwde mij hard naar achteren en bracht haar gezicht dichterbij. "Je weet wat ik gezegd heb en voor jou maak ik geen uitzondering."

Was dit een dreigement? Een dreigement van de blonde Barbie die al jammerde als haar nagel was gebroken? Het maakte geen indruk, Cilante kon mij niets maken. "Zoek het uit, Cil." Bromde ik haar toe. Ik schoof bij haar vandaan en ging de ruimte in. Het was echt hekserij, nu bestond de loods uit een grote zaal met achterin een hoge troon die gehuld was in duisternis. Naast die troon waren een paar treden lager zes kleinere tronen zichtbaar.

De zaal voelde kil en afstandelijk aan en de afstand tot de verhoging leek honderden meters. Toch was dat waarschijnlijk gezichtsbedrog. De andere dames druppelden ook langzaam binnen, ik bestudeerde hun gezichten, sommige waren wat bleek en keken met grote ogen om zich heen.

Er klonk een gong en langzaam stroomde de zaal vol met mensen, of nee, geen mensen, wezens. Sommige schaduwtotems waren zelfs in hun beestvorm. Allemaal namen ze staand plaats aan de zijkanten van de dansvloer, druk kletsend en haast hysterisch. Ze waren in een feeststemming en verbitterd sloeg ik mijn armen over elkaar heen. Hoe durfden ze.

Tastbaar Duister (Nederlands/dutch)Where stories live. Discover now