Hoofdstuk 22

4 1 0
                                    

De kledingkast van Rafael had ik dichtgedaan en niet meer opengemaakt. Het lukte mij niet, ik kon niet definitief afscheid van hem nemen, dat ging niet. Mijn lichaam begon al te trillen als ik daaraan dacht en wanneer ik dan ineens het gezicht van Levi voor mij zag, raakte ik nog verder in de war. Hoe kon dit? De gevoelens waren veel te tegenstrijdig om mee om te kunnen gaan, ik werd gek van mijzelf.

De wereld om mij heen leek ook niet tot rust te kunnen komen, er heerste in een korte tijd veel angst, ik merkte het in de kerk, in de stad en op mijn werk. Iedereen was onrustig, bang voor de volgende aanslag. Eerst dat kantoorpand, daarna was er een demonenkerk met de grond gelijk gemaakt en nu was het wachten op de volgende. Er was meer politie op straat dan ik ooit gezien had en ik merkte hoe ik liever niet mijn huis verliet. Toch was ik verplicht, elke week weer stond ik te trainen tussen de vampierjagers en het voelde fout. Ik werd op handen gedragen door iedereen daar, ze waren trots op mij, op hun kandidaat en ik voelde mij er steeds verschrikkelijker onder.

"Nog een keer, Elira."

Ik ademde diep door, zette mijn rechtervoet stevig schuin achter mijn linkervoet en hief mijn handen in een verdedigende positie voor mijn gezicht. "Ik weet wat ik fout doe."

Peter, die tegenover mij stond, lachte vrolijk. "Doe er dan wat aan!" Hij haalde uit en ik deed mijn best om mijn ellenbogen laag te houden en mijn gewicht te verdelen over mijn beide benen. Het boxen vond ik een leuke training, maar ik vroeg mij af wanneer het echte werk begon. Ik had nog geen wapen in mijn handen gehad.

"Ik ben blij dat jij niet zo voorzichtig met mij doet."

"Waarom denk je dat je tegenover mij staat? Ik ben de slechtste boxer van ons allemaal." De grijns leek niet van zijn gezicht af te kunnen en ik schudde langzaam mijn hoofd.

"Je bent echt wel goed. Je kunt goed uitleggen." Een aarzelende vraag borrelde in mij op en ik trok mijn handschoenen uit. "Wat voor krachten heb jij van het vampierbloed?"

Peter dronk gulzig uit zijn waterfles en liet mij wachten op het antwoord. Afwachtend bleef ik tegenover hem staan, ik wilde er graag meer van weten.

"Alle krachten die ons gegund zijn, zijn bijzonder, Elira." Met die woorden liet hij mij achter en ik keek hem wat verbaasd na. Tot nu toe had ik nog niet uit veel jagers een bruikbaar antwoord ontvangen. De meesten antwoorden gingen over dat we allemaal één familie waren en dat de een niet beter was dan de ander.

Ik borg mijn spullen op en vervolgens zocht mijn blik de zaal af, ik wilde van Constantijn graag weten waarom hij mij in vredesnaam dat boek had gegeven. Hij had zoveel boeken geschreven, waarom gaf hij mij dan dit depressieve boek met zo'n cryptisch bericht?

Wanneer ik hem ontdekte, liep ik op hem af. "Tijn." Begroette ik hem.

"Elira." Hij keek niet op van waar hij mee bezig was. Met een scherp mes was hij een stuk hout aan het bewerken en ik ging bij hem zitten om te kijken naar zijn vakkundige handen.

"Waarom gaf je mij dat boek?"

Een paar seconden zat hij doodstil voor hij weer doorging met het wegsnijden van het hout. "Lees het. Het is belangrijk."

"Liever niet, te depressief." Ik haalde diep en wat trillend adem en nu pas keek hij naar mij op. De blik die hij gaf herkende ik, die gebroken blik alsof ik in een spiegel keek.

Zijn kaken klemde hij kort op elkaar en daarna legde hij het mes en de houten staak weg. Hij pakte mijn hand vast, ik voelde hoe warm hij was vergeleken met mijn eigen koude handen. "Het is echt belangrijk, Elira."

"Waarom?"

"Constantijn." Klonk een scherpe stem achter ons, Tijn liet mijn hand meteen los en ik zag hoe hij in een ruk rechtop ging zitten om Selina haast behoedzaam aan te kijken.

Tastbaar Duister (Nederlands/dutch)Kde žijí příběhy. Začni objevovat